Beweegtalent in het basisonderwijs: een klas(se) apart?

_DSC3655In het KVLO magazine (LO5, 2014) is ruim aandacht besteed aan excellentie in het bewegingsonderwijs en de wijze waarop het HAN Centre of Expertise (CoE) Sport & Talent van HAN Sport en Bewegen hoopt bij te dragen aan talentherkenning en talentontwikkeling van leerlingen in het sport- en bewegingsonderwijs. De belangrijkste achterliggende gedachte is ‘hoe mooi zou de wereld eruit zien als ieder kind zijn / haar beweegpotentie kan waarmaken?’. Hieronder leest u hoe we met extra bewegingsonderwijs basisschoolkinderen met bovenmatig beweegtalent uitdagen zichzelf te ontwikkelen tot nog betere bewegers.

Door: Jasper de Greef en Robert Theunissen

Wat is een beweegtalent?

Is het mogelijk dat een kind tijdens de gymles opvalt als beweegtalent, maar niet als talent in zijn of haar sport? Of vice versa? Dit is afhankelijk van wat je als beweeg- of sporttalent beschouwt. Platvoet & Elferink-Gemser (2014) beschreven al eerder het verschil tussen excellentie in het onderwijs en de sport. Zij halen daarbij Penney (2000) aan die excellentie in het onderwijs beschrijft als excellentie in leren en ontwikkelen en excellentie in de sport als excellentie in presteren. Dit betekent dat het bewegingsonderwijs en de sport een belangrijke en complementaire bijdrage kunnen leveren aan het ontwikkelen van beweegpotentieel van kinderen.

Dat het bewegingsonderwijs zich ten doel stelt om kinderen toenemend meervoudig bekwaam te maken voor deelname aan de sport- en beweegcultuur, georganiseerd of ongeorganiseerd, onderschrijft de complementaire bijdrage dat het wil leveren. Het maakt daarmee duidelijk dat ‘leren en ontwikkelen’ niet zonder doel is, maar juist de mogelijkheden tot deelname maximaliseert voor elk kind. Het gaat dan ook om ‘beter leren bewegen’ ongeacht het niveau waarop het kind beweegt of later wil bewegen, recreatief of prestatief.

Bekijk het gehele artikel in het nieuwe KVLO Magazine.