Opbrengsten van het corona onderwijs 

Onlangs zijn er verschillende publicaties verschenen waarin werd gekeken naar de geleerde lessen en opbrengsten die zijn voortgekomen vanuit het onderwijs op afstand tijdens de coronaperiode (zie bijv. Turner, InHollandHogeschool ZuydOnline VraagbaakWilfred Rubens & Educause). Ook binnen de HAN wordt daar volop over nagedacht. Zie bijvoorbeeld de resultaten uit onderzoek van Pauline Eggenhuizen bij Sport en Bewegen. Tijdens het HAN toekomstfestival op donderdag 1 april 2021 gingen wij (Marijn Post en Niels Maes, OOK services HAN) samen met Pauline Eggenhuizen, Rene Tönissen (Academie Sport en Bewegen) en Frank Bovenkerk (Academie IT en Mediadesign) in gesprek over “de Opbrengsten na Corona. Hier terug te kijken. Hieronder vatten wij de belangrijkste opbrengsten vanuit ons perspectief als ondersteuners nog eens samen en hebben we ook aandacht hoe deze opbrengsten invloed hebben op het post-corona onderwijs

NB: We pretenderen hiermee niet volledig te zijn; het is ons perspectief van wat wij hebben zien gebeuren. Ook zijn we ons zeer bewust van de uitdagingen en nadelen die de coronatijd met zich heeft meegebracht voor het geven van onderwijs. We willen dat niet bagatelliserenWat ons betreft is de toekomst “blended” en niet volledig online. Echter, we kiezen er hier voor met name te kijken naar de opbrengstenOverigens zien we in veel van de bovenstaande publicaties dezelfde opbrengsten en adviezen. 

Opbrengsten tijdens corona 

  • Corona heeft de multidisciplinaire samenwerking tussen verschillende ondersteunende “diensten” sterk aangejaagdEr is een interactieve MS Teams omgeving en ondersteunende informatiepagina gecreëerd die vanuit verschillende disciplines van de ondersteuning wordt gevoed. 
  • MS Teams is in een mum van tijd uitgerold binnen de HAN voor zowel medewerkers als studenten waardoor online synchroon leren mogelijk werd. Dit heeft de mogelijkheden voor blended learning verrijkt. We hebben gemerkt dat online onderwijs via Teams in bepaalde omstandigheden ook voordelen kan hebben tov face-to-face samenkomen, bijv. de efficiëntie, het indelen van groepen gaat soms makkelijker, laagdrempelig vragen stellen, etc. 
  • Corona heeft ons laten zien dat de campus een heel belangrijke rol heeft bij socialisatie en binding, herkennen studentenwelzijn, goed samen kunnen werken en onderwijs in vaardigheden. Desalniettemin – en toegegeven minder optimaal – hebben we wel meer inzicht gekregen hoe ook in de online leeromgeving binding kