Het Effectenplein bij samenlevingsopbouw
Het Effectenplein is een instrument voor het evalueren van aanpakken rondom samenlevingsopbouw en inwonersinitiatieven. De wederopstanding van samenlevingsopbouw met daarin aandacht voor gemeenschappen, bewonersinitiatieven en benaderingen als Asset Based Community Development en community organizing leidt tot evaluatievragen. De meerwaarde van dergelijke aanpakken in kaart brengen, blijkt geen eenvoudige opgave.
Het Effectenplein in het kort
- Zet het verhaal van de bewoners centraal
- Creëert met een diverse groep betrokkenen inzicht inde meerwaarde
- Zorgt voor een eerlijk en kritisch gesprek over effecten
- Laat zien welke betekenis bewoners, community builders of opbouwwerkers hebben binnen een vraagstuk.
Het Effectenplein is een gesprek rondom een groot werkblad. Dit gesprek duurt ongeveer 2,5 uur en er nemen 5 tot 8 betrokkenen. Het gesprek wordt geleid door twee getrainde gespreksleiders: een facilitator en een ‘effectmeester’. De facilitator begeleidt het gesprek en de effectmeester bepaalt samen met de aanwezigen de effecten. Samen wordt een werkblad gevuld. Dit werkblad bestaat uit een tijdlijn. Aan de hand daarvan wordt het initiatief, de aanpak of de ontwikkeling chronologisch beschreven. Gedurende het gesprek bouwen we het verhaal van de wijk op, het verhaal van de betrokkenen en bepalen we samen de (ervaren) effecten. Aan het eind van het gesprek is er ook ruimte voor verwachte effecten: waar bewegen we naartoe, wat is nog te verwachten? Dat is belangrijk, omdat een aanpak er vaak één van de lange adem is.
Onderzoek naar samenlevingsopbouw is ingewikkeld
Grip krijgen op collectieve aanpakken blijkt ingewikkeld en klassieke onderzoeksinstrumenten schieten vaak tekort:
- Afbakening | Een gezin of cliënt is makkelijk af te bakenen. Maar om een buurt of collectief teken niet je zo makkelijk een grens. Betrokkenen kunnen dat verschillend ervaren. Of het verandert in de tijd. Het instrument moet daar open voor staan.
- Complex | Tal van factoren zijn van invloed; binnen de groep van bewoners, maar ook door omstandigheden van buiten. En doordat al die factoren door elkaar spelen, wordt het al snel complex. Het instrument moet dat kunnen vangen én behapbaar houden.
- Attributie | Het is moeilijk aan te wijzen welk deel van een effect toe te wijzen is aan bijvoorbeeld een community builder, of aan een van de vele andere factoren die meespelen. Het instrument moet dus het recht doen aan het geheel van bijdragen, van iedereen.
- Organisch | Een aanpak bouwt zich niet rechtlijnig op. Er zijn opeens doorbraken. Of juist een terugval. Er ontstaat een zij-initiatief. Met een vooraf bedacht kader valt dit soort ‘winst en verlies’ al snel buiten beeld. Het instrument moet dus een open blik hebben.
- Preventie | De effecten zijn vaak preventief: betrokkenen willen eigenlijk vooral in kaart brengen wat er níet gebeurt. Het instrument moet daar een plek aan bieden.
- Bescheidenheid | Veel van deze professionals zijn best bescheiden: het eigenaarschap wil je niet wegnemen van inwoners en daarom houd je je rol zo klein mogelijk. Terwijl je bij evaluatie die rol vaak juist wél wil belichten. Het instrument moet dus uitnodigend zijn.
Ontwikkeld vanuit de praktijk
Het Effectenplein is samen met praktijkprofessionals en een aantal partners ontwikkeld vanuit de Werkplaats Sociaal Domein Arnhem en Nijmegen vanuit de behoefte om vanuit de ervaring van betrokkenen inzicht te creëren in de meerwaarde van collectieve werkwijzen. Het Effectenplein is ontwikkeld door: