1 op 5 sporters zou andere sport kiezen indien financiële situatie dat toeliet
Het beschikbare budget voor sport is mede bepalend voor de tak van sport die wordt beoefend: 21 procent van de sportende Nederlanders zou een andere sport beoefenen als de financiële situatie dat toeliet. Dat geldt vaker voor huishoudens met een beneden modaal inkomen (25%) dan voor huishoudens met een boven modaal inkomen (18%). Dit blijkt uit het factsheet ‘Consumentenuitgaven aan sport | 2018’ van het Mulier Instituut en HAN Sport en Bewegen van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.
Andere bevindingen zijn:
- In 43 procent van de Nederlandse huishoudens die in 2018 minder te besteden had dan in het jaar ervoor, wordt op sportuitgaven bezuinigd. Vaker dan op sport wordt bezuinigd op uitgaan (66%), uit eten (65%) en vakanties (62%).
- Lidmaatschappen van de sportvereniging en het fitnesscentrum worden door huishoudens met een verkleind vrij besteedbaar inkomen vaker ontzien bij bezuinigingen, in vergelijking met andere uitgaven voor actieve sportbeoefening.
- Als sporters sport zouden moeten laten schieten voor andere activiteiten in de vrije tijd, zou dat voor ruim een derde een bittere pil zijn.
- Ruim een kwart van de Nederlanders vindt de kosten verbonden aan het doen van sport bezwaarlijk. Dit aandeel is vergelijkbaar met dat in 2016.
- Circa een kwart van de Nederlanders verwacht sportartikelen en -kleding de komende twaalf maanden vaker online te gaan kopen in plaats van in een fysieke winkel.
Klik hier om het factsheet ‘Consumentenuitgaven aan sport | 2018’ te downloaden (pdf). Neem voor meer informatie contact op met Willem de Boer, sporteconoom bij HAN Sport en Bewegen.