Van Apeldoorn naar de wereld: Meiden geven vorm aan de publieke ruimte

Op een koude, winderige decemberdag zijn we in Rotterdam. Samen met Sabine Miedema van Kind & Samenleving (Vlaanderen) organiseren we de excursie ‘Girls’ Walk’. We doen dit in het kader van het Child in the City Seminar 2024, een internationaal congres over kindvriendelijke steden. De focus van onze excursie is ‘meisjes in de buitenruimte’. Sabine vertelt ons al wandelend over haar werk rond dit thema. Nu staan we in het Afrikaanderpark, en is het de beurt aan Linda Hooijer van de gemeente Apeldoorn en mij om de deelnemers mee te nemen op ontdekkingstocht. Samen testen we de eerste versie van onze kijkkaart ‘Plek voor meiden’. Deze kaart helpt professionals om beter te begrijpen hoe we publieke buitenruimtes, zoals parken en pleinen, beter kunnen afstemmen op de behoeften van meisjes. 

 

Het project ‘Plek voor meiden’ 

De kijkkaart komt voort uit ons project ‘Plek voor meiden’, een waarin we samen met de gemeente Apeldoorn en tienermeiden kijken naar wat zij belangrijk vinden in de buitenruimte. Buitenruimte is belangrijk voor gezond en veilig opgroeien. Maar onderzoek laat zien dat deze plekken vaak niet voldoen aan de behoeften van tienermeiden. Meisjes voelen zich er soms minder veilig of welkom. Daardoor gaan ze minder naar buiten dan jongens. Dat kan bijdragen aan lichamelijke en mentale problemen en minder sociaal contact. Door beter in te spelen op hun specifieke behoeften, wil de gemeente Apeldoorn bijdragen aan een gezondere en socialere omgeving voor tienermeiden. 

 

Ervaringen van de meiden 

In het voorjaar van 2024 begonnen we ons avontuur met zeventig Apeldoornse tienermeiden. We vroegen hen hoe zij de buitenruimte ervaren. Voor de zomervakantie richtten we een meidenonderzoeksgroep op, bestaande uit elf meiden van 13 tot 22 jaar, die als co-onderzoekers met ons meedenken in het project. We leerden elkaar eerst goed kennen en gingen daarna op pad. De meiden legden met een camera vast welke plekken in het Apeldoornse Matenpark ze wel of niet prettig vonden. We spraken met hen over hun ervaringen en ontdekten samen zeven belangrijke thema’s, zoals ‘Veiligheid’, ‘Variatie’ en ‘Comfort’. Elk thema werd verder uitgewerkt in vijf zichtbare kenmerken, zoals ‘Is er op deze plek bescherming tegen het weer’ bij het thema ‘Comfort’. Deze thema’s en kenmerken vormen de basis voor de kijkkaart. 

Internationale impact 

Terug naar Rotterdam: In het Afrikaanderpark verspreiden 25 enthousiaste deelnemers zich door het park, kijkkaart in de hand. Ze komen uit verschillende landen, waaronder de Verenigde Staten, Polen en Zweden. Zo wordt de stem van de Apeldoornse meiden niet alleen lokaal, maar ook wereldwijd gehoord. De deelnemers kijken naar het park door de ogen van een tienermeisje en gebruiken de kijkkaart om verschillende thema’s te beoordelen. Ze denken na over wat hen opvalt, welke thema’s meer aandacht nodig hebben en hoe ze met elkaar samenhangen. Zo kan een plek wel veel verschillende zitmogelijkheden bieden (thema ‘Variatie’), maar als er geen verlichting is (thema ‘Veiligheid’) of de plek moeilijk bereikbaar is (thema ‘Comfort’), verliest het zijn aantrekkingskracht voor meiden. Soms kunnen thema’s zelfs botsen: meiden geven aan graag natuur dichtbij te willen (thema ‘Uiterlijk’), maar dichte bosjes kunnen het zicht belemmeren en daarmee het gevoel van veiligheid ondermijnen (thema ‘Veiligheid’). Een fijne buitenruimte is dus niet zomaar een kwestie van vinkjes afvinken, maar van het creëren van een totaalbeeld waarin alle elementen goed op elkaar aansluiten en elkaar versterken. Blijvende samenwerking met meiden is essentieel, zodat de buitenruimte steeds beter aansluit bij hun behoeften. 

Wat gaat er nu gebeuren? 

De inzichten die we in Rotterdam verzamelden, helpen ons om het tweede jaar van ons project goed te starten. We begrijpen nu veel beter wat meiden belangrijk vinden en hoe we professionals hierover kunnen informeren. In 2025 willen we ervoor zorgen dat de stem van meiden blijvend gehoord wordt. Daarom richten we ons op de samenwerking tussen professionals en meiden. Wat hebben professionals nodig om in verbinding te blijven met de meiden? Wat levert deze samenwerking op voor de buitenruimte en betrokkenen? Het participatiemodel van Lundy (zie http://hubnanog.ie) inspireert ons hierbij. Ook gaan we verder met de ontwikkeling van onze kijkkaart en zullen vanuit Leeratelier Jongeren, Inclusie en Participatie (JIP) een reeks bijeenkomsten organiseren over meisjes in de publieke ruimte.  

 

Zelf aan de slag! 

Ben je nieuwsgierig naar hoe je mee kunt denken over de publieke ruimte van de toekomst? Stuur me gerust een berichtje, ik vertel je graag meer! 

 

Hilde Wierda-Boer 

Senior onderzoeker 

Lectoraat Werkzame Factoren in de Jeugd- en Opvoedhulp | Leeratelier Jongeren, Inclusie & Participatie 

Hilde.wierda@han.nl