Een kijkje in de PHBO Sportdietetiek opleiding – de eerste weken

Door Shiannah Danen

De post-HBO Sportdietetiek opleiding is een van de cursussen die door HAN Seneca Sports and Exercise Nutrition wordt aangeboden. Na afronding van deze opleiding  kun je  lid worden van de VSN en vervolgens kun je een initiële SCAS registratie aanvragen. Vervolgens heb je 3 jaar de tijd om voldoende SCAS punten te verzamelen om als sportdiëtist SCAS gecertificeerd te worden. Als sportdiëtist kun je recreatie- of wedstrijdsporters adviseren over een optimale voeding gericht op verbeteren/handhaven van de gezondheid en het optimaliseren van de prestatie. In deze cursus leer je om voor verschillende type sporters een op maat gesneden sportvoedingsadvies op te stellen. In totaal zijn er 10 bijeenkomsten verspreid over een periode van vier maanden.

Om een idee te krijgen hoe deze cursus is opgebouwd en welke lesvormen en activiteiten deze cursus vervullen, heeft Shiannah Danen als een van de cursisten binnen de opleiding haar ervaringen per bijeenkomst beschreven.

Week 1 Trainingsleer, fysiologie, schatten van voedingsstatus & antropometrie
Tijdens de eerste cursusdag stonden de onderwerpen “Inleiding in de trainingsleer en fysiologie” en “Schatten/meten van voedingsstatus en antropometrie als evaluatiemiddel” centraal.

Na de eerste kennismaking gaf Nick Iedema de cursisten meer inzicht in de fysiologie van de spieren, intramusculaire coördinatie en de verschillende energiesystemen. Kennis over de verschillende energiesystemen is belangrijk om als sportdiëtist goede voedingsadviezen te kunnen geven. Zo hebben sporten waarin korte en intensieve inspanningen plaatsvinden andere voedingsbehoeften dan bij sporten met lange inspanningen, omdat er een ander energiesysteem wordt gebruikt. Daarnaast werd tijdens deze bijeenkomst duidelijk dat de termen die horen bij myologie en intramusculaire coördinatie belangrijk zijn om wetenschappelijke literatuur te kunnen lezen en de vertaling te kunnen maken naar de voedingsadvisering. Een voorbeeld hiervan is de werking van bietensap op het prestatievermogen en waar mogelijk fysiologische verbeteringen optreden wanneer dit door atleten wordt gebruikt.

In de middag stond onder leiding van Ingrid Ceelen het schatten/meten van voedingsstatus en antropometrie als evaluatiemiddel centraal. Na wat behoorlijke theorie in de ochtend was het nu tijd om praktisch aan de slag te gaan met het meten van de huidplooien. Ingrid Ceelen heeft zich als sportdiëtist verdiept in meten van lichaamssamenstelling door ISAK level 1 te behalen en zij weet dan ook als geen ander hoe de lichaamssamenstelling het beste gemeten kon worden. Al snel bleek dat bijna alle cursisten op een andere manier gewend waren om te meten. Een uitgangspunt binnen de ISAK is dat het meten van de huidplooi aan de rechterkant van het lichaam plaatsvindt. Ook is een 8-puntsmeting gewenst om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de lichaamssamenstelling.

Week 2 Voedingspatronen, Journal club & practicum traplopen

In de tweede week stond in de ochtend het thema “Sport en andere voedingspatronen” centraal. Anja van Geel, een bekende naam binnen de sportdietetiek, verzorgde deze bijeenkomst. Na wat theorie over vegetarische en buitenlandse voedingspatronen, mochten de cursisten een aantal casussen uitwerken. Het toepassen van de theorie naar een praktijkvoorbeeld was een fijne manier om te toetsen of je de stof goed had begrepen.

In de middag stond een journal club op de planning waar we plenair een artikel gingen bespreken. Het artikel “Sport-specific nutrition: Practical strategies for team sports” stond tijdens deze Journalclub centraal. Het artikel gaf praktische voedingsstrategieën bij het adviseren van spelsporters. Bijvoorbeeld hoeveel koolhydraten/eiwitten per dag wordt aanbevolen en welke voedingsstrategieën je als sportdiëtist kan hanteren voor voeding rondom/tijdens training en wedstrijden. Belangrijke conclusie was dat altijd gekeken moet worden naar het individu, omdat een keeper bijvoorbeeld een heel ander energiesysteem gebruikt dan een aanvaller, waardoor de voedingsbehoeften ook aangepast moeten worden.

Na de Journalclub vond er een practicum “traplopen” plaats. Het doel van het practicum was om zelf als sportdiëtist te ervaren hoe lastig het kan zijn om tijdens inspanning te eten en te drinken. Een aantal cursisten waren bereid om aan het practicum deel te nemen. Tijdens inspanning werd gekeken naar voldoende inname van vocht en koolhydraten. Producten die door de deelnemers werden gebruikt waren onder andere water, sportdrank, banaan, liga, gedroogd fruit en krentenbollen. De ervaring was dat de hoeveelheid voeding binnen het half uur erg veel was om toch genoeg koolhydraten en vocht aan te kunnen vullen. De richtlijn is dan ook wanneer langer dan een uur intensief wordt gesport, gemiddeld 60 gram koolhydraten en 1000 ml vocht per uur moet worden aangevuld voor een optimale prestatie. Daarnaast bleek het ook heel lastig om tijdens het lopen uit een flesje te drinken, omdat het water dan klotst. Beter kan dan worden gekozen voor een bidon, omdat je hier dan minder last van hebt. Daarnaast was de ervaring dat vaste voeding tijdens inspanning over het algemeen erg lastig was om in te nemen. Een goede sportdrank (isotoon) zou dan een goede uitkomst bieden, omdat dan in een keer vocht en koolhydraten worden aangevuld.

 Update van de overige weken volgt binnenkort.