Afstudeerprogramma ALO – Geen eenheidsworst
Zowel bij de ALO als bij Sportkunde is er in de afgelopen jaren hard gewerkt aan een nieuw afstudeerprogramma. Hierin ligt de focus op de ontwikkeling van student naar en startbekwame professional met directe meerwaarde voor het werkveld. In de volgende bladzijden nemen we je mee in de beide afstudeerprogramma’s en vind je reacties van docenten, studenten en stagebegeleiders die momenteel daarin actief zijn.
Om het afstudeerprogramma van de ALO beter te leren kennen, hebben we Jasper de Greef, een van de projectleiders van het nieuwe ALO afstudeerprogramma, gevraagd om ons een korte bijscholing te geven van de inhoud.
Eigen regie
Jasper: “Je leert werken in een complexe beroepspraktijk. De opzet is ingericht op een wijze waarop de student zelf een onderwijsorganisatie en eventuele andere praktijkorganisaties kiest. Hier werkt de student gedurende het gehele academische jaar aan taken die het beroep kenmerkt. Deze kenmerken zijn: lesgeven, samenwerken en managen in een team, verbeteren van de praktijk en ontwikkelen van eigen professionele identiteit. In samenspraak met de organisatie wordt er gekeken naar de inhoud van de taken. Daarna ligt de bal bij de student voor welke waardevolle taken hij kiest. Je hebt als student dus veel regie over je eigen afstudeerprogramma.”
Startbekwaam?
Het afstudeerprogramma is ook niet ingericht om makkelijk ‘startbekwaam’ te zin voor het uitoefenen van je beroep als gymdocent. ‘Door het aantonen van hoogstaande formele feedback die je gedurende het jaar hebt verzameld, wordt beoordeeld of je (meer dan) startbekwaam bent,’ reageert Jasper. De feedback wordt in één studiejaar verzameld. Dit jaar kan al gezien worden als ‘werk’. Daarom spreekt hij over een mooie overgang van het afstudeerprogramma naar het werkveld.
In de praktijk
De overgang ziet er zo uit, omdat de studenten maar één dag in de week op de HAN aanwezig zijn. De rest van de tijd zijn ze bezig in het werkveld. Hetzij voorbereiden, geven en evalueren van gymlessen, hetzij het ontwikkelen van leiderschap en een professionele identiteit. Het gebeurt allemaal in de praktijk. Daarom wordt de ene dag in de week als ’terugkomdag’ gezien. Deze dag helpt je om de kwaliteit verder te verhogen en je bekwaamheid aan te tonen.
Toekomstbestendig
Wanneer de student het afstudeerprogramma succesvol afrondt, betekent hij heel veel voor het werkveld. Ook tijdens het programma zijn de studenten van onschatbare waarde. Dit omdat ze aantrekkelijke opdrachten uitvoeren voor de betreffende organisatie. Daarnaast kunnen ze de leiding nemen en in samenwerking met collega’s en externe partijen deze verbeteringen ook doorvoeren. Jasper: “Ze kennen hun unieke talenten en kwaliteiten en zetten die in om het vak, het vakgebied en hun eigen vakbekwaamheid toekomstbestendig te houden.”
Tot slot heeft Jasper nog tips voor de studenten die aan het afstudeerprogramma beginnen: “Ten eerste: Start met AP als ook het schooljaar begint (na de zomervakantie). Zorg dus dat je na het derde jaar alle studiepunten in de pocket hebt. Ten tweede: denk goed na over je profiel als docent. Ten derde: zie jouw afstudeerprogramma als je toekomstige werk. Alles wat je doet, doe je om iets te bereiken in de praktijk. Als vierde en laatste tip geeft Jasper mee: kies je (onderwijs)organisatie op tijd en gericht.”
Begeleiding
De begeleiding die bij het afstudeerprogramma komt kijken is duaal. Hiermee wordt bedoeld dat je zowel in het werkveld als de opleiding begeleiding krijgt. In beide gevallen staat de ontwikkeling van de student centraal. Tijdens de terugkomdag heb je onderwijs in een klas van 21 tot 28 studenten, Het onderwijs wordt verzorgd door 3 tot 4 docenten en een van die docenten is tevens de afstudeercoach die een student individueel begeleidt, Het onderwijs kenmerkt zich door veel verschillende werkvormen. Denk bijvoorbeeld aan colleges of masterclasses om extra kennis te vergaren.
Yannick Hoornenborg
ALO student Yannick heeft de keuze gemaakt om in zijn dorp Aalten in het voorgezet onderwijs te stappen voor zijn afstudeerstage. Zo vertelt Yannick dat hij daar verschillende lessen op het vmbo verzorgt. “De doorslaggevende factor om überhaupt te kiezen voor de ALO was het feit dat ik energie en motivatie haal uit kinderen wat te leren. Om voortgang te zien in bewegen en de ontwikkeling. Van eerstejaars broekie naar een zelfstandige in leerjaar 4. Ook het sparren met leerlingen vind ik interessant, bijvoorbeeld over welke verbeterpunten er kunnen zijn. Dat zijn doorslaggevende redenen dat ik hiervoor gekozen heb en tijdens deze afstudeerstage heb ik de tijd om mezelf daar volop in te ontwikkelen, met hulp van zowel de praktijkbegeleider als van medestudenten en docenten tijdens de afstudeerbijeenkomsten.”
Afwisseling
Door de jaren heen op de ALO heeft Yannick een groene vlag gehad wanneer je naar zijn stages kijkt. Het was voor hem al vrij snel duidelijk dat het onderwijs bij hem past. Yannick vertelt: “Als ik al mijn stages op een rij zet, past het zeker mij. Zelf heb ik verschillende stages gehad op de basisschool, het voortgezet onderwijs en het mbo. Alle stages hadden voordelen en daarom vond ik de afwisseling leuk!”