mijn eerste artikel voor mijn promotie

Dutch Logistics Service Providers and Sustainable Physical Distribution – Searching for Focus

Op dit moment bezig met het werken aan een dissertatie. Thema: wat maakt, hindert en bevordert dat fysieke distributie duurzaam wordt? In de afgelopen 3 jaar al veel onderzoek gedaan, maar daar moet wel wat uitkomen. In mijn geval moet ik enkele artikelen schrijven bij gerenomeerde (quotation index) wetenschappelijke tijdschriften.  Ik ben niet de enige en er wordt dus om elke publicatieplek gevochten. Je krijgt in de periode tussen dat je het voor het eerst inlevert en de uiteindelijke publicatie (in mijn geval 7 maanden), op- en aanmerkingen van vakgenoten. Was een goede leerervaring voor mij. Doordat het je dwingt anders naar je tekst te kijken maak je dat het beter aansluit op je doelgroep en helpt het jezelf scherper te blijven. Net vandaag de definitieve versie van het artikel ontvangen. Het is opgenomen in de International Food and Agribusiness Management Review (IFAMR) van het Amerikaanse International Food and Agribusiness Management Association (IFAMA). Ik doe mijn promotieonderzoek namelijk onderbegeleiding van Onno Omta van de Universiteit van Wageningen.

Onderzoek wordt een steeds belangrijk aspect van onze opleiding en de maatschappij verwacht dat ook steeds meer van onze alumni!

Best trots op de publicatie en om die met jullie te delen. Dit artikel is naast mijn promotor (Onno Omta) ook geschreven door twee HAN medewerkers: Hans-Heinrich Glöckner en Stef Weijers

Reacties

  1. 17 januari 2013 door Dario de Jong

    Hallo Reinder,

    Gefeliciteerd! Altijd goed om te zien dat docenten van de HAN zich blijven verbeteren. Wat mij, ondertussen als ex-student, interessant lijkt is om te zien wat de feedback is die je op dit soort stukken krijgt. Is het mogelijk om draft versies met feedback in te zien?

    Groeten,

    Dario de Jong

  2. 17 januari 2013 door Reinder Pieters

    Er zijn verschillende versies geweest. Bij dit soort tijdschriften is het al een hele uitzondering dat je überhaupt echt bekeken wordt. 80 % (!) van alle inzendingen aan dit soort tijdschriften (Citation Index) wordt sowieso direct weggegooid “past niet in ons tijdschrift”. 20% wordt in behandeling genomen en dan ga je de molen in. In mijn geval betrof het een artikel dat in voor een congres had geschreven. Ik had een geheel andere doelgroep op het oog dan die voor een bepaald tijdschrift. Toch is het opgepikt en ik heb het zoals het geschreven was (tijdgebrek) diezelfde maand aan het tijdschrift aangeboden. 2 referenten gaan dan naar het stuk kijken, zonder dat ze door hebben wie er achter steekt: double blind peer review. Van hen ontving ik commentaar die soms schokkend, maar ook direct raak waren. Ze stellen vragen, brengen aspecten naar voren die je zelf niet gezien had. Op basis daarvan heb ik na ontvangst de gehele maand september alles lopen verbeteren. Nu meer naar de doelgroep van het tijdschrift geschreven. Oktober was alles rustig tot de laatste dag toen ik op deze herziening weer commentaar mocht ontvangen: 38 stuks. Maar dit keer ook van “dat is leuk, moet je meer naar voren brengen!”. Ook hier hard aan gewerkt om dat half november opnieuw in te leveren. Op 1 december kreeg ik te horen dat het conditioneel geaccepteerd was. De conditie: het Engels was niet naar hun zin. Dat hadden ze al eerder gemeld en tijdens het proces het stuk door een bevriende, geproveerde collega uit Londen laten corrigeren. Maar ze willen in dit (Amerikaanse) tijdschrift een standaardstijl zien. Oplossing? Voor 200 US$ heeft iemand mijn tekst volgens hun wensen aangepast. Voor hen die eens willen inzien welke opmerkingen je zo al mag verwachten, maak een afspraak met mij en kom eens langs. trouwens van de overgbleven 20% haalt ook een groot deel (geen cijfers mij bekend) de eindstreep van publiceren niet. Net mijn mijn promotor gesproken en die zei “je mag er best trots op zijn!”. Ook dat moet je leren.