Mijn naam is Rick (ALO-student, red.) en voor mijn afstudeeropdracht ben ik in Kaapstad, Zuid-Afrika. Hier doe ik onderzoek voor het Expertiseteam Talent Identification & Talent Development. Ik geef les op een middelbare school in Milnerton, net als dat ik mijn afstudeeropdracht op deze school uitvoer.

Door: Rick Memelinck

Mijn onderzoek gaat over het gebruik van zelfregulatie door de leerlingen die in het 1e en 2e rugby- en cricketteam spelen. Leerlingen moeten verplicht twee sporten per jaar volgen (één in de winter en één in de zomer). De seizoenen overlappen elkaar, waardoor het voorkomt dat de leerlingen gedurende enkele weken voor twee sporten tegelijk moeten trainen. Hierdoor ontstaat het gevaar dat sporters overtraind raken, of dat ze onvoldoende tijd besteden aan school. De rugbytrainers vinden het vervelend dat de leerlingen niet alleen op rugby gefocust zijn, en omgekeerd ook. Ik onderzoek of de leerlingen die hoger scoren op zelfregulatie, beter in staat zijn om beide sporten met elkaar te combineren.

Aan mijn stage is eigenlijk alles erg leuk, het lesgeven in het Engels is al een hele ervaring, wat ik elke (gym)docent in opleiding aanraad. Het allerleukste is toch wel het kijken naar de schoolcompetitie: leerlingen die doordeweeks keihard trainen om zaterdag wedstrijden te spelen tegen andere scholen in de regio.

Ik heb geleerd dat sporten in elke cultuur mogelijk is, zonder dat men afhankelijk is van materiaal. Ik beschik over een paar frisbees, voetballen en pylonen en daar moet ik elke les mee vullen. Je wordt gedwongen om creatief na te denken over de inhoud van je lessen, en dat is toch wel het belangrijkste dat ik geleerd heb. In Nederland heb je vaak alles voor elkaar, een gymzaal vol met materiaal, hier is dat echt heel anders.

Ik merk hier vooral dat elke leerling een talent heeft. Wat ik al zei is dat alle leerlingen verplicht mee moeten doen met twee sporten per jaar. De sporten variëren van rugby tot schaken, squash, zwemmen enz. Elke leerling krijgt de kans om een sport te beoefenen die hij/zij prettig vindt. In Nederland merk je nog wel eens dat je leerlingen (onbewust) minder aandacht geeft omdat ze geen interesse tonen in de gymles, om wat voor reden dan ook. Wat ik hier merk, is dat je ervoor moet zorgen dat je elke leerling kan prikkelen op zijn of haar interesses. Of het nou schaken of voetbal is, iedereen heeft een sport die hij leuk vindt.

Ik zie duizenden kansen in het beweegonderwijs in Zuid-Afrika, alleen is het erg afhankelijk van de Zuid-Afrikaanse beweegcultuur. Ik merk dat de motorische basisvaardigheden bij veel leerlingen gewoonweg ontbreken. Het gooien en vangen van een bal, springen of klimmen, veel leerlingen hebben daar onwijs veel moeite mee. Ik ben van mening dat het beweegonderwijs op de basisschool verbeterd moet worden om zo die basisvaardigheden goed te ontwikkelen, waardoor een leerling op de middelbare school een makkelijker een goede keuze kan maken voor de sport die hij wil beoefenen. Want als je nooit echt een tikspel met een bal gedaan heb toen je op de basisschool zat, ga je niet kiezen voor de sport netball.

Het leven in Zuid-Afrika is één groot avontuur, het weer is prima en de mensen zijn vriendelijk. Ik woon in een appartementencomplex met veel andere Nederlandse studenten van verschillende studies. Samen maken we er een gezellige boel van. Daarnaast zijn de weekendjes weg onvergetelijk, het land beschikt echt over alles wat je maar kan wensen. Het leven is hier goed en het is iets waar ik later met een goed gevoel op terug kan kijken. Een aanrader voor elke student die er over nadenkt naar het buitenland te gaan.