Waarachtigheid ter discussie

Vorig jaar leverde ik een bijdrage aan de studie- tweedaagse voor 4-jaars alo-studenten. ‘Vakvisie’ was het thema. Ik ging in gesprek over ons vak in relatie tot enkele actuele maatschappelijke vraagstukken. Het thema duurzaamheid was daar één van. Dan kun je denken aan de negatieve invloed van sport en bewegen op onze natuur (ATB, watersport, gemotoriseerde sporten, golfen) of aan initiatieven om die negatieve impact te verkleinen (een ‘duurzaamheidstool’ voor sportverenigingen, een toekomstbestendige gymzaal, etc.). Prima allemaal, maar voor mij begon het met de tweedaagse zelf:

• De locatie lag in the middle of nowhere in Drenthe, waardoor ruim honderd studenten en medewerkers met de auto moesten komen.
• Eén van de docenten verzuchtte dat ze nadachten over een andere plek voor hun ski-kamp. Reden: te weinig sneeuw.
• Het avondeten bestond uit een barbecue.

Vragen drongen zich op. Waarom is deze tweedaagse niet gehouden op een plek waar iedereen met de fiets of het OV kan komen? Is er nagedacht over de mogelijkheid om het skiën uit het alo-curriculum te schrappen omdat het niet meer te verantwoorden valt? Is een vegetarische maaltijd overwogen in plaats van een traditionele barbecue? Ik vroeg aan een groep studenten of er iemand was die van die barbecue een punt maakte. Niemand stak zijn vinger op. Blijkbaar speelt het thema duurzaamheid bij de leiding en de studenten niet als je met elkaar in gesprek gaat over de visie op het vak. Bijzonder. Ik denk dat het ecologische vraagstuk zo acuut en fundamenteel geworden is dat we in ons gedrag nooit om de vraag – hoe groot is onze ecologische voetafdruk? – heen kunnen.

Eén van de studenten had het afgelopen weekend op de TT gewerkt. ‘Moet je eens zien wat er daar doorgaat en vooral wat er allemaal weggegooid wordt. Zo’n barbecue van ons stelt helemaal niets voor’. Wijzen naar anderen om zelf niets te doen. Een wijdverspreid en funest mechanisme, dat ervoor zorgt dat je wegloopt voor je eigen verantwoordelijkheid. Je vergeet je eigen morele kompas te ijken, waardoor je waarnemen, denken en handelen gestuurd wordt door mensen en gebeurtenissen om je heen. En: waarom de TT aangehaald? Waarom geen positief voorbeeld? Is de buitenwereld vooral interessant als die het mogelijk maakt om te blijven doen wat je al deed?

Als je doorpraat over deze dingen dan valt al gauw het woord ‘vrijheid’. Vrijheid betekent dan ‘kunnen doen waar je zin in hebt’ zonder dat je daarin belemmerd wordt door wetten, regels en handhaving, want dat is betutteling. Vergeten wordt dat vrijheid van de één nogal eens ten koste gaat van de vrijheid van de ander. De mensen die via Strava door kwetsbare, soms zelfs afgesloten natuurgebieden crossen – vrijheid! – hebben een negatieve invloed op de natuur, maar ook op de beleving van vogelaars en wandelaars. Dan zijn regels nodig, want we regelen het zelf niet. De overheid of andere bevoegde organisaties komen dan

Laat je zien
Die middag kreeg ik van een paar studenten te horen dat ik negatief was. Ben ik een onheilsprofeet? Ik denk het niet, maar ik sluit mijn ogen niet voor wat er om me heen gebeurt en daar maak ik me zorgen over. Kortgeleden deed ik een eenvoudige test om mijn verborgen impact te berekenen. Ik schrok: als iedereen leeft zoals ik, dan hebben we twee aardes nodig. Dit, terwijl ik erg mijn best doe met mijn zonnepanelen, een groen dak, niet vliegen, weinig vlees eten, huis isoleren, auto delen, weinig spullen kopen. Een onthutsende constatering. De studenten zagen minder problemen, waren optimistischer over oplossingen en hebben meer de attitude van ‘ik geniet zo lang het nog kan’. Dat verbaasde me, irriteerde me ook – van de jeugd moeten we het hebben toch? – maar op zo’n moment word ik ook geconfronteerd met mijn Boomer-identiteit: een groot eigen huis, gevlogen over de hele wereld, lang vlees en vis gegeten, spaarcentje op de bank. Moet ik degene zijn die jonge mensen hierop aanspreekt? Het is al moeilijk genoeg om in mijn eigen familie- en vriendenkring dit onderwerp op een goede manier aan te snijden. De kunst is om dat te doen zonder morele superioriteit uit te stralen, want daar is geen enkele reden toe.

Hoe moeilijk het ook is, zo’n duurzaamheids- gesprek is ook een taak van een leraar of opleider. Dat gebeurt toch ook bij racisme of grensoverschrijdend gedrag? Niet als onderdeel van het curriculum, maar meer in de ontmoeting die onderwijs altijd ook is. Natuurlijk moet je leerlingen en studenten de afgesproken kennis en vaardigheden bijbrengen, maar dat is niet meer genoeg. Laat jezelf zien als mens, met je opvattingen, afwegingen, twijfels en grenzen. Ga in gesprek, stel maatschappelijke thema’s ter discussie. Niet om te overtuigen, maar om een debat of dialoog aan te gaan. Mijn poging op die tweedaagse is een druppel op de gloeiende plaat en ik besef me heel goed dat de concurrentie van de omgeving van de studenten (incl. social media) moordend is. Maar niets doen is geen optie. Waarachtigheid is een belangrijk houvast voor me: klopt wat ik doet met wie ik ben? Kleinzoon De onlangs overleden Franse socioloog en filosoof Bruno Latour schreef een brief aan zijn kleinzoon Lilo en hij stelt zich voor hoe ze over 40 jaar samen terugblikken op deze tijd. Hij noemt deze tijd in zijn brief ‘een periode van ontkenning, onwetendheid en onbegrip van de ecologische situatie waarin we ondergedompeld zaten’. Hij gaat verder: ‘We zullen samen naar die periode kijken als iets vreemds, zoals je vandaag kijkt naar de dertiende-eeuwse rooms katholieke kerk, gedomineerd door pauselijke macht, een volkomen vreemde verschijningsvorm die toen heel belangrijk was en waardoor indertijd prachtige dingen werden gemaakt, maar die ontegenzeggelijk is afgelopen.’ 

Ik ben voor de barbecue naar huis gegaan.