Fixeren op de Intensive Care

FOTOM armspalk 02Mijn oog valt op ‘Tweede grootschalig onderzoek naar vrijheidsbeperking’ in de TVZ (nr. 3, 2010). Zal het dan toch eindelijk…? Nee, ook dit onderzoek richt zich op toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen (VBM) in de ouderen- en de gehandicaptenzorg. De Intensive Care blijft weer buiten schot.

Misschien begrijpelijk omdat de calamiteiten, die aanleiding waren voor de circulaire van de Inspectie voor Volksgezondheid in september 2008, vooral plaatsvonden in de geestelijke gezondheidszorg en de verpleeg- en verzorgingshuizen. Overigens vonden twee van de acht calamiteiten wél plaats in het algemeen ziekenhuis, maar niet op een Intensive Care. In de circulaire van de Inspectie wordt gesproken over ‘beroepsbeoefenaren die zich onvoldoende bewust zijn van de risico’s van vrijheidsbeperkende maatregelen’ en ‘artsen en verpleegkundigen die onvoldoende kennis hebben van alternatieven om fixatie te voorkomen’. De circulaire was aanleiding voor veel instellingen om het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen terug te dringen. Ook het algemeen ziekenhuis trok zich de kritiek aan. Met regelmaat lees ik over neurologie of geriatrie afdelingen die trots zeggen dat zij geen patiënten meer fixeren. Maar het lijkt wel of de hele discussie aan de Intensive Care voorbij is gegaan.

Omdat er zoveel toezicht is op een Intensive Care, zullen er misschien niet snel calamiteiten plaats vinden door fixatie met ernstige gevolgen voor de patiënt. Ook de Zweedse band wordt er nauwelijks gebruikt. Aan de andere kant hoort de Intensive Care tot de afdelingen in het algemeen ziekenhuis waar de meeste patiënten gefixeerd worden terwijl de ideeën over het beperken van de vrijheid van de patiënt de laatste jaren wel zijn veranderd.

Er is geen onderzoek naar de praktijk van vrijheidsbeperkende interventies op Intensive Cares in Nederland. In een review van Hine wordt 29% tot 39% van de patiënten gefixeerd. In een onderzoek van Leith (1998) 89%. De meest voorkomende reden voor verpleegkundigen om patiënten vast te leggen is het voorkomen van het verwijderen van medische hulpmiddelen. Verpleegkundigen voelen zich heel verantwoordelijk voor het doorgaan van de medische behandeling omdat het verwijderen van tubes levensbedreigend kan zijn voor de patiënt (Hine, 2007). Maar in verschillende onderzoeken weet 11% tot 67% van de patiënten zichzelf te detuberen ondanks dat zij gefixeerd zijn (Birkett, 2005, Hofso, 2007, Hofso&Coyer, 200&). Het is dus helemaal geen succesvolle interventie!

Waarom leeft het terugdringen van VBM dan nauwelijks op een Intensive Care? Elk protocol over vrijheidsbeperking voorziet waarschijnlijk in een noodsituatie waarbij sprake is van ernstig nadeel voor de patiënt en de verpleegkundige direct mag handelen om de patiënt te beschermen. Toestemming vragen aan de familie, het noteren in het patiëntendossier, overleg met een arts; het lijkt opeens allemaal niet meer nodig. Als ik rondkijk op mijn eigen Intensive Care wordt dat bevestigd. Vrijwel nooit wordt er toestemming gevraagd aan de familie. Het wordt wel vriendelijk uitgelegd aan de familie: ‘u wilt toch niet dat uw man de beademingsbuis eruit trekt?’. In het Patiënten Data Management Systeem is geen plek om het toepassen van VBM vast te leggen en ondanks fixeren wisten 7 patiënten (25%) toch een lijn te verwijderen (in een periode van drie maanden). Wie accepteert een complicatie met een incidentie van 25%? Hoewel het misschien moeilijk is om alternatieven te vinden denk ik toch dat het beter en anders kan op de Intensive Care.

Reacties

  1. 19 april 2010 door Tim van Nesselrooij

    Beste Esme,
    Ik verbaas mij ook over de matige belangstelling van onze vakgenoten over de toepassing van dwang in het ziekenhuis. Ben er inmiddels al een flinke tijd mee bezig en soms lukt het om ingang te vinden. Jouw oproep vind ik erg waardevol, overigens hebben je Engelse collega’s wel een mooi statement gemaakt! Zou niet misstaan in een wat beperkte Nederlandse discussie. Link: http://www.ban-de-fix.nl//index.php?option=com_weblinks&catid=21&Itemid=23
    Hart. groet, Tim