Open Pedagogy: van Theorie naar Praktijk 1
Door de SIG Open Education: Marijn Post (HAN) en Ria Jacobi (InHolland)
De laatste jaren is er veel geschreven over Open Pedagogy. Er is hierbij vooral aandacht voor het concept Open Pedagogy bezien vanuit de definitie en de karakteristieken hierbij (bijv. Paskevicius, 2019, Wiley & Hilton, 2018, Tietjen, 2021, Sinkinson, 2018 en Hegarty, 2015), en de positieve invloed van het inzetten van Open Pedagogy op studentbetrokkenheid en motivatie van studenten (Paskevicius, 2019, Baran, 2020, Werth & Williams 2021a en 2021b). Ook de SIG Open Education heeft meerdere stukken geschreven rondom Open Pedagogy. Zo is er een Thema-uitgave geschreven waarin we hebben geprobeerd te beschrijven wat Open Pedagogy nu precies is en hebben we een framework ontwikkelt waarin we de karakteristieken van Open Pedagogy hebben gekoppeld aan studentbetrokkenheid.
Wat we echter ook als SIG zien, is dat ondanks dat er erg veel geschreven wordt rondom Open Pedagogy en de positieve effecten ervan op studentbetrokkenheid en motivatie, Open Pedagogy als zodanig in de praktijk nog niet veel wordt toegepast (alhoewel onder andere noemers de SIG vermoedt er meer Open Pedagogy is dan wij weten). Eric Werth en Katherine Williams (2022) constateerden hetzelfde en hebben in een literatuur review geprobeerd te onderzoeken waar precies de kloof ontstaat tussen de theorie over Open Pedagogy en de praktijk. In deze blog gaan we in op de resultaten van dit review en het bijbehorende ontwikkelde visuele hulpmiddel die docenten kan ondersteunen bij het starten met Open Pedagogy.
Van de theorie naar de praktijk
Vanuit de literatuur hebben Werth en Williams vijf belangrijke elementen gehaald waar Open Pedagogy kan aansluiten bij de praktijk van de docent (open educator, Nascimbeni & Burgos, 2016), het ontwerp, de leermaterialen, het toetsen en het onderwijs zelf. Ze spreken daarbij van (zie ook figuur 1):
- Open Design: de creatie en ontwikkeling van potentieel betekenisvolle leerervaringen door open en transparante samenwerking tussen onderwijsontwikkelaars en collega’s die open leermiddelen gebruiken, open leermethoden en open technologieën.
- Open Content: met name Open Digitale Leermaterialen (Open Educational Resources), maar bijv ook Open Data en Open Access artikelen.
- Open Assessment: het inzetten van bijv. peer-review, peer-to-peer assessment of portfolio als beoordeling gefaciliteerd door open tools. Maar ook de inzet van (open) badges of microcredentialing en het inzetten van (open) communities voor het beoordelen van het werk van studenten.
- Open Teaching: het inzetten van onderwijs activiteiten die “… open, transparant, samenwerkend en sociaal” zijn (Couros en Hildenbrandt, 2016) waarbij nadruk is op het vrij toegankelijk maken van kennis, ideeën en oplossingen. Daarbij gaat het om studenten die in communities bijdragen aan kennisontwikkeling in communicatie of leergemeenschappen. Nadruk ligt op peer of groepsleren.
- OER enabled pedagogy: het inzetten van onderwijs- en leerpraktijken die alleen mogelijk of praktisch uit te voeren zijn met OER en de 5R karakteristieken die kenmerken zijn van OER (Wiley, 2018). Een belangrijk element van OER-enabled pedagogy is het creëren van: een non-disposable of renewable assigment (NDA of RNA). NDA’s zijn opdrachten die zijn ontworpen om waarde bieden aan anderen, beschikbaar zijn voor een groter publiek dan traditionele opdrachten, en openlijk gelicentieerd kan worden door de maker (studenten).
Figuur 1. uit: Werth and Williams, Smart Learning Environments (2022) 9:10, https://doi.org/10.1186/s40561-022-00191-0 gepubliceerd onder een CC-BY 4.0 licentie.
In het figuur is Open Teaching niet uitgewerkt omdat dat eigenlijk een overkoepelende term is voor ontwerpen, selecteren van de onderwijsmaterialen en het ontwerpen van toetsing, bovendien is OER enabled pedagogy al een geland begrip en als concept echt anders dan ontwerp, materialen en assessment.
Waarden Open Pedagogy
Na het visualiseren van de concepten in Open Pedagogy die aansluiten bij het onderwijs, hebben de onderzoekers Werth en Williams vanuit de literatuur de waarden gedestileerd die worden toegeschreven aan Open Pedagogy en waardoor men ook buiten het “open wereldje” Open Pedagogy zou willen inzetten. De waarde die genoemd worden zijn:
- Delen: Het vrij delen van informatie, materialen en kennis. Individuen staan anderen toe om te gebruiken wat ze creëren om hun eigen persoonlijke en/of professionele ontwikkeling te bevorderen ontwikkeling. Dit kan door middel van samenwerking, het publiceren van open artikelen, of licentiëring van creatieve werken op een manier die de 5R’s van open leermiddelen toestaat.
