Onderzoek betekenis Wmo en actief burgerschap
De Wmo moet aansluiten bij maatschappelijke ontwikkelingen en bestuurlijke ambities. Dat is niet eenvoudig in een tijd waarin op het terrein van welzijn en integratie sprake is van grote inhoudelijke en bestuurlijke turbulentie. Wat moeten de doelen en resultaten van de Wmo zijn? En wat is dat nou eigenlijk precies: ‘actief burgerschap’? Een meerjarig onderzoeksprogramma van de UvA moet dat inzichtelijk maken.
Op grond van gesprekken met vertegenwoordigers van gemeenten over mogelijke onderzoeksvragen met betrekking tot de Wmo, bestuderen de onderzoekers een aantal kwesties die aan het hart raken van de centrale doelstelling van de Wmo: het bevorderen van burgerparticipatie. De eerste reeks kwesties heeft te maken met de vraag wie door de Wmo worden bereikt en wie er gaan vallen onder het, voor de Wmo zo kenmerkende, ‘compensatiebeginsel’. Met andere woorden: wie nemen er deel (deelnemers)? De tweede reeks kwesties heeft betrekking op de doelen die met de Wmo worden nagestreefd (emanciperen, incorporeren, integreren, ‘tweezijdig participeren’, meepraten). De laatste kwesties hebben betrekking op een aantal dilemma’s waarmee alle bij de Wmo betrokkenen worstelen. Hoe kunnen vrijwilligers en mantelzorgers worden gemotiveerd? Welke rol speelt ‘verplichten’ in het nieuwe beleid? En welke vormen van aansturing zijn op lokaal niveau adequaat?
Aangezien deze thema’s nauw samenhangen en het hier nog grotendeels om ‘onbekend terrein’ gaat, is gekozen voor een onorthodoxe aanpak. Deze kwesties worden namelijk niet één voor één, los van elkaar, behandeld, maar door middel van twee meerjarige onderzoeksprojecten; één vanuit het perspectief van burgers, het ander vanuit het perspectief van het bestuur en de professionals. Het onderzoek is gestart op 1 april 2009 en eindigt eind 2012. Het NWO-NICIS Institute financiert het project, dat in totaal € 1,2 miljoen kost. Daarnaast financieren tien steden en de ASSR een deel van het onderzoek.
Bron: FMG Communicatie