SGM studente Gayle Mahulette Nederlands kampioen badminton
Op zondag 2 februari kroonde de 20-jarige SGM studente Gayle Mahulette zich tot Nederlands kampioen badminton. De vierdejaars studente Sport, Gezondheid en Management werd voor het eerst in haar loopbaan Nederlands Kampioene. In de finale trof ze Soraya de Visch Eijbergen, die vanwege een liesblessure de strijd moest staken. Bekijk een film van de NOS over het NK of lees hieronder een artikel uit de eerste editie van Sporthart in mei 2012, waarin de toen 18-jarige Gayle zich voorstelde.
Gayle Mahulette, eerst de studie en dan de Olympische Spelen
In 2016 moet het gebeuren. De Olympische Spelen van Rio. En als dat niet lukt, kan het vier jaar later ook nog. Gayle Mahulette is pas achttien. En de top van het badminton is vijfentwintig jaar of ouder. ‘Er is zelfs een Deen die is dik boven de dertig. En die doet nog met de top mee.’
Vanaf haar zevende jaar doet ze aan badminton. Gayle werd opgevoed door haar moeder en aangezien die fulltime werkte, ging ze vaak naar familie. ‘Bij oom Jerry werd er aan badminton gedaan. We speelden het op straat, maar op een bepaald moment zei mijn oom tegen mijn moeder: ‘ Ze heeft aanleg. Laat haar op een club spelen.’ Ma Mahupalette aarzelde, Gayle deed al aan zwemmen, line-dance en jazzballet. ‘Op mijn zevende verjaardag kwam oom Jerry en bracht rackets en kleding mee als cadeau. Toen kon mijn moeder er niet meer om heen.’
Gayle werd erkend als talent, ging naar het Top Talenten Centrum in Amersfoort. Altijd met haar moeder. ‘Ik heb geen broers of zussen en mijn moeder en ik heb altijd alles samen gedaan. Kwam ze me ophalen van school, stond er een warme maaltijd in de auto. Ik at en deed er mijn huiswerk. Daarna twee uur trainen en weer terug naar huis.’
Dan heeft ze het nu wat makkelijker. Ze staat negende op de ranking van de Nederlandse badmintonvrouwen en traint veel op Papendal. Ze speelt competitie in Amersfoort en kan haar topsport redelijk combineren met haar studie aan de HAN. ‘Ik doe Sport, Gezondheid en Management. Een leuke studie. Ik zit in het tweede jaar, maar moet nog wel mijn propedeuse halen.’
De doelen voor de komende jaren zijn duidelijk. Een vaste plek in de Nederlandse badmintontop en een diploma halen aan de Hogeschool Arnhem Nijmegen. ‘En ik moet belijdenis doen’, zegt ze resoluut. Op een vragende blik legt ze uit: ‘Ik ben van Molukse afkomst en wij zijn protestant. Bij Molukkers is het gebruikelijk dat je aan het eind van je kindheid belijdenis doet. Een soort verklaring dat je bij de volwassenen hoort.’
Gayle is gelovig, maar ze is niet elke zondag in de kerk te vinden. ‘Geloof zit in mijn hart’, vindt ze. En wat haar Molukse achtergrond betreft: ‘Ik ben er bijzonder trots op. Al vind ik het wel prettig dat ik niet in de Molukse wijk woon. Mijn moeder en ik wonen in Schuytgraef, dat is in Arnhem Zuid.’
Ze traint inmiddels elke dag. In het weekeinde speelt ze competitie. ‘Op 25 februari speel ik met mijn club BC Amersfoort om het kampioenschap van Nederland. Mijn tegenstandster is dan Lisa Malaihollo. Zij is ook Moluks. Dat wordt een spannende strijd, want wij ontlopen elkaar niet veel.’
Gayle heeft veel te danken aan haar moeder. Maar ook aan Joeli Residay. ‘Hij speelt ook bij ons op de club. Joeli is als een broer voor me. Hij geeft me tips, coacht me als dat nodig is. Met hem kan ik overal over praten.’ Ze knikt heftig op de vraag of het belangrijk is dat Joeli ook een Molukker is. ‘Tuurlijk. Sommige dingen snap je als buitenstaander niet of veel later. Joeli heeft maar een half woord nodig.’
Tot 2016 zal ze, zo beseft ze, veel en veel beter moeten worden. ‘En daarvoor moet ik naar het buitenland. Naar Azië.’ Ze was al in Malesië en Indonesië. ‘Daar is het niveau zoveel hoger. Als ik echt wil gaan voor de top, moet ik uit Nederland weg.’ Ze klinkt vast besloten. ‘Ik zou eigenlijk dit jaar ook weer op stage moeten. Maar dat kost veel geld. Ik ga nu een website starten. Ik wil sponsoren zoeken om mij op weg naar een medaille op de Olympische Spelen te steunen.’
En, een strikvraag, wat als ze ooit een medaille wint. En op de tribune staat iemand met een Molukse en met een Nederlandse vlag. Een mooie lach breekt door. ‘Ach, ik neem ze zeker allebei dan. Ik ben Nederlandse, maar als je Moluks bent is dat ook belangrijk. Ik ben met mijn moeder op Ambon geweest. Mijn familie heeft daar, net als alle andere Molukse families, een stuk grond. De grond van ons ligt op een heuvel, de Mahulette-heuvel. Daar komt mijn familie vandaan en die band zal ik altijd blijven voelen.’