Focusgroep feedbackperspectieven bij Voeding en Diëtetiek

De opleiding Voeding en Diëtetiek neemt deel aan het landelijk Leernetwerk Programmatisch Toetsen (LPT). Dit is een netwerk van circa 20 opleidingen die zich in verschillende fasen van implementatie van programmatisch toetsen in hun curriculum bevinden. Het doel van het leernetwerk is om van en met elkaar te leren door gemeenschappelijke vraagstukken te verkennen met de inzet kleinschalig praktijkgericht onderzoek in de eigen praktijk. Waar mogelijk wordt deze kennis omgezet in concrete tools en handvatten die gedeeld kunnen worden (Platform Leren van Toetsen, 2021).
Mede op verzoek onze opleiding is een leervraag geformuleerd op het gebied van verschillende aspecten van feedback.
Aan welke kenmerken moet feedback binnen de context van programmatisch toetsen voldoen om zelfsturend en ontwikkelend leren te stimuleren en hoe kunnen docenten hun studenten ondersteunen bij het aanleren van efficiënt feedbackzoekgedrag?
Om gegevens te verzamelen waarmee deze onderzoeksvraag beantwoord kan worden zijn vier opleidingen aan de slag gegaan om data te verzamelen. In een online focusgroep zijn er, met behulp van een gesprekleidraad van het LPT gegevens vanuit drie perspectieven verzameld. Zeven diëtisten in opleiding (DIO’s) vertegenwoordigeden vanuit alle jaarlagen het studentperspectief. Het docentperspectief en het beslisserperspectief werden door negen collega’s met ervaring in de betreffende rol vertegenwoordigd. Van de gesprekken zijn opnames gemaakt die getranscribeerd zijn. Vervolgens zijn tekstfragmenten ingevuld in het analyse-schema dat vooraf door het LPT was verstrekt.
De DIO’s hadden een stream om van te smullen! Gestructureerd, met veel respect voor elkaar, ruimte voor verheldering van elkaars gedachtegangen en voor verschil van inzicht.
Inhoudelijk kwam naar voren dat onze DIO’s behoefte hebben aan eenduidigheid met betrekking tot de in programmatische toetsing gebruikte terminologie. Ook geven ze aan behoefte te hebben aan een bevestiging dat ze op de goede weg zitten en dat ze concrete aanwijzingen zouden willen over de volgende stap die ze zouden kunnen zetten, zonder dat er ‘voorgekauwd’ wordt. Ook is er behoefte aan een helder beeld over waar hun inspanningen uiteindelijk toe moeten leiden.
Tot slot vinden ze het belangrijk dat docenten op één lijn zitten qua vorm waarin feedback gegeven wordt. Met betrekking tot de inhoud hebben de DIO’s begrip voor het verschil tussen docenten.
De docenten vinden dat feedback vooral aan moet zetten tot zelfregie. Om dat te bereiken moet helder zijn waar ze naartoe moeten. Het benoemen van normen/niveau’s wordt als contraproductief gezien voor zelfsturing. De beslisser heeft dit wel nodig om het beslisproces vorm te geven. Ook noemen docenten dat mondelinge feedback efficiënter is dan schriftelijke feedback. Tot slot wordt aangegeven dat docenten behoefte aan kallibratie hebben. Blijkbaar is nog niet voor alle collega’s duidelijk dat kalibreren tot één standaard niet nodig is omdat vanuit het perspectief van leren het juist verrijkend kan zijn om verschillende visies te verkrijgen (Baartman, Van Schilt-Mol, & Van der Vleuten, 2020, p.19). Mogelijk gaat het hier echter om een semantische discussie en wordt met kalibreren het operationaliseren van leeruitkomsten bedoeld?
Bij de beslissers werd uitgediept wat een beslissing is, men noemt de high stake en komt tot de conclusie dat er bij de low stake ook een beslissing zit, maar geen harde. Er wordt gestoeid met de vraag hoe relateer je feedback, feed-up en feed forward aan het beslisproces. De waarde van de verschillende feedbackperspectieven wordt verschillende geduid door de beslissers. Aan het feedbackperspectief van de mentor wordt de meeste waarde gehecht. De peer-feedbackperspectief wordt minder waardevol geacht. Het de score op kennis-datapunten wordt als belangrijk voor het beslisproces gezien. Tot slot wordt aangegeven dat een rijk palet aan feedbackperspectieven maakt dat er met vertrouwen een beslissing kan worden genomen.

De resultaten van deze focusgroep leren ons dat we de afgelopen twee jaar grote stappen hebben gezet bij het invoeren en doorontwikkelen van het feedbackproces. De focusgroep heeft ons geholpen scherper zicht te krijgen op aspecten van feedback die meer aandacht behoeven. En ook dat we de stappen voorwaarts samen met onze DIO’s moeten zetten; ze zijn tot meer in staat dan we soms denken. Kortom: interactief en in dialoog werken laat feedback floreren. En hoewel feedback niet perfect is, is het wel het beste systeem dat we hebben om studenten autonome, onafhankelijke en zelfregulerende vaardigheden aan te leren (Carless, 2021).

Bronnen:

Baartman, L., Van Schilt-Mol, T., &Van der Vleuten, C. (2020). Programmatisch toetsen: Voorbeelden en ervaringen uit de praktijk. Amsterdam: Boom Uitgevers.
Carless, D. (2021, 22 januari). Feedback Literacy in Higher Education [Videobestand]. Geraadpleegd op 28 maart 2021, van https://www.youtube.com/watch?v=BmcExCZf3_4
Platform Leren van toetsen. (2021). Programmatisch toetsen. Geraadpleegd op 28 maart 2021, van https://lerenvantoetsen.nl/programmatisch-toetsen/

Reacties

  1. 02 april 2021 door Marjo Maas

    Dit is een heel mooi resultaat van een evaluatie. Onlangs heeft fysiotherapie tijdens een etalagebijeenkomst de resultaten van evaluaties gedeeld die deel en deels niet overeenkomen met deze resultaten. Misschien is het goed als we de resultaten van evaluaties van programmatisch toetsen in een gemeenschappelijke APS bijeenkomst met elkaar delen en samen analyseren om vervolgens voorlopig te kunnen concluderen: wat werkt en wat niet als het gaat om feedback.