Afstuderen: jezelf verdiepen bij een expertisegebied

Bij de opleidingen van HAN Sport en Bewegen kan je jezelf verdiepen in vijf verschillende thema’s: Health & Performance, Lifestyle & Health Promotion, Sports & Exercese Nutrition, Talent Identification & Talent Development en Sports Economics & Strategic Sports Management. Robbert Bik, inmiddels afgestudeerd SGM-er, heeft binnen het laatstgenoemde expertisegebied zijn afstudeeronderzoek gedaan. Maar wat ga je dan precies doen? Hij legt het hieronder uit.

Ik ben Robbert Bik, afgestudeerd aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen in Sport & Management. Bij mijn afstuderen heb ik een onderzoek gedaan in de gemeente Ede. Dit onderzoek heb ik gedaan in opdracht van Sports Economics & Strategic Sports Management. Deze kenniscel is onderdeel van de het instituut Sport en Bewegen van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en heeft als doel de economische kennis op sportgebied te vergoten en te verspreiden. In dit onderzoek heb ik een verband gezocht tussen het subsidie -en tarievenbeleid en de sportparticipatie in één Nederlandse gemeente. Mijn onderzoeksvraag luidde: Op welke wijze moet een gemeente de tarieven en subsidies in haar sportbeleid inrichten om de sportparticipatie binnen de gemeente te bevorderen? Het doel van dit onderzoek was om succesfactoren en knelpunten van het subsidie –en tarievenbeleid te vinden.

Ik heb gekozen voor een kwalitatief onderzoek. Er zijn sportverenigingen ondervraagd met een verschillend aanbod: gehandicaptensport, korfbal, zwemsport en twee gymnastiekverenigingen. Daarnaast zijn er twee diepte-interviews bij de gemeente afgenomen. Belangrijk aspect bij dit onderzoek was dat de binnensportverenigingen en de zwemsport verenigingen de laatste jaren te maken hebben gehad met flinke tariefverhogingen (beide 10%).

De belangrijkste conclusie uit dit onderzoek is dat het niet zo zeer gaat om hoe je als gemeente je tarieven en subsidiebeleid inricht, maar meer om hoe je dit beleid communiceert naar buiten toe. De gemeente kondigt belangrijke wijzigingen ver van te voren aan. Hierdoor zijn verenigingen voorbereid. Daarnaast worden belangrijke wijzigingen onderbouwd en toegelicht met goede argumenten. Hierdoor blijkt in deze gemeente de weerstand bij verenigingen erg laag te zijn en de acceptatie van veranderingen erg hoog. Ook werkt de gemeente met een transparant beleid: kosten worden inzichtelijk gemaakt. Wat kost een sportzaal bijvoorbeeld voor de gemeente en welk percentage de verenigingen dan ‘slechts’ betalen. Communicatie en transparantie blijken de grootste succesfactoren.

Maar wat is nou de praktische relevantie van dit onderzoek? Dit onderzoek bewijst dat er een verband is tussen het tarieven- en subsidiebeleid van de gemeente en de sportparticipatie. Het is voor gemeenten belangrijk om te weten hoe zij dit beleid het best kunnen inrichten en communiceren om de sportparticipatie te bevorderen. Zeker in deze tijd waar het economisch minder gaat is het relevant om als gemeente zijn de te weten hoe zij de sportparticipatie kunnen bevorderen met beperkte middelen waarbij je weinig kosten maakt.

Toch staat er wel een zekere begrenzing op dit onderzoek. Het onderzoek is namelijk slechts uitgevoerd bij vijf verenigingen. Als je bekijkt dat de betreffende gemeente 172 sportaanbieders heeft is de populatie erg klein. Daarnaast is het onderzoek niet uitgevoerd bij buitensportverenigingen. Dit heeft er mee te maken dat de buitensportverenigingen nog geen tariefverhoging hebben meegemaakt zoals eerder beschreven in dit stuk. Ten slotte is het onderzoek slechts in één gemeente uitgevoerd en niet in andere gemeenten.

De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen zou verder vervolgonderzoek kunnen doen.. De begrenzing van dit onderzoek leert dat er nog veel te onderzoeken valt op dit gebied: bijvoorbeeld meer sportverenigingen ondervragen, de buitensportverenigingen meenemen en het onderzoek verplaatsen naar andere gemeenten. Want hoewel het onderzoek beperkt is heeft het wel aangetoond dat het zeer nuttig is om dit vraagstuk te onderzoeken. Dit onderzoek is slechts een begin en dient nog verder uitgewerkt te worden.