Korting Wmo-budget biedt ook kansen

In een deze week door de VNG gepresenteerde Wmo-modelverordening maken verstrekkingen en standaardindicaties plaats voor maatwerk. Uitgangspunt daarbij is de vraag wat burgers zelf nog kunnen doen of betalen. Door middel van keukentafelgesprekken zal de gemeente proberen de zorg meer op de cliënt toe te snijden.

In de praktijk kan dat betekenen dat meer vermogende cliënten op eigen rekening hulp moeten inkopen. Cliënten die nooit hulp hebben gehad en er alleen voor staan, kunnen op hun beurt aanspraak maken op meer uren.

Hoewel er voor in totaal tweehonderd miljoen euro moet worden gekort op het Wmo-budget, ziet de VNG ook voordelen van de nieuwe verordening. Men verwacht dat Wmo-gelden veel meer kunnen worden uitgegeven daar waar ze nodig zijn. Daarnaast is er minder administratieve rompslomp, bijvoorbeeld omdat mensen met een groot netwerk minder aanspraak maken op dergelijke gelden.

Aandachtspunten bij deze ‘kanteling’ zijn er ook. Zo moet de rol van de mantelzorger duidelijker worden gedefinieerd, nu gemeenten hun een grotere rol toekennen. Bovendien is het van belang dat gemeenteraden een controlerende taak op zich nemen als er wat misgaat.

Hoewel de VNG verwacht dat veel gemeenten er de voordelen van inzien, zijn gemeenten niet verplicht zich aan de modelverordening te houden.