HAN Sport en Bewegen doet mee in Onderzoeksprogramma Sport

HAN Sport en Bewegen en HAN SENECA doen mee met enkele projecten binnen het Onderzoeksprogramma Sport. Een jaar nadat in Corpus (Oegstgeest) het startschot klonk voor het Onderzoeksprogramma Sport, vond op voor de zomervakantie de officiële ‘Kick-off’ plaats van de 25 projecten die in dit programma zijn gehonoreerd. Op Papendal maakten de onderzoekers kennis met elkaar en elkaars projecten. “De projecten staan in de grondverf. Nu nemen we samen de kwast ter hand om het geheel af te lakken.”

De locatie, Congrescentrum Papendal, vormt met zijn talrijke foto’s van Nederlandse topsporters een inspirerende omgeving voor de Kick-off van het Onderzoeksprogramma Sport. Het congrescentrum vult zich op de druilerige zomerochtend al snel met ongeveer 140 enthousiaste onderzoekers, praktijkmensen, beleidmakers en vertegenwoordigers van bedrijven. Samen vormen zij de 25 consortia die hun inspanningen van het afgelopen jaar beloond zagen met de honorering van hun onderzoeksvoorstel. Tijdens deze Kick-off bijeenkomst ontvangen alle projectleiders uit handen van Bas van de Goor, oudvolleybaltopper en een van de twee voorzitters van de stuurgroep Onderzoeksprogramma Sport, een symbolische cheque met het bedrag dat hen in staat stelt het onderzoek de komende jaren uit te voeren. In totaal goed voor een kleine 10 miljoen euro, verdeeld over de drie pijlers van het programma: Presteren, Meedoen en Vitaal.

Drie pijlers die Bas van de Goor zelf van nabij kent. “In mijn tijd als topsporter was ik natuurlijk vooral bezig met presteren. Toen ik daarna diabetes kreeg, merkte ik hoe belangrijk sporten is om vitaal te blijven. En tegenwoordig probeer ik zoveel mogelijk andere mensen met diabetes in beweging te brengen en mee te laten doen aan sport.” De bijeenkomst gaat echter verder dan alleen het feestelijk uitreiken van de cheques. In zijn welkomstwoord wijst Van de Goor hier al op. “Het is vandaag vooral de bedoeling kennis te maken met elkaar en met elkaars projecten. Zowel binnen je eigen pijler als daarbuiten. Uit mijn tijd als topsporter weet ik hoe belangrijk samenwerking is om als team een topprestatie te leveren. Werk dus samen als het nodig is, maar haal altijd ook het beste uit jezelf naar boven.”

Mede-stuurgoepvoorzitter Cathy van Beek spreekt de aanwezigen vervolgens toe via een videoboodschap. Zij benadrukt hierin het belang van sport voor zowel gezondheid als maatschappij. “Sport verbindt mensen en houdt hen gezond en vitaal. Sport is goed voor alle mensen ongeacht hun leeftijd of gezondheidstoestand. Dat weerspiegelt ook het onderzoeksprogramma Sport: het onderzoek varieert van de rol van de omgeving bij deelname aan beweegactiviteiten tot het verbeteren van prestaties in de topsport. Gemeenschappelijk in al het onderzoek is de verbinding van het onderzoek met de praktijk. Ga dus in gesprek met de sporter en met de maatschappij.”

Directeur Directie Sport van het ministerie van VWS Bart Zijlstra wijst op de unieke samenwerking van instellingen, organisaties en bedrijven bij ieder project. “Dat maakt het mogelijk de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek na afloop maximaal te valoriseren.

Het afgelopen jaar is hard gewerkt aan de vorming van consortia en het opstellen en indienen van projectvoorstellen. Helaas zijn niet alle voorstellen gehonoreerd, deels doordat daarvoor niet voldoende budget was. Alle projecten staan nu in de grondverf. Laten we samen de kwast ter hand nemen om het geheel af te lakken. Ik wens iedereen veel succes met de uitvoering van zijn project.”

