Klinische blik: afstudeerprojecten studenten Minor High Care
In de bijlagen treft u twee kwaliteitsprojecten van studenten verpleegkunde van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) aan. De researchgroep Acute Zorgregio Oost (AZO) wil in samenwerking met het Instituut Verpleegkundige Studies (IVS) van de HAN en het Lectoraat Acute Intensieve Zorg (LAIZ) een leerboek gaan samenstellen voor verpleegkundigen (in opleiding) werkzaam in de acute, intensieve zorg. Hierin wordt het begrip ‘klinische blik’ geoperationaliseerd.
Op dit moment is het begip ‘klinische blik’ een veel gebruikte term in de praktijk bij verpleegkundigen die respiratoir bedreigde patienten observeren zonder te weten wat dit begrip precies inhoudt. In dit kwaliteitsproject van Mariska Klaassen, Sarah Kladakis en Anouk de Wildt wordt een antwoord gegeven op deze vraag. Belangrijkste resultaten: Volgens IC-verpleegkundigen is de ‘klinische blik’ vooral het observeren van de patiënt. Kennis, ervaring, intuitie en respiratieparameters vinden IC-verpleegkundigen een ondersteuning geven bij het observeren van de patient. Ondanks dat het begrip moeilijk gedefinieerd kan worden, vindt menig IC-verpleegkundige toch dat verpleegkundige zorg zonder de ‘klinische blik’ niet compleet is. Conclusie: Het begrip ‘klinische blik’ van IC-verpleegkundigen die respiratoir bedreigde patiënten observeren, is een niet strak omlijnt begrip. Geconcludeerd kan worden dat de ‘klinische blik’ bestaat uit het observeren van de patiënt. Het observeren wordt ondersteund door kennis, ervaring, intuïtie en fysiologische respiratieparameters. Alle respiratieparameters die in de literatuur van Mocking en Tijink (2010) vermeld stonden, worden in de praktijk gebruikt door IC-verpleegkundigen. Daarbij zijn twee nieuwe respiratieparameters aan het licht gekomen namelijk; de beademingsmachine en slikken.
Het tweede project van Marieke Peeters en Malou Peters betreft dezelfde vraag naar de klinische blik van IC verpleegkundigen voor circulatoir bedreigde patienten. Uit het onderzoek kan geconcludeerd worden dat de klinische blik niet los gezien kan worden van de verpleegkundige observaties. Wanneer een IC- verpleegkundige de kamer van een patiënt binnenloopt, probeert zij zich binnen enkele minuten een beeld te vormen van wat er speelt. Dit doet zij door te kijken naar en te voelen aan de patiënt. Aan de hand hiervan kan de IC- verpleegkundige een inschatting maken van de toestand van de patiënt. De IC- verpleegkundige vergelijkt dat wat zij waarneemt bij de patiënt, met de parameters en dat wat er op de monitor te zien is. Bij het observeren van een circulatoir bedreigde patiënt worden drie onderdelen gerekend: de klinische blik, de circulatoire parameters en labuitslagen. De klinische blik wordt ontwikkeld aan de hand van goede opleiding(en), ervaring en bijscholing. Uit de observaties blijkt dat alle genoemde circulatoire parameters, die in het eerste deel van het Intensive Care boek beschreven staan, gebruikt worden door de geobserveerde IC- verpleegkundigen. Gedurende de onderzoeksperiode werden er naast deze circulatoire parameters, geen andere parameters gebruikt. Slechts de helft van de IC- verpleegkundigen vermeld de klinische blik in de voortgangsrapportage.
Weet jij nog welke literatuur je hebt gebruik om het begrip klinische blik te omschrijven? ben bezig met een scriptie voor mijn eh opleiding en zoek info over het fenomeen “belang ontwikkeling klinische blik in acute zorg”, groet erna
An dhr./mevr,
Interessant om te zien dat er overeenkomsten zijn tussen de IC-zorg en de chronische zorg als het gaat om het vermelden van de ,,klinische blik” in de voortgangsrapportages. Parameters worden sneller vermeld.
M.vr. Groet,
J.Sacher