Bewegingsonderwijs in 2031: Onmisbare schakel in ecosysteem van de sport

Sebastiaan Platvoet

Het is 1 januari 2031.

Verrassenderwijs lijkt de vroege winter streng genoeg voor het schaatsen op natuurijs. Dat is alweer lang geleden. De Olympische Winterspelen beginnen over ruim een maand in Sapporo, de stad waar ook in 1972 de Spelen plaatsvonden. We hebben veel medaillekansen. Het gaat sowieso goed met de Nederlandse sport en dat is voor een groot deel te danken aan wat we vroeger de gymles noemden. Tegenwoordig is het een hele mond vol: motorisch remedial teaching (MRT). Precies 100 jaar na de introductie van de Bijzondere Schoolgymnastiek ronden we de introductie van het nieuwe ecosysteem van de beweegsport af.

In het nieuwe ecosysteem krijgt ieder kind, ongeacht zijn of haar mogelijkheden, de kans zich te ontwikkelen. Niet langer gaat de aandacht uit naar ‘de talenten’ en worden de zogenaamde talentlozen afgescheept met de restjes van tijd en energie. In het nieuwe systeem, dat in 2024 werd opgestart en dat ons een nieuwe kijk gaf op de ontwikkeling van jonge mensen, krijgt ieder kind de kans om zich verder te ontwikkelen. In het buitenland wordt met jaloezie naar Nederland gekeken. Op alle scholen wordt bewegingsonderwijs verzorgt door vakleerkrachten, de jarenlange motorische achteruitgang is een halt toegeroepen, buitenspelen is het nieuwe normaal, de drop-out in de sport in de puberleeftijd is ongekend laag, er is een nauwe logische samenwerking tussen bewegingsonderwijs en de sportvereniging. De sportwereld wrijft in zich de handen met zoveel goede bewegers die een goudmijn vormen voor toekomstige sportsuccessen.

Sebastiaan Platvoet blikt vooruit en deelt zijn dromen op de website van SportknowhowXL. Bekijk hier de gehele bijdrage.