‘Uitgangspunt is dat de kracht en de autonomie van de kinderen leidend is’
Sofie van de Ven rondde dit jaar haar Master Sport- en Beweeginnovatie af met een onderzoek naar het beweegniveau van kinderen in achterstandswijken. Haar verhaal gaat niet alleen over haar innovatie voor het bewegen in de buurt maar ook over haar gevecht met ‘de eetmodus’, het verdriet om haar vader en over het in de knop gebroken bestaan als veel scorende hockeyspits. Rode draad door al haar activiteiten: wilskracht.
De paden die Sofie van de Ven (25) bewandelde in haar hockeybestaan lijken op die in haar studie. Begonnen op het VMBO sloot ze onlangs haar Masterstudie Sport- en Beweeginnovatie succesvol af. Op het sportieve vlak worstelde ze zich van haar hockeyclub in Uden omhoog naar het op één na hoogste niveau in het vrouwenhockey, bij NMHC. ‘Dat worstelen kun je vrij letterlijk nemen. Ik scheurde twee keer mijn kruisbanden in mijn puberjaren, en rond mijn twintigste nog een keer bij NMHC. Ik had net een plekje in de selectie bevochten. Ik moet het niet van mijn talent hebben en gewoon keihard werken. Bij Uden was ik topscorer, bij NMHC moest ik nog maar afwachten of ik het eerste team haalde.’
Achterstandswijk
Eenzelfde zwaar bevochten route legde ze af in haar studie. Na het VMBO volgde het CIOS in Arnhem, ze deed de ALO bij HAN Sport en Bewegen en stortte zich nadien op de Masterstudie. ‘Ik begon met de vraag hoe je kinderen uit achterstandswijken aan het bewegen krijgt. Daarvoor moest ik in Oss zo’n wijk binnen. En dat was soms best spannend’, geeft ze toe. ‘Ze zitten daar echt niet te wachten op een witte, blondine van 1.81 meter. Tenminste dat dacht ik. Moest ik met een zwaar getatoeëerde man het gesprek aangaan. Achteraf viel dat allemaal reuze mee, maar ik moest me er wel toe zetten.’
Ze won het vertrouwen van veel buurtbewoners en kon haar vragen voorleggen. Waarom lukte het maar niet om kinderen op pleintjes in de buurt aan het bewegen te krijgen? ‘De eerste uitkomst was voor mij ook wel enigszins verrassend. Ik kom zelf uit een welvarend gezin en dito omgeving. Dat voor die ouders een veilige locatie zowat het belangrijkste was verraste me.’ Op die vraag volgden meer vragen. ‘Ik wilde weten wat voor hen dan ‘veilig’ was. Zo kwamen we erop uit dat er een hek omheen moest zitten en dat er toezicht moest zijn. En verder dat zo’n plein voor iedereen goed zichtbaar moest zijn.’
Pleinfluencer
Na haar gesprekken in de buurt ging Sofie op onderzoek en kwam al snel op leegstaande schoolpleinen die aan alle voorwaarden voldeden. ‘Maar er moest meer gebeuren dan een buurtsportcoach die na een drukke dag een bal in het midden zou gooien.’ Mede gezien haar ervaringen als CIOS-student kwam ze op een profiel voor zo’n pleinfluencer. ‘Bij voorkeur zou het een rolmodel voor die kinderen moeten zijn. En eentje die kinderen autonomie durft te geven. Een andere rol dan een docent LO of combinatiefunctionaris.’ Na een testfase waarin veel aannames werden onderzocht, kwam ze met een uiteindelijk concept, waarin kinderen van groep 6 tot en met 8 eigenlijk bepalen wat er gebeurt. Ze worden begeleid door MBO-studenten. ‘Uitgangspunt is dat de kracht en de autonomie van de kinderen leidend is.’ Nu ze de Master succesvol heeft afgerond, constateert ze een opmerkelijke verandering als professional. ‘Ik was veel meer een flapuit. Ik heb geleerd om op een rustige manier te kijken en in gesprek te gaan. Ik weet nu hoe belangrijk een praktische onderbouwing is.’
Kooksoofff
Naast de Masterstudie had Sofie ook nog tijd om haar Instagrampagina ‘Kooksoofff’ te vullen. De reden voor de start van dit social media-kanaal was helaas een negatieve. ‘Mijn vader overleed plotseling op 61-jarige leeftijd. Ik ging daarna in de eetmodus en kwam snel heel veel aan. De enige uitweg leek eten te zijn. Met mijn Instagram-kanaal wil ik mensen stimuleren om gezond te eten en motiveren om te gaan bewegen. Dat het niet altijd perfect hoeft, maar dat je met kleine veranderingen in je eetpatroon al een gezondere leefstijl kunt creëren. Daarnaast is beweging net zo belangrijk. Vandaar die drie fff’s. Fit, Food en Fun.’