Associate degree Sport: “Kort, praktijkgericht en biedt direct kansen in het werkveld”

Wie vanuit het mbo doorstroomt naar het hbo, krijgt te maken met een andere manier van leren. Minder klassikaal onderwijs, meer zelfstandigheid. Hoe bereid je mbo-studenten hierop voor? En hoe helpt de Associate degree Sport hen om deze overstap soepel te maken?

Docent Remo Vorselaars weet als geen ander hoe dit in de praktijk werkt. Hij is al 12 jaar werkzaam bij ROC Nijmegen en inmiddels 2,5 jaar betrokken bij de ontwikkeling van de Associate degree Sport aan de HAN. Op woensdag staat hij voor de klas bij de HAN; de rest van de week werkt hij op het mbo. “Ik zie van dichtbij hoe studenten de stap naar het hbo ervaren en wat hen helpt om te slagen.”

Praktijkgericht en flexibel studeren

De Associate degree Sport is een deeltijdopleiding, wat betekent dat studenten maar één dag per week naar school komen. De rest van de week werken ze in het werkveld. “Dat maakt deze opleiding uniek,” vertelt Vorselaars. “Er zijn nog niet veel Associate degrees in Nederland, en de combinatie van studeren en werken biedt studenten een enorme kans om direct praktijkervaring op te doen.”

De instroom komt vooral uit mbo Sport en Bewegen, maar ook studenten met een achtergrond in zorg of sociale studies sluiten goed aan. Wat deze studenten gemeen hebben, is een passie voor sport en leefstijlcoaching. De grootste uitdaging? De zelfstandigheid die van hen wordt verwacht. “Op het mbo worden studenten meer aan de hand genomen. Hier moeten ze zelf de regie nemen,” legt Vorselaars uit. “Dat is wennen, maar uiteindelijk geeft het ook veel vrijheid.”

Zelfstandig leren en ontwikkelen

Binnen de opleiding ligt de focus op praktijkgericht leren. Studenten passen hun kennis direct toe op hun werkplek. Ze maken coachplannen, analyseren metingen en werken aan hun professionele identiteit. De leerstijl verschilt sterk van het mbo. “Op het mbo leg ik bijvoorbeeld in de klas alle spieren en botten uit,” vertelt Vorselaars. “Bij de Associate degree verwachten we dat studenten dit zelfstandig bestuderen en in de les de verdieping zoeken.”

De begeleiding is er natuurlijk wel. Iedere student heeft een studentcoach en kan gebruikmaken van extra ondersteuning als dat nodig is. Maar de verantwoordelijkheid ligt bij de student zelf. Dat betekent dat ze moeten plannen, keuzes maken en zichzelf blijven ontwikkelen.

Toekomstperspectief

Wat gebeurt er na de Associate degree? Studenten kunnen doorstromen naar het derde jaar van de bachelor Sportkunde of direct het werkveld in. “De meeste studenten willen gewoon aan de slag,” merkt Vorselaars op. “Ze hebben al werkervaring en willen zich verder specialiseren in een thema binnen sport en leefstijlcoaching.”

De werkomgevingen waarin afgestudeerden terechtkomen, zijn divers. “Veel studenten werken in sportscholen of leefstijlcentra, maar er zijn ook uitschieters richting de zorg, politie of zelfs de supermarktbranche, waar vitaliteit een steeds grotere rol speelt.” Die variatie maakt de opleiding extra waardevol. “Studenten vullen elkaar aan. Iemand met een sportachtergrond weet veel over het menselijk lichaam, terwijl een student uit de politieopleiding misschien weer sterk is in coaching. Zo leren ze van elkaar.”

Voor wie is deze opleiding?

De Associate degree Sport is ideaal voor mbo’ers die al actief zijn in het werkveld en zich verder willen ontwikkelen in leefstijlcoaching. “Deze opleiding is minder geschikt voor havisten,” legt Vorselaars uit. “We verwachten dat studenten een werkplek hebben en praktijkervaring meebrengen. Dat maakt het makkelijker om de lesstof direct toe te passen.”

De opleiding is kort, praktijkgericht en biedt direct kansen in het werkveld. En bovenal: studenten leren zelfstandig werken, kritisch nadenken en hun rol als coach verder ontwikkelen. “Het is even wennen, maar uiteindelijk geeft het enorm veel voldoening,” besluit Vorselaars.