Surf Masterclass ICT-docentprofessionalisering – Over wortels en stokken
Eind 2011 organiseerde SURF een masterclass over docentprofessionalisering op het gebied van ICT en onderwijs. In 3 bijeenkomsten werden good-practices van hoger onderwijs instellingen gepresenteerd en konden we met onze collega’s in gesprek over hoe we de professionalisering kunnen aanpakken. De aanpak is divers en valt uiteen in ‘wortels’ (bijvoorbeeld kennisuitwisseling onder het genot van een lekkere lunch) en ‘stokken’ (onderdeel van het R&O gesprek of onderdeel van de Basis Kwalificatie Onderwijs). De uitwisseling heeft voor ons een aantal belangrijke lessen opgeleverd:
Les 1: Het belang van een visie op onderwijs en een aanpak op maat
Eén van de sprekers was Robert-Jan Simmons. Hij maakte duidelijk waarom docent professionalisering zo belangrijk is. De gemeenschappelijke kenmerken van onderwijsorganisaties zorgen voor een continue behoefte aan (docent)professionalisering. Deze kenmerken zijn:
- Continue trachten een lerende organisatie te worden;
- Het hebben van een commitment voor probleemoplossen en het dragen van een gedeelde verantwoordelijkheid voor verbeteren.
Bovenstaande kenmerken vereisen een heldere missie en visie op onderwijs (Nederlands School voor Onderwijsmanagement, 2011). Die visie op onderwijs kan in 4 categorieën worden ondergebracht:
- Tamelijk traditioneel: kennis verwerven en oefenen
- Actief en zelfstandig (leren) leren: ontdekken
- Context-rijk leren: kunst afkijken en oefenen
- Samenwerkend leren: participeren
Elke onderwijsvisie kan worden ondersteund met ICT, maar de middelen kunnen verschillen. De inzet van ICT in het onderwijs zal per instituut op de HAN waarschijnlijk anders zijn. Dit betekent voor de docentprofessionalisering: maatwerk per instituut of wellicht per opleiding. Dat staat dan nog los van het feit dat docenten zelf ook nog hun eigen leervoorkeuren hebben, die kunnen worden beschreven met 5 metaforen:
- Kunst afkijken; Wat werkt? Meeliften, overnemen, leren in het echte leven, druk, observeren, imiteren
- Participeren; dialoog, met anderen leren, samen iets uitzoeken, onderling vertrouwen, conversatie
- Kennis verwerven; boekenkennis, kennisoverdracht, leren van experts, doelgerichtheid
- Oefenen; veiligheid, coaching, expliciet leren, uitproberen, games, simulaties
- Ontdekken; in het diepe springen, nieuwsgierigheid, toeval, creativiteit, inspiratie
Diversiteit in inhoud en werkvorm lijkt dus belangrijk, waarmee ‘one size fits all’ workshops niet de juiste vorm lijken.
Les 2: De rol van het management
Het onderzoek van Bert van Veldhuizen (2011) werd aangehaald door Robert-Jan Simmons. Het belang van de ondersteuning van het management en het beschikbaar stellen van tijd en middelen komen in zijn onderzoek duidelijk naar voren. Met enige jaloezie luisterden wij naar collega’s van ander instellingen waar ICT-competenties van docenten op centraal niveau zijn vastgelegd en waar deze competenties onderdeel zijn van de R&O-cyclus. De HvA heeft in het instellingsplan opgenomen dat docenten ICT-vaardigheden moeten bezitten. Echter met een paar zinnen in het instellingsplan is de wereld nog niet veranderd. Dus vanuit het nieuwe instellingsplan wordt gezocht om dit beter te verankeren binnen de opleiding door bijvoorbeeld ICT-vaardigheden op te nemen in de BKO (Basis kwalificatie onderwijs). De lerarenopleidingen van de HvA gaan nog een stap verder, zij hebben hun visie op ICT en onderwijs bepaald en daaraan gekoppeld beleid voor de competentieontwikkeling van docenten wat onderdeel is van het HRM-beleid. Het management van de lerarenopleiding zijn dus de dragers van de nieuwe opzet.
Les 3: Verankering in de organisatie
Het is logisch dat docentprofessionalisering en ICT en onderwijs goed verankerd moeten worden in de organisatie. Echter, op beide thema’s blijkt dat vaak toch nog lastig. De deelnemers aan de masterclass hadden verschillende ideeën hoe ze dit kunnen realiseren binnen hun instelling. Sommigen willen docenten verleiden door grassroots. Anderen zoeken meer de formele weg aansluiten bij de PDCA cyclus, waarbij verbeterpunten binnen de organisatie ook vaak vraagstukken zijn op het gebied van professionalisering van docenten en ICT. De PDCA kun je inzetten voor het systematisch monitoren van inzet van ICT in het onderwijs, hiermee kun je een steviger fundament bouwen onder het belang van ICT voor de kwaliteit van onderwijs. Anderen zetten in op de R&O cyclus, waarbij docenten zelf hun ICT-competenties en hun scholingsbehoefte op dit gebied in kaart brengen of waarbij docenten een portfolio moeten samenstellen op basis waarvan tijdens het R&O gesprek de scholingsbehoefte wordt vastgesteld.
Professionalisering moet een duidelijke plaats krijgen binnen de kwaliteitszorg van de gehele HAN, ons primaire proces draait immers op mensen. Als ICTO-adviseur heb je daar weinig grip op. De komst van de HAN Academy kan hier wel een bijdrage aan leveren. Binnen de professionalisering moet ICT dan een rol krijgen in de werkvormen en ondersteuning van de professionalisering. Op die manier kun je laten zien hoe ICT in het onderwijs kan worden ingezet.
Les 4: Het proces is (soms) belangrijker dan de inhoud
Naar aanleiding van de masterclass zijn wij in gesprek gegaan met de afdeling P&O van de HAN. In het gesprek werd duidelijk dat P&O vanuit de HAN Academy bezig aan de slag gaat met het opzetten van een BKO (Basis Kwalificatie Onderwijs) en SKO (Senior Kwalificatie Onderwijs) traject, waarin ICT wel een (nog niet gedefinieerde) plek krijgt. We sluiten dus precies op het goede moment aan en hopelijk kunnen we dit contact blijvend inzetten om ICT in de docentprofessionalisering een plaats te geven. De masterclass heeft ons ook gesterkt in het idee dat we meer moeten aansluiten bij de ontwikkelingen van de individuele instituten en daar zetten we met het ICTO prof subteam nu ook concrete stappen in. Dus naast de bovenstaande lessen uit de masterclass zelf is vooral de verbinding die wij nu maken met de rest van de organisatie een belangrijke opbrengst.
Lionne van der Zande en Ulrike Koot, HAN ICTO team