De 25 projectleiders inclusief directeur HAN Sport en Bewegen Joris Hermans

Dan is het tijd om kennis te maken met elkaars projecten*. Dat gebeurt per pijler aan de hand van korte presentaties door de projectleiders. Die presentaties maken goed duidelijk hoe breed het onderzoek binnen het programma Sport is. Binnen de pijler Meedoen, die gericht is op sportparticipatie en de betekenis daarvan voor de samenleving, komen uiteenlopende projecten aan bod. Variërend van Van voetbalvrouwen tot vrouwenvoetbal (een onderzoek naar de sociale betekenis en sociale gevolgen van de groeiende deelname van meidenvoetbal), Lid van de club: georganiseerde sporten en duurzame sociale verbondenheid (een onderzoek naar de gevolgen die digitalisering en individualisering heeft op [lidmaatschap van] sportverenigingen) tot Meedoen met een motorische beperking (een onderzoek dat beoogt kinderen met een motorisch beperking mee te laten doen aan sportactiviteiten door training en coaching op maat).

Ook de pijler Vitaal, gericht op het bevorderen van vitaliteit en gezondheid door sportief bewegen, kent een gevarieerd aanbod aan projecten. Enkele voorbeelden zijn Verbinding zorg, sport & bewegen (een onderzoek naar de inzet van buurtsportcoaches op het beweegpatroon en de gezondheid van burgers), Versterk je enkel-app (een onderzoek dat een app test die als doel heeft de therapietrouw te bevorderen bij het oefenprogramma voor het herstel na een enkelblessure) en De kracht van kracht (een interventie bij jongeren met obesitas die niet minder gewicht als primair doel heeft, maar het vergroten van de spierkracht door krachttraining – en daarmee het vergroten van de verhouding spiermassa/vetmassa).

De projecten in de pijler Presteren richten zich op de Nederlandse topsporter. Projectentitels als Trainingsstrategieën voor optimaal piek- en duurvermogen voor schaatsers en roeiers, Optimalisatie van voortstuwing door en over water en Snel en blessurevrij leren werpen in honkbal maken duidelijk waarbij het binnen deze pijler om draait. Met wetenschappelijk onderzoek de Nederlandse topsporters optimaal ondersteunen in hun jacht op gouden medailles.

Voordat Bas van de Goor overgaat tot het overhandigen van de cheques aan de projectleiders trakteert hoogleraar sportontwikkeling Maarten van Bottenburg (Universiteit Utecht) de aanwezigen nog op een kort historisch overzicht van de sportwetenschap in Nederland. Die is in vergelijking met omringende landen als België en Duitsland in ons land laat op gang gekomen, hetgeen Bottenburg inspireert zijn voordracht te brengen onder de titel: “Warum gab es in den Niederlanden keine Sportwissenschaft?” Bottenburg verklaart de late opkomst van de sportwetenschap in Nederland onder andere uit het ontbreken van een academische status van de lichamelijke opvoeding en het ontbreken van universiteiten als organisatieprincipe voor sport. Het eerste maakte dat onderzoekers bij gebrek aan een academisch carrièreperspectief zich niet lang met sport bleven bezighouden.

Wat betreft de tweede oorzaak verwijst Bottenburg naar de V.S. waar sport een belangrijke identity maker is voor scholen en universiteiten, juist de broedplaatsen van onderzoek. “Pas in de afgelopen decennia hebben de popularisering en groeiende maatschappelijke betekenis van sport in Nederland het tij gekeerd. Samen met veranderingen van geldstromen en concentratie van onderzoek heeft dit ertoe geleid dat ook in Nederland de sportwetenschap tot bloei is gekomen. De kick-off van de gehonoreerde projecten van het Onderzoeksprogramma Sport is hierin een mooi moment om te markeren en elkaar geluk te wensen.”

Na de uitreiking van de cheques en de bijbehorende fotosessies hebben alle deelnemers nog volop de kans aan de hand van de posters over alle projecten zowel binnen als buiten hun eigen pijler verder te netwerken. Een mogelijkheid waarvan iedereen gretig gebruik maakt.

*Een beschrijving van alle projecten is te vinden op http://onderzoeksprogrammasport.com.

Bron: www.onderzoeksprogrammasport.com.