De effectencalculator in de klas
Door: Carinda Jansen en Esther Brunsveld
MWD-Student Emma zweet zich een weg door een rollenspel binnen het vak Casemanagement. Het vraagt ook nogal wat om in de mannelijke, twintigjarige tegenspeler een moeder van vier kinderen te zien. ‘Moeder Monique’ en de professionals aan tafel maken het de casemanager niet makkelijk; ze wijken af van het verhaal, zijn hun rol kwijt, hun pen of de hele casus.
Effectencalculator in de klas bij het vak Casemanagement
De studenten hebben al zeven weken geoefend in het leidinggeven en samenwerken met een groep professionals en het netwerk van een cliënt. Ze hebben grote stappen gezet, maar het blijft moeilijk om naar het hele plaatje te kijken. Wij denken dat juist daarom de effectencalculator zo goed past binnen het vak casemanagement. Vanuit het lectoraat Versterken van sociale kwaliteit bieden we in de lessenreeks een extra informatieblok aan.
Docent casemanagement Esther Brunsveld beëindigt het rollenspel. Iedereen weer op zijn plek in de eigen rol: de MWD-student. Laptops open, mobieltjes binnen handbereik, blik op de klok. Calculerend. Wat gaat zij zeggen en wat heb ik daaraan?
Docent-onderzoeker Carinda Jansen geeft uitleg over de lectoraten en het onderzoek waarmee de HAN verbeteringen voor de beroepspraktijk probeert te bewerkstelligen. Hoe mooi het is als je kunt samenwerken; sociale professionals, studenten, onderzoekers en gebruikers van zorg. De handen gaan nog niet op elkaar.
Via lectoraat en onderzoek komen we uit bij de effectencalculator. Een instrument waarmee in dialoog geëvalueerd kan worden, ontwikkeld binnen de Werkplaats Sociaal Domein. In gezamenlijkheid, docent en onderzoeker, verbinden we het instrument aan de toekomstige praktijk van deze jonge mensen en aan ‘moeder Monique’.
Bruikbaarheid in de sociale beroepspraktijk
Het monitoren bij casemanagement is –volgens de instructie in de les- gericht op het gezamenlijk bespreken van de doelen van de cliënt; ‘hoe staat het ervoor, wie doet wat?’. Wat voegt de effectencalculator toe? Alhoewel het instrument hier oorspronkelijk niet voor is bedoeld, zijn elementen goed bruikbaar in de dagelijkse praktijk:
- Reconstrueren van ondersteuningsactiviteiten aan de hand van een tijdlijn;
- Aandacht voor het verhaal bij die activiteiten en dat onderscheiden van de feiten;
- Verhaal vanuit meervoudig perspectief;
- Zicht op de maatschappelijke kosten van de ondersteuningsactiviteiten.
De kracht zit ‘m in het samenstellen van een verhaal. En dat kunnen maatschappelijk werkers goed. Maatschappelijk werkers stellen de juiste vragen, kunnen met de cliënt op zoek naar feiten en belevingen en dat onderscheiden. De klas wordt wakker.
Moeder Monique en de effectencalculator
Wil je zicht krijgen op het verhaal van ‘moeder Monique’ en begrijpen waarom ze helemaal geen trek meer heeft in hulpverlening, dan kan het reconstrueren van het verhaal van grote waarde zijn.
De klas gaat actief aan de gang met het grote werkblad, de memobriefjes en de maatschappelijke kosten-lijst. Het is allemaal zo simpel nog niet. Wie bood bijvoorbeeld welke ondersteuningsactiviteit op welk moment en hoe heeft Monique dat ervaren? En wat is het perspectief van andere betrokkenen? En tot slot: wat kost dat allemaal? Het leidt tot serieuze inzichten bij de studenten: “What the F%#@* mevrouw, hoeveel kost dat wel niet?! En wie betaalt dat eigenlijk?”. De effectencalculator biedt nog veel meer, maar dat bewaar ik voor later. Voor nu is de missie geslaagd; onderzoek en onderwijs zijn weer wat dichter bij elkaar.