Sprintsessies: Samen werken aan de toekomst van onderwijs

Bij HAN Sport en Bewegen werken docenten aan de toekomst van het onderwijs. Tijdens een energieke tweedaagse sprintsessie doken docenten en studenten onlangs samen in drie belangrijke thema’s: datageletterdheid, wereldburgerschap en curriculumflexibiliteit. Met enthousiasme en een frisse blik werken zij aan vernieuwingen die het onderwijs nóg beter en leuker moeten maken voor studenten. 

Aftrap en gezamenlijke visie
De eerste dag werd gezamenlijk gestart met een introductie van de drie hoofdthema’s. De aanwezigen bespraken de planning en de gezamenlijke visie: ‘Samen werken we aan de toekomst.’ Hierbij keek het ontwikkelteam Leeromgeving bijvoorbeeld naar de rol van de leeromgeving in het ondersteunen van kernteams.Wij zijn gaan kijken naar wat we willen dat de leeromgeving doet om de kernteams te ondersteunen. We willen vooral onderzoeken waar de behoefte ligt en welke tools jullie willen gebruiken. We verzamelen deze informatie en kijken welke tools experts kunnen kiezen en bepalen welke wel of niet gebruikt mogen worden.”

Daarna gingen de deelnemers in ontwikkelteams uiteen om verder te werken aan hun specifieke curriculumvernieuwingen. Ontwikkelteams richten zich op thema’s zoals de leeromgeving, terwijl kernteams zich bezighouden met de curriculumvernieuwing van de bacheloropleidingen Sportkunde en ALO, de Associate degree (Ad) Sport en de Master Sport- en Beweeginnovatie.

Inspirerende lezing van Bas Agricola

Op de tweede dag werd de sessie afgetrapt met een lezing van Bas Agricola, hoofddocent toetsing en hybride onderwijs aan de HU Pabo en Master Educational Needs. Hij gaf een kritische blik op toetsing en curriculumontwerp en de impact hiervan op studenten. Hij benadrukte hoe hij bij de HAN veel kansen heeft gekregen en genomen om zich te ontwikkelen. Daarnaast besprak hij hoe feedback een structurele plek kan krijgen in opleidingen, zodat studenten er daadwerkelijk van kunnen leren.

Hij merkte op dat er een enorme focus ligt op toetsing en examinering, wat leidt tot dichtgetimmerde onderwijsprogramma’s en toetsgestuurd gedrag. Dit zorgt ervoor dat studenten vooral leren voor de toets: als het niet getoetst wordt, besteden ze er geen aandacht aan, maar als het wel getoetst wordt, letten ze wel op. Dit veroorzaakt een hoge toetsdruk en een scheiding tussen onderwijs en toetsing. 

Hij gaf verder aan dat er binnen curricula vaak veel onderwijskundige termen worden gebruikt, wat de focus te veel legt op kennen en kunnen. Veel opleidingen willen terug naar meer contacttijd met studenten. Daarnaast legde hij het verschil uit tussen conventionele beoordeling, waarbij cijfers worden gebaseerd op vooraf gekozen toetsvormen, en programmatisch toetsen, dat draait om informatie over studentenprestaties met een focus op leeruitkomsten. Hij benadrukte dat er elf specifieke ontwerpkeuzes zijn waar opleidingen over moeten nadenken, naast de algemene keuzes die voor alle opleidingen gelden. Na de lezing werkten de teams verder aan de inhoudelijke vernieuwingen binnen hun curriculum. 

Persoonlijke inzichten uit de ontwikkelteams 

Dianne van Zuijlen, docent Sportkunde en lid van het professionaliseringsteam, hoopt dat het nieuwe curriculum studenten niet alleen voorbereidt op het werkveld, maar hen ook intrinsiek motiveert tot persoonlijke ontwikkeling. Ze wil dat studenten enthousiast samenwerken aan leerzame vraagstukken en elkaar helpen tot nieuwe inzichten te komen. “Er moet minder nadruk liggen op ‘leren voor de toets’.” Ze pleit voor een vloeiendere overgang tussen de eerste en latere studiejaren, met meer samenwerking met het werkveld. Werken aan het nieuwe curriculum is voor haar extra waardevol, omdat ze zo zelf bijdraagt aan iets wat ze straks uitvoert en tegelijkertijd haar eigen expertise verder ontwikkelt. 

Jelle Kuster, eveneens docent Sportkunde en lid van het professionaliseringsteam, wil dat het nieuwe curriculum het onderwijs betekenisvoller en ontwikkelgerichter maakt, met nadruk op het leerproces in plaats van op resultaten. Volgens hem ligt de vernieuwing vooral in de manier van aanbieden, wat vraagt om een andere aanpak van toetsing en begeleiding. “Er zijn collega’s die met veel enthousiasme en passie hun kennis en kunde inzetten om tot een mooi en goed curriculum te komen. Er hangt een goede sfeer en er wordt hard gewerkt. Wat ik leuk vind, is dat ik iedere sprintsessie wel iets van een collega heb geleerd.” 

Op weg naar een vernieuwd curriculum
De sprintsessies waren een stap richting een onderwijsomgeving waarin studenten gemotiveerd worden door hun eigen ontwikkeling, en niet enkel door toetsresultaten. Docenten en studenten werken samen aan een flexibeler en betekenisvoller curriculum, waarin leren voor de toets plaatsmaakt voor écht leren. De toekomst van onderwijs begint hier, bij de inzet en toewijding van deze docenten en studenten die samen werken aan de beste leerervaring voor studenten. 

Wil jij als student meedenken over curriculumvernieuwing? Laat je stem horen en praat mee over hoe jouw opleiding eruit zou moeten zien! Meld je dan aan bij Maarten Vermeere en/of voor de opleidingscommissie van jouw opleiding.