In de zomer van 2020 vinden de Olympische en Paralympische Spelen in Tokyo plaats. De temperatuur ligt dan boven de 30°C en de luchtvochtigheid is hoog. Deze omstandigheden zorgen voor verminderde sportprestaties en potentiële gezondheidsproblemen. Daarom doet HAN Sport en Bewegen mee aan een nieuw, door ZonMw gesubsidieerd project, genaamd “Thermo Tokyo: Beat the Heat”.

Het project is onderdeel van het ZonMw Onderzoeksprogramma Sport en Bewegen 2017. Doel hiervan is om multidisciplinair onderzoek op het terrein van sport en bewegen te versterken en het gebruik van de opbrengsten hiervan, kennis en data, te stimuleren. De projecten passen binnen de thema’s van de Kennisagenda Sport en Bewegen en richten zich op beter presteren, een leven lang bewegen en de waarde(n) van sport. Van de 19 ingediende aanvragen zijn er 4 gehonoreerd.

Met “Thermo Tokyo: Beat the Heat” willen onderzoekers prestatieverlies minimaliseren en zorgen dat topsporters op een veilige manier maximaal kunnen presteren in een warm en vochtig Tokyo. Om dit te bereiken wordt een persoonlijk hitte-profiel van iedere sporter opgesteld. Hierdoor is het mogelijk gepersonaliseerde koelstrategieën en warmteacclimatisatie toe te passen. De uitkomsten van dit onderzoek zijn niet alleen van belang voor topsporters, maar bijvoorbeeld ook voor militairen. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een consortium met onderzoekers van het Radboudumc, HAN Sport en Bewegen, Vrije Universiteit, Technische Universiteit Delft en NOC*NSF. Ook zijn verschillende sportbonden en sportinnovatiecentra betrokken bij het onderzoek.

Jan-Willem van Dijk, onderzoeker bij het Lectoraat Voeding en Sport en verbonden aan HAN SENECA Sports & Exercise Nutrition, reageert enthousiast: ‘Met het onderzoeksteam gaan we meten hoe Olympische atleten reageren op intensieve inspanning in de hitte en welke lichamelijke kenmerken bijdragen aan de regulatie van de lichaamstemperatuur tijdens deze inspanning. Hiervoor wordt onder andere een nieuw type temperatuurpil gebruikt die real-time inzicht geeft in de kerntemperatuur van de atleet.’