Olympische Spelen: voeding als basis voor prestatie
We zitten vlak voor de Olympische Spelen in Londen. Een groot aantal Nederlandse sporters stelt momenteel alles in het teken van het grootste sportevenement ter wereld. Hoe kunnen ze zich het beste voorbereiden? Hoe kunnen ze pieken op het moment suprême? Nick Iedema begeleidt een aantal nationale teams op het gebied van sportvoeding naar het grootste moment in hun carrière. “Het begint bij je eigen passie voor sport.”
De meeste mensen herinneren zich nog goed de gouden medaille die de Oranje hockeyvrouwen wonnen in Peking in de finale tegen gastland China. Onder zware fysieke omstandigheden door de warmte en luchtvochtigheid werd gewonnen van een hockeyploeg die daar uiteraard juist aan gewend was. Een essentieel onderdeel van een dergelijk succes ligt op het gebied van sportvoeding, ietswat vooral het laatste decennium meer doorgedrongen is tot topsporters.
Nick Iedema
Nick Iedema zit als voedingsdeskundige in een expertgroep voeding van het NOC*NSF. Vanuit deze positie begeleidt hij een aantal nationale sportteams dat een grote kans maakt op het behalen van een medaille tijdens de Olympische Spelen in London. Daaronder valt ook het nationale vrouwenhockeyteam.
“Zij zitten bijna elke maandag tot en met woensdag intern op Papendal (topsportcentrum, red.). In die drie dagen is het niet ongewoon dat ze zes trainingen hebben. Het is duidelijk dat bijvoorbeeld herstel dan cruciaal is. Vooral de periode direct na een training is het lichaam extra ontvankelijk voor herstel. Samen met de cateraar hebben we geregeld dat elke training een vruchtenkwark klaarstaat die ‘op maat’ gemaakt is met precies de juiste samenstelling”, aldus Iedema.
De begeleiding van zo’n team is niet iets wat twee dagen van tevoren kan beginnen. Daar gaan maanden aan voorbereidingen aan vooraf. Iedema: “Bij het begeleiden van een nieuwe sportploeg begin ik altijd met een inspanningsfysiologische analyse. Vanuit dezeanalyse kun je beredeneren hoe voeding hierbij kan aansluiten. Vervolgens deel in de aandachtspunten in per laag van de sportvoedingspyramide (basisvoeding, sportspecifieke voeding en supplementen). Uiteindelijk wordt er een activiteitenplanning gemaakt op basis van de trainings- en wedstrijdkalender van het team.” Volgens de voedingsdeskundige moet je daarbij denken aan welke energiesystemen in welke mate worden belast in trainingen en wedstrijden. “Ook trainingsvolume, periodisering en dergelijke zijn van belang. Vervolgens vertaal ik deze eisen naar basisvoeding aangepast op de periode in het seizoen, voeding rond trainingen, voeding rond wedstrijden en supplementen.”
Doelgerichte activiteiten
Op basis van een analyse worden doelgerichte activiteiten op gang gezet die gericht zijn op het bereiken van het gewenste gedrag. Iedema: “In een teamsport als hockey is het bijvoorbeeld niet gebruikelijk om koolhydraten te gebruiken tijdens de wedstrijden. Ik maak dan duidelijk wat de relatie is tussen koolhydraatinname en het prestatievermogen. Vervolgens oefenen we dit tijdens trainingen en oefenwedstrijden.” Er is volgens de voedingsdeskundige ook niet een basisbegeleidingspakket voor iedereen samen te stellen, ongeacht de sport die ze beoefenen. “Elke sport stelt andere eisen aan het lichaam.”
Op dit moment zitten we vlak voor de Olympische Spelen van Londen. Iedema merkt wel dat er meer druk is. “Alles moet nu zo’n beetje op de rails staan. Voor sommige atleten is dat lastig, omdat ze zich überhaupt nog moeten plaatsen. Het is nu een kwestie van ‘finetunen’. Er wordt geoefend met voedingsstrategieën in wedstrijdsituaties en supplementenstrategieën worden vastgesteld.” De sporters zitten als het goed is vlak voor hun piekmoment en volgens Iedema speelt dan het vertrouwen van topsporters in hun begeleiding ook een cruciale rol. “Het kost tijd om een vertrouwensrelatie op te bouwen. Bij de vrouwenhockeyploeg lopen bijvoorbeeld de meeste speelsters al even rond en hebben al verschillende sportvoedingsdeskundigen zien ‘langskomen’. Ik probeer alles wat ik doe goed te onderbouwen met wetenschappelijke literatuur. Het zijn slimme meiden. De relatie tussen een veranderingop voedingsgebied en de prestatie in het veld moet helder zijn.”
Intrigerend thema
Iedema was niet altijd een voedingsdeskundige. Maar het thema intrigeerde hem al toen hij als manager werkzaam was. “Toen ik bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) begon, werkte ik als (project)manager en docent. Als docent richtte ik me al snel opvakken als inspanningsfysiologie en trainingsleer. Eén van de markgerichte activiteiten die in mijn portefeuille zat was sportvoedingsbegeleiding. Ik dacht toen vaak: ‘Wat die voedingsjongens met die topsporters doen is pas echt gaaf’. Op een gegeven moment heb ik de beslissing genomen om ook als sportvoedingskundige aan de slag te gaan. In het begin had ik een beetje geluk dat ik via contacten bij het professionele wielrenteam van Milram terecht ben gekomen. Daar heb ik veel geleerd. Al snel kwam voetbalclub NEC daarbij en nu dus ook verschillende nationale teams voor het NOC*NSF.”
Dit artikel is oorspronkelijk geplaatst in Sport FM. Voor meer informatie over SFM: http://www.sport-complex.nl/index.php?page=magazines