- Transparantie: Transparantie is evident nodig bij het verwoorden van het doel van de onderwijsactiviteiten en de assessments en de verwachtingen daarbij. Transparantie wordt ook geboden in de waarden die inherent zijn aan het onderwijs, zoals hoe kennis is opgebouwd en hoe iemands eigen vooroordelen, overtuigingen en waarden het onderwijs/leerdynamiek beïnvloeden.
- Gezamenlijk creëren van kennis: Kennis wordt niet gezien als volledig, onveranderlijk, of bepaald door degenen die traditioneel in gezagsposities zitten (bijv. geleerden, professoren, docenten). Docenten en studenten erkennen de waarde van en deelnemen aan inspanningen om samen kennis te ontwikkelen.
- Afbreken van traditionele macht structuren: Er worden inspanningen geleverd om de machtsstructuren in de onderwijsomgeving te evalueren een door te ontwikkelen, zoals de traditionele leraar-student relatie. Stem wordt gegeven aan ondervertegenwoordigden.
groepen en degenen met autoriteit zetten zichzelf in een minder autoritaire rol.
- Gepersonaliseerd leren: studenten mogen zelf bepalen wat wordt geleerd, hoe het wordt geleerd, hoe meesterschap wordt gedemonstreerd, en wanneer het leren plaatsvindt. Ze nemen hierin zelf eigenaarschap. De personalisatie vindt plaats in blended onderwijsomgevingen.
- In zijn kracht zetten van de student: Studenten zijn betrokken bij alle aspecten van het leren. Studenten nemen bijvoorbeeld deel aan kenniscreatie, het uitvoeren van onderwijs, en de beoordeling van zichzelf en anderen.
Waarden vs elementen open pedagogy
Werth en Williams hebben vervolgens twaalf experts gevraagd hoeveel van de bovengenoemde waarden terugkomen in de verschillende elementen van Open Pedagogy. Als een waarde door meer dan zes keer genoemd werd door een expert (>50% van de experts), dan werd deze toegeschreven aan het betreffende element (zie figuur 2; ook wel Value-First Framework (VFF) genoemd).
Figuur 2 uit: Werth and Williams, Smart Learning Environments (2022) 9:10, https://doi.org/10.1186/s40561-022-00191-0 gepubliceerd onder een CC-BY 4.0 licentie.
Ze vonden dat OER enabled pedagogy de meeste waarde met zich meebrengt, en Open Design de minste. Waarin alle elementen waarde toevoegen met betrekking tot het afbreken van oude machtsstructuren en Open Assessment en OER enabled pedagogy de meeste waarde toevoegen met betrekking tot de meer onderwijskundige waarde zoals het in de kracht zetten van de student en gepersonaliseerd leren.
Meerwaarde Value First Framework Open Pedagogy
Zoals eerder gezegd is al meermaals bewezen dat de inzet van de verschillende karakteristieken van Open Pedagogy bijdraagt aan studentbetrokkenheid en de motivatie van studenten (bijv. Paskevicius, 2019, Wiley & Hilton, 2018, Tietjen, 2021, Sinkinson, 2018, Hegarty, 2015, Paskevicius, 2019, Baran, 2020, Werth & Williams 2021a en 2021b). Echter, Open Pedagogy lijkt als zodanig in de praktijk nog niet vaak te worden toegepast (alhoewel er misschien meer gebeurt dan wij weten). Het Value First Framework (VFF) kan op twee manieren bijdragen aan:
- Allereerst biedt het VFF docenten die geïnteresseerd zijn meer open in hun onderwijs(benadering) te brengen een effectieve ingang om aan de slag te gaan. Zo kan je met het VFF op basis van de waarde(n) die je wil toevoegen aan je les kiezen welk element (of elementen) van Open Pedagogy je wil gaan toepassen in je onderwijs. Als bonus heeft het artikel een tabel (tabel 4, blz 18) toegevoegd waarin je per element kan kijken hoe je één en ander kan aanpakken, per element worden technieken en karakteristieken beschreven die je in de praktijk kan toepassen.
- Ten tweede biedt het VFF een methode om de weerstand te verminderen die vaak ontstaat bij verandering (bijv. vanwege kosten, behouden van het oude of behoud eigenaarschap). Het VFF zet in op het omarmen van het “waarom” van de verschillende elementen van Open Pedagogy. Doordat het VFF aansluit bij waarden die docenten vaak al omarmen (zie vorige punt), is de kans groter dat men inziet dat de voordelen van de verandering groter is als de nadelen. Het VFF werkt daarmee als een hulpmiddel om de eigen filosofie van docenten af te stemmen op de praktijk.
Het VFF vs het SIG Open Pedagogy Framework
Als SIG Open Education zijn we ook aan het worstelen met hoe we het framework zoals wij die geschetst hebben (zie blog) kunnen laten landen in de praktijk. Ons framework behelst vooral het WAT van Open Pedagogy, het VFF met de specifieke elementen van Open Pedagogy en de bijbehorende waarden zien wij als verfijning van ons Framework waar het vooral gaat over het HOE en het WAAROM (in de volgende blog “Open Pedagogy: van Theorie naar Praktijk 2” kan je hier meer over lezen). Bovenstaand VFF kan ons als SIG dus helpen om het hoe en waarom van Open Pedagogy bij de docenten beter onder de aandacht te brengen en een beter haakje te krijgen met de praktijk.
Meer weten over Open Pedagogy? Neem dan contact op met de SIG Open Education.