Financiële positie eredivisieclubs blijft wankel, ondanks flinke transferwinsten
HAN University of Applied Sciences (Academie Sport en Bewegen) presenteert Financiële Ranglijst Eredivisie 2024
De meeste Eredivisieclubs hadden over het seizoen 2022-2023 een substantiële groei in omzet, maar tegelijkertijd kwamen de kosten ook vaak hoger uit. Door positieve transferresultaten wist de helft van de clubs uiteindelijk uit de rode cijfers te blijven. Het aantal clubs met een negatief eigen vermogen steeg naar vier. Dat blijkt uit de vierde editie van de Financiële Ranglijst Eredivisie (FRE) van het Sports & Economics Research Centre (SERC) van de HAN University of Applied Sciences. Het rapport benadrukt het belang van een gezond financieel model dat niet, zoals nu bij veel clubs het geval is, erg afhankelijk is van transferopbrengsten of externe kapitaalinjecties.
De omzet van de gehele eredivisie is in het afgelopen seizoen met 7 procent gestegen. De traditionele top 3 zag een bescheiden omzetgroei, terwijl FC Twente (ca. +50 procent) , AZ en N.E.C. (beide +40 procent) aanzienlijke omzetstijgingen rapporteerden. Ondanks deze groei bleven de meeste clubs structurele tekorten rapporteren in hun financiële resultaten voor transfers. Het transferresultaat voor het seizoen 2022/23 was voor de gezamenlijke eredivisie met +134 miljoen euro bijna net zo groot als de 3 seizoenen daarvoor opgeteld, al kwam dit vooral voor rekening van Ajax (+57 miljoen euro) en PSV (+33 miljoen euro).
Eigen vermogen
Ondanks de relatief spectaculaire transferresultaten groeide het eigen vermogen van de eredivisieclubs maar beperkt. Dit betekent niet alleen dat veel clubs afhankelijk zijn van het verkopen van spelers om zwarte cijfers te schrijven, maar ook dat zij, ondanks deze transferresultaten, nauwelijks in staat zijn om hun financiële positie structureel te verbeteren. Dit ‘model’ waarbij financiële stabiliteit het aflegt tegen korte termijn ‘gokjes’ op sportief succes zorgt ervoor dat clubs snel in de problemen kunnen komen zodra het financieel tegen zit.
‘Aandachtsclubs’
De meeste clubs hadden aan het begin van het huidige seizen een eigen vermogen van minder dan de helft van de omzet en vier clubs zelfs een negatief eigen vermogen. Dit jaar is er daarom speciale aandacht voor de ontwikkeling van de financiële situatie over de laatste 5 seizoenen van clubs met een negatief eigen vermogen (Fortuna Sittard, N.E.C., FC Utrecht en FC Volendam) en Vitesse, waarvoor de accountant nog geen handtekening onder de jaarcijfers kon zetten. Vier van de vijf van deze ‘aandachtsclubs’ waren in financiële zin sterk afhankelijk van een (buitenlandse) investeerder of een ‘suikeroom’. Deze afhankelijkheid brengt risico’s met zich mee, zoals te optimistische begrotingen en mogelijke financiële problemen zodra investeerders zich terugtrekken, zoals de problemen bij Vitesse illustreren. Maar de kans dat Vitesse de laatste clubs is die dreigt om te vallen lijkt klein, zolang clubs structureel hun kosten blijven begroten boven de omzet, terwijl ze ook weinig vet op de botten hebben.
Ajax
Uit het onderzoek blijkt dat Ajax in vergelijking met de concurrentie nog steeds een uitzonderlijke positie inneemt, niet alleen financieel maar ook qua het aantal online volgers. Hier staat wel tegenover dat sinds 2021 de relatieve waarde van de selectie van de Amsterdammers een flinke daling heeft ingezet. De club heeft momenteel negatieve ‘stille reserves’, wat wil zeggen dat de geschatte feitelijke waarde van spelers zelfs onder die van de boekwaarde ligt.