Onderwerpen voor en vormen van een project

Over vrijwel elk thema uit de geschiedenis kan een oral history project gestart worden. Het ligt voor de hand om te starten met een onderwerp dat dicht bij de belevingswereld van de leerlingen ligt en aansluit bij onderwerpen die behandeld worden in het voortgezet onderwijs. Hieronder volgen een aantal thema’s die zich goed lenen voor een oral history project.

Kleine projecten voor leerlingen en hun eigen families

Voor- en achternamen in de familie, seksualiteit vroeger en nu, gezinsgrootte vroeger en nu, positie van vrouwen/mannen/kinderen in het gezin, religie/verzuiling vroeger en nu, op zoek naar een bijzonder verhaal in de familie, stamboomonderzoek, emigratie en verhuizen, dienstplicht,  opleiding en school.

Regionale gebeurtenissen: op zoek naar persoonlijke herinneringen aan gebeurtenissen in de regio

Specifieke thema omtrent stads/dorpsgeschiedenis, sluiting of bloei van een fabriek/specifieke industrie, geschiedenis van een wijk/ buurthuis/school/straat, enzovoort, lokale beroemdheden en herinneringen hieraan.

Nationale gebeurtenissen: op zoek naar persoonlijke herinneringen aan nationale gebeurtenissen

De Tweede Wereldoorlog, onafhankelijkheid Indonesië, autoloze zondag, crisis in de jaren tachtig, voetbal/sport, kernwapens, treinkapingen, Watersnoodramp, onafhankelijkheid Suriname, invoering Euro, tweede feministische golf, homobeweging, milieubeweging, veteranen (WO II, Libanon, Afghanistan, Irak), sluiting van de mijnen, dood van politici (Fortuyn), welvaartsstijging in de jaren zestig, ontstaan jeugdculturen, multiculturele samenleving, opkomst televisie/computer, maatschappelijke verhoudingen in Nederland vanaf de jaren zeventig, Srebrenica.

Internationale gebeurtenissen: op zoek naar persoonlijke herinneringen aan internationale gebeurtenissen

Koude Oorlog, val van de Berlijnse Muur, Tsjernobyl, 11 september, deelname aan gewapende conflicten, vredesmissies, dood politici, oorlogen (voormalig Joegoslavië, Rwanda), sociale bewegingen en actie (demonstraties tegen Vietnam, klimaatstakingen, milieubeweging, homobeweging, vrouwenbeweging), Europese eenwording, DDR/BRD, IJzeren gordijn, Duitse hereniging, opkomst China.

Vormen van projecten

Een project kan een paar dagen duren, maar ook enkele maanden. Leerlingen verdiepen zich eerst in het onderwerp, benaderen een ooggetuige, stellen vragen op en oefenen met interviewen, interviewen en verwerken dit interview tot een eindproduct. Behalve in de vorm van een project is het ook mogelijk om één of twee lessen aan oral history te besteden. Leerlingen kunnen beginnen door eens hun ouders, opa’s en oma’s, familieleden of buren te bevragen over een onderwerp. Voor een klein project zijn tenminste vijf lessen nodig, liefst verspreid over een periode van minimaal drie weken.

Verschillende fasen/stappen in een project

 

 

Om een project optimaal te laten slagen en de beoogde leerdoelen te behalen is het van belang om aan de verschillende fasen: voorbereiding, interviewen en verwerking, analyse en reflectie voldoende tijd te kunnen besteden.

Eindproducten zijn bijvoorbeeld:

• Schriftelijk verslag (essay, paper)
• Presentatie
• Tentoonstelling (digitaal of fysiek)
• Voorstelling
• Kennisclip/documentaire/film
• Website/padlet
• Ppt/prezi presentatie

 

Voorbeeld structuur opbouw eindproduct

I Inleiding

Introductie onderwerp, uiteenzetten vraag-/doelstelling van het onderzoek, uitleggen wat je gaat doen, hoe en waarom.

II Historische context

Over welke periode en gebeurtenis gaat het interview? Welke historische informatie is relevant om te weten over de periode/streek/gebeurtenis? Verwijs hier naar bronnen (literatuur, lessen, enzovoort).

III Korte biografie van de geïnterviewde

Wie is de geïnterviewde, wanneer is hij/zij geboren, hoe is zijn/haar leven in het kort verlopen. Waarom interviewen jullie deze persoon? Waarom wil hij/zij meewerken?

IV Wat blijkt uit het interview?

Korte samenvatting van de centrale punten: meest opvallende, treffende, onthullende zaken. Gebruik hierbij ter illustratie ook citaten uit het interview. Dit kan met behulp van deze bijlage.

V Analyse

Wat is de historische waarde van datgene wat de geïnterviewde heeft gezegd? Hoe past het interview in de historische context van het thema en de periode? Wat zijn overeenkomsten en verschillen met andere interviews? Kun je iets zeggen over de betrouwbaarheid  van het interview. Gebruik hierbij citaten uit het interview en verwijs naar bronnen (literatuur/lessen/ enzovoort).

VI Conclusie en reflectie

Benoem sterke punten uit je interview (zowel over de inhoud als de interviewtechnieken).  Benoem zwakke punten/nadelen uit je interview. Wat heb je geleerd van het interviewen (denk aan de drie verschillende niveaus)? Wat heeft het interview voor jou en de geïnterviewde betekend? Wat heb je geleerd over geschiedenis en de waarde van ooggetuigen?