Meer dan voetbal – Migranten laten sporten
Dat er tussen nieuwkomers en mensen die al jaren of zelfs generaties lang in Nederland wonen een kloof gaapt, mag als bekend worden verondersteld. En dat sporten en bewegen kan helpen om het gat tussen migranten en Nederlanders te overbruggen, is ook geen geheim. Maar hoe dan precies? Willem Hock, student van de Master Sport- en Beweeginnovatie bedacht een plan waarin buddy’s van HAN Sport en Bewegen een belangrijke rol spelen.
Hock studeerde ooit aan de ALO en vond een baan als buurtsportcoach in Nijmegen. ‘Ik ben Buurtsportcoach Migranten voor de hele stad. Ik ben onder meer op plekken te vinden waar jonge nieuwkomers zin. Het Pontem college is daar een goed voorbeeld van. Daar zitten 150 jongeren van over de hele wereld. Vaak zijn dit nieuwkomers die nog niet zo lang in Nederland zijn. Het Latinse woord pontem, verwijst naar brug. Hiermee is de school een brug/schakel naar het regulier onderwijs en de Nederlandse samenleving. Deze brug is gebouwd op de pijlers kennis, houding en vaardigheden.’
Makelaar
De 31-jarige Hock kwam er gaandeweg achter dat nieuwkomers heel graag willen sporten of bewegen, maar dat dat dan vaak beperkt bleef tot een rondje hardlopen of een bezoek aan de sportschool. ‘Daarmee integreer je niet in onze maatschappij, meende hij en bedacht dat er een makelaar moest komen die alles weet van de sporten die in Nijmegen te vinden zin. ‘Ik kan me goed vorstellen dat een Syrische jongen weet dat we in Nederland voetballen, maar misschien vindt hi wel heel andere sporten leuk. Of heeft hij talent voor een andere sport dan de voor de hand liggende!’
Toekomst
Met dat laatste aspect als doel voor de toekomst, heeft Hock inmiddels een start gemaakt met zijn buddy-systeem. ‘Ik kan best één of misschien wel tien nieuwkomers helpen, maar op het Pontemcollege zitten er 150. Ik bedacht dat studenten van de HAN hier een rol zouden kunnen spelen. Hock werd geholpen door de gemeente Nijmegen, preciezer gezegd door Groen Gezond en in Beweging, een werkgroep van de gemeente. Glunderend vertelt hij: ‘Er zijn drie studenten van de HAN die inmiddels deze makelaarsfunctie vervullen. Zij gaan dus letterlijk met een nieuwkomer mee naar een club of sport. Dan kan diegene zien of dat bij hem of haar past. Het eerste succesje is binnen, een Syrische jongen voetbalt inmiddels bij SCE in Lindenholt.’
Bord leeg
Hock hoopt bovendien dat hij de jongeren, die tussen de twaalf en de zeventien jaar oud zijn, in de toekomst aan een test kan onderwerpen. ‘Ik ken het Sportkompas dat gebruikt wordt om kinderen een idee te geven welke sport bij hen past. Dat zou ook toegepast moeten worden bij de nieuwkomers.’ Hij realiseert zich terdege dat hij niet alleen door zijn voornaam een echte Nederlander is. ‘De cultuurverschillen zijn soms onverwacht en groter dan je je zou bedenken. Lachend: ‘Ik was uitgenodigd bij een Syrische groep om te komen eten. Ik at keurig mijn bord leeg, het was erg lekker ook nog. Meteen nadat ik mijn bord leeg had, werd het bij me vandaan getrokken en opnieuw gevuld. Opnieuw at ik het helemaal leeg. En opnieuw werd het gevuld. Doordat ik mijn bord leeg at, dachten deze mannen dat ik nog niet genoeg had… Haha, ik ging met buikpijn naar huis.
Hij verhaalt verder over de verbazing van bijvoorbeeld Eritrese jongeren over de gymles op school. ‘Dat kennen ze in veel andere landen niet. Ik kan me goed voorstellen dat je daaraan moet wennen. Veel kids hebben een hele andere invulling van vrije tijdsbesteding. Sommige geven als antwoord zelfs koken of het huis poetsen. Dat zijn ze gewend!’
In december is hij van de partij bij een congres ‘Culturele en religieuze diversiteit en sport en bewegen in Nijmegen’ in de SportQube. ‘Daar komen buurtsportcoaches, studenten van de RU, HAN en het ROC samen om te sparren over dit onderwerp. Natuurlijk wordt hier ook de doelgroep bij betrokken.’