BOTGEZONDHEID IN DE TOPSPORT
NA VIJF JAAR ONDERZOEK PROMOVEERDE LUUK HILKENS, DOCENT-ONDERZOEKER BIJ HAN SPORT EN BEWEGEN, OP EEN ONDERWERP DAT VAAK ONDERBELICHT BLIJFT IN DE TOPSPORT: BOTGEZONDHEID BIJ WIELRENNERS.
Tijdens metingen bij een profwielerteam ontdekte hij dat maar liefst twee derde van de renners een verminderde botdichtheid had. ‘Dat verbaasde me enorm’, vertelt Luuk. ‘Jonge, fitte topsporters zouden juist sterke botten moeten hebben.’
Krachttraining
De oorzaak ligt in de aard van de sport: wielrennen belast het skelet nauwelijks. In tegenstelling tot bijvoorbeeld voetbal of krachttraining krijgen botten weinig impact, waardoor ze op termijn verzwakken. Gelukkig blijkt er wat aan te doen. Krachttraining en sprongoefeningen (zoals touwtjespringen) helpen botverlies te beperken. ‘Een paar minuten per dag is al genoeg,’ zegt Hilkens. Zijn onderzoek, uitgevoerd binnen HAN Sport en Bewegen, betrok actief studenten van de opleidingen Sportkunde en Voeding & Diëtetiek. Zij hielpen bij uiteenlopende onderdelen van het onderzoek, zoals het uitvoeren van DEXA-scans, het afnemen van vragenlijsten, het meten van spronghoogte en het analyseren van voedingsinname bij topwielrenners.
Metingen
‘Zonder studenten hadden we dit onderzoek niet kunnen uitvoeren,’ vertelt Hilkens. ‘Ze leerden werken met echte sporters, zagen hun metingen terug in de praktijk en droegen bij aan relevante inzichten voor de topsport. Voor veel studenten was dit hun eerste ervaring
met praktijkgericht onderzoek — en die bleek ontzettend waardevol.’
Luuk blijft actief als docent-onderzoeker en zet zijn werk voort met vervolgonderzoek naar botgezondheid bij zwemmers en hardlopers. ‘Onderzoek kan echt leuk zijn, ‘zegt hij. ‘Zeker als je iets doet dat direct verschil maakt voor sporters.’
