Aansluiting bij kerndoelen en eindtermen

Aansluiting bij kerndoelen en eindtermen geschiedenisonderwijs

Oral history past uitstekend bij de kerndoelen en eindtermen van geschiedenisonderwijs in zowel de onderbouw als de bovenbouw (zie dit schema voor een uitwerking).
Oral history sluit aan bij historische kennis over de tijdvakken 9 en 10 en de daarbij behorende kenmerkende aspecten. Bij historisch denken en redeneren kan door oral history onderwijs inzicht gekregen worden in processen van continuïteit en verandering, oorzaken en gevolgen, standplaatsgebondenheid, contextualiseren, verklaren en betekenis geven voor het heden, omgaan met bronnen (ooggetuigen). Daarnaast kunnen leerlingen leren om onderscheid te maken tussen feiten en meningen, rekening te houden met tijd- en plaatsgebondenheid van interpretaties en oordelen en de rol van waardepatronen in heden en verleden te herkennen.

Mens en Maatschappij

Binnen het leergebied mens en maatschappij kan oral history onderwijs goed aansluiten op kerndoelen: 36, 37, 39, 40, 41, 42, 43, 46, 47. Daarnaast past oral history bij de inhoud van de volgende bouwstenen: mensbeeld en identiteit, denken vanuit de ander en jezelf, denken vanuit actoren, denken in betekenis, informatie verwerven en verwerken en onderzoeken.

Burgerschapsonderwijs

Oral history kan aansluiten bij een aantal bouwstenen van burgerschapsonderwijs. Zoals; identiteit, diversiteit, vrijheid en gelijkheid en globalisering.

Vakoverstijgend samenwerken

Ten slotte past een oral history project bij vakoverstijgend samenwerken tussen bijvoorbeeld geschiedenis, aardrijkskunde, maatschappijleer, moderne vreemde talen en Nederlands en is het geschikt voor burgerschapsonderwijs, profielwerkstukken of schoolbrede werk- en projectweken.
Een aantal vaardigheden die met oral history kunnen worden bereikt zijn expliciet vakoverstijgend, zoals: informatie verzamelen en ordenen, vragen en hypothesen formuleren, het analyseren van data, schrijven en presenteren, sociale vaardigheden (een gesprek voeren en contact leggen met een ooggetuige), interviewtechnieken, filmen en samenwerken.