Projectteam Onderwijs op Afstand: ‘Samenspel in sneltreinvaart’

Het coronavirus heeft het onderwijs pats-boem op zijn kop gezet. Sandra ter Horst, senior adviseur Leren met ict bij Services Onderwijs, Onderzoek en Kwaliteitszorg, maakt dit vanaf de eerste rij mee. In het tijdelijke projectteam Onderwijs op Afstand, dat zij voorzit, proberen zij en haar teamleden elke dag opnieuw in te spelen op een nieuwe, roerige realiteit. Een oefening voor gevorderden in snel en soepel samenspel.
Wat doe jij ‘normaal’?

En toen moest er ineens overal aan de HAN onderwijs op afstand komen, werd vliegensvlug jullie projectteam geformeerd en belandde jij op de voorzittersstoel.

“Juist. De afgelopen tijd waren we met al deze disciplines een heel eind op weg om nog hechter te gaan samenwerken. Toen kwam corona… Op 11 maart kregen we nieuwe marsorders. Onze opdracht: voorbereidingen starten om HAN-breed onderwijs op afstand vorm te geven. In sneltreinvaart is meteen daarna een team uit de grond gestampt met daarin collega’s vanuit OOK staf en services, Functioneel Beheer, Informatiemanagement, ICT, Servicedesk, MCV en academie-informatiecoördinatoren.“

Hoe is jullie team te werk gegaan en hoe hebben jullie het onderwijs erbij betrokken?

“Centrale en decentrale netwerken van Informatiemanagement, Onderwijskunde en Functioneel Beheer zijn versneld opgestart. Dit was als onderdeel van de academievorming al een aanpak om vragen vanuit het onderwijs goed in kaart te brengen; dat speelde ons dus gelukkig mooi in de kaart. Inmiddels zijn we structureel met academievertegenwoordigers in gesprek. In eerste instantie om te horen hoe de eerste fase van onderwijs op afstand is verlopen en om de diverse voorzieningen onder de aandacht te brengen. Maar ook om van gedachten te wisselen over een weldoordachte doorontwikkeling van het afstandsonderwijs. Samen proberen we zicht te krijgen op welke ondersteuning nodig is en hoe we nog beter gezamenlijk kunnen optrekken en elkaar kunnen versterken.”

Deed de druk van de coronacrisis ergens ook dienst als een vliegwiel?

“Dat mag je gerust stellen. Er was ineens de allerhoogste urgentie, de acute noodzaak tot samenwerking. We waren echt op elkaar aangewezen om alle gewenste ondersteuning te kunnen leveren. Dit maakte dat we als tijdelijk team bijna vanzelf de krachten gingen bundelen. We stapten over muurtjes heen en durfden te vertrouwen op ieders expertise. Daarbij werd klip en klaar hoezeer die inbreng vanuit meerdere disciplines aanvullend en verrijkend was. Alle betrokkenen hebben dat als zeer waardevol en leerzaam ervaren, al was het soms natuurlijk ook behoorlijk uitdagend.”

Hoe zie jij het belang van onderwijslogistiek voor het onderwijs, juist nu?

“DLWO is een complex geheel. Om dit goed in te richten is het van groot belang dat we de processen scherp op het netvlies hebben staan die nodig zijn om de onderwijsketen zo optimaal mogelijk te faciliteren. Om te flexibiliseren moet je ook standaardiseren en ketens goed op elkaar laten aansluiten. Zonder hoogwaardige onderwijslogistiek kom je er niet, wil je modern en aansprekend hoger onderwijs aanbieden, zo simpel is het.”

Aan uitdagingen geen gebrek momenteel, vermoedelijk?

“Het is dubbel. Ja, het is aanpoten en voortdurend schakelen. Tegelijkertijd is dit een buitenkans om hetgeen waar we reeds jaren aan werkten en wat al stap voor stap vorm kreeg, verbluffend snel gedaan te krijgen.”

Wat hebben jullie al voor elkaar gekregen?

“Ons eerste succes was dat Office 365 in zo’n korte tijd HAN-breed beschikbaar is gekomen. Dat vormde de basis om überhaupt op afstand te kunnen samenwerken. Docenten durfden het aan ermee te werken en zo het contact te hervinden en te houden met hun studenten. Verder hebben we van week tot week bepaald welke ontwikkelingen we wilden initiëren. Eerst lag de nadruk erop dat het onderwijs technisch en praktisch gezien aan de slag kon. Daarna hebben we de bakens verzet; toen ging het vooral om praktische adviezen geven over de didactische inzet van online middelen en ook over de kwestie wat wel en wat niet te gebruiken. (Zie ook de Insite-pagina Onderwijs op Afstand; red.)”

Zijn studenten en docenten er blij mee?

“Een deel van het onderwijs loopt door, dat is goed gelukt. Studenten en docenten zijn daar behoorlijk over te spreken. Er worden nieuwe mogelijkheden verkend, op een schaal waar iedereen versteld van staat.
Tegelijkertijd lukt niet alles online. Veel is één op één omgezet. Afstandsonderwijs vereist echter in veel gevallen herontwerp van je leeractiviteiten; uitgebreide instructie werkt online bijvoorbeeld niet. Het onderwijs moet naar een meer blended vorm toe.
Ook liggen er nog grote uitdagingen op het vlak van vaardighedenonderwijs en toetsing. Niet alles kan online worden gedaan. De komende tijd zullen we daarom slimme keuzes moeten maken rond, ook in tijd gefaseerd, ruimtegebruik in onze gebouwen. Maar ook dan zullen we het afstandsonderwijs zeker nog een behoorlijke tijd heel hard nodig hebben.”

Welke andere lessen trek je uit de afgelopen maanden?

“Om goed op de behoeften van het onderwijs in te kunnen spelen, moeten we wendbaar zijn. Dat kan niet zonder een stabiele en veilige set van basistools en een stevig team van ondersteuners. Want ict in het onderwijs is een complex veld. We hebben veel expertise in huis, dat hebben we in deze tijd gemerkt. De kunst is om die expertise veel meer in multidisciplinair verband bijeen te brengen. De crisis heeft blootgelegd hoe essentieel dat is. Maar we hebben ook gezien hoe leuk en motiverend dit kan zijn, zoals veel collega’s zelf hebben ervaren.
Nu gaan we als team eraan werken dat alle net genoemde ingrediënten in de komende maanden blijvend bij elkaar komen, zodat het onderwijs duurzaam verrijkt wordt met de mogelijkheden van ict.”

Interviewer: Hans Wanningen, MCV