Met dom lopen schiet je niks op!

Jeroen ReintjesJeroen Reintjes is student SGM en daarnaast fysiek trainer en gespecialiseerd in looptraining. In de atletiek traint hij wekelijks de kweekvijver op Papendal met daarin grootste looptalenten binnen Gelderland bij Stichting Loopland Gelderland. Een initiatief waar ex bondscoach en huidig lid van het HAN Centre of Expertise Sport- en Beweegtalent Honoré Hoedt recent mee is gestart. Momenteel geeft hij binnen de voetbalacademie van FC Twente looptraining waar hij ook zijn afstudeeronderzoek doet binnen het expertiseteam ‘Talent‘ van de HAN. Voor Gouden Kansen schreef hij de volgende blog.De looptrainer wordt dan wel steeds meer geaccepteerd in het voetbal en zeker in de top mits hij goed is en de voordelen inzichtelijk maakt, maar nog steeds zie ik dat “de jongens” lange sprints moeten trekken om het conditiepeil maar eens flink op te schroeven. Met deze sprints van wel 400 meter schiet je nauwelijks iets op! Dat klinkt cliché voor de oude generatie (loop)trainers in het voetbal, maar de moderne looptrainer werkt anders.

Geïnteresseerden vragen mij vaak naar mijn visie betreft loop-coördinatietraining voor voetballers. Er wordt al snel een link gelegd met het uithoudingsvermogen, maar in de top mag je er van uit gaan dat spelers een basisniveau hebben om 90 minuten te kunnen voetballen op een hoge intensiteit. Dat ik hier mijn visie deel is niet omdat ik de ouderwetse gedachte wil kraken, maar om deze trainers en andere geïnteresseerden een eyeopener te geven. Wanneer je een voetbalteam looptraining gaat geven is de omvang van de training ook geen garantie voor succes. De leeftijdscategorie en het niveau zijn pijlers waar je goed naar moet kijken voordat je start met dit soort trainingen. Ook zul je de motoriek van je spelers moeten respecteren, want veranderen is niet je taak.

Je bent er om spelers iets te leren en beweegpatronen aan te leren. Voordat je spelers gaat analyseren heb je al een analyse van de sport gemaakt en zo weet je wat er gevraagd wordt. In een voetbalwedstrijd bij volwassenen zijn de meeste sprints circa 15 meter (van Winckel, 2013). Ik ben dan ook overtuigd dat de vormen met enorme lange sprints, waarbij de vermoeidheid hard toeslaat het prestatieniveau niet verhogen. Om beter te presteren moeten de loopvormen vertaald worden naar het spel met daarbij coaching op efficiënt bewegen. Met dom lopen schiet je niks op!

Lees verder op GoudenKansen.eu.