Yara Kikken uit Valkenswaard begon in september met de 2-jarige deeltijdmaster Sport- en Beweeginnovatie. Ze leert er mee te werken aan oplossingen voor sociaal-maatschappelijke vraagstukken zoals obesitas, vergrijzing en vereenzaming. Door innovaties te onderzoeken en door te voeren, waarbij sport een belangrijke rol speelt. Iedere vrijdag heeft ze les op Papendal, waar het hart van de Nederlandse topsport dagelijks traint. “Een fantastische locatie om colleges te volgen”, vindt Yara.

Waarom koos je voor deze masteropleiding?

“Na mijn opleiding Sportkunde aan Fontys Hogeschool wilde ik me verder verdiepen in mijn vakgebied. Toevallig zag ik een Facebook-banner voorbijkomen met deze master, die alleen op de HAN wordt gegeven. Dat ik daar wat verder voor moet reizen, is geen probleem. Blijven leren is een rode draad in mijn leven, want ik wil me persoonlijk en professioneel blijven ontwikkelen.”

Wat maakt deze master voor jou dé master?  

“Dat is de combinatie van de lesstof, een ervaren docententeam, een gemotiveerde groep medestudenten en dat ik mijn eigen koers kan varen. Dat zelfstandig werken is een grote uitdaging. Je wordt daarin vrijgelaten, want dat hoort bij het creatieve proces van een master. Het zorgt voor interessante gesprekken met andere studenten en docenten. De opleiding geeft me een boost: inhoudelijk en persoonlijk zet ik grote stappen.”

Wat vind je van het niveau van de master? 

“Er is een duidelijk niveauverschil met mijn hbo-opleiding; dat is ook te verwachten van een master. Ik krijg meer verdiepende lesstof. We hebben een team van deskundige docenten, waarvan er veel ook wetenschappelijk onderzoek doen. Voor mij is de lesstof meteen toepasbaar in de praktijk. Daarnaast bestaat onze groep bestaat uit 15 studenten, die allemaal een vooropleiding in de sport volgden. Je leert weer van elkaars expertise!”

Waar gaat je onderzoek over? 

“Ik doe mijn onderzoek bij de gemeente Valkenswaard. Daar richt ik me op de sport- en beweegparticipatie van ouders in de leeftijd van 21 tot 35 jaar, met minimaal 1 kind op de basisschool. Deze gemeente wil dat iedereen een leven lang sport en beweegt. Dat aandeel ligt nu rond de 50 procent. Ik breng in kaart wat nodig is om meer ouders in beweging te krijgen en wat de redenen zijn dat ze nu niet sporten of onvoldoende bewegen. Een percentagestijging van 1 tot 2 procent is reëel. Deze maand ga ik de vraagstelling van het onderzoek inleveren. Daarna ga ik door met de volgende fase: oplossingen bedenken en die uitproberen.”

Hoe zit het met je werk-privébalans? 

“Bij aanvang werd gezegd dat de studie je zo’n 20 uur per week kost. Nou, dat is ook echt zo! In combinatie met 2 banen vraagt dat om een strakke tijdsplanning. Het betekent dat ik weleens een avondje met vriendinnen over moet slaan. Maar, ik doe deze opleiding met zoveel plezier dat het me niet uitmaakt dat ik er tijdelijk andere dingen voor moet laten schieten.”

“Bij de gemeente Valkenswaard ben ik, een maand nadat mijn stage begon, ook aangenomen als sportconsulent. In die functie ben ik programmaleider van Bewegend Leren op basisscholen. Ik begeleid 1e- en 2e-jaars stagiaires Sportkunde van Fontys Hogeschool. Zij geven lessen Bewegend Leren, waarbij leerlingen op een actieve manier bezig zijn met de lesstof. Groot voordeel hiervan is dat door bewegen het brein beter functioneert en je de lesstof beter opneemt. Daarnaast werk ik als cliëntbegeleider in een woongroep voor gehandicapten en ben ik vrijwillige brandweervrouw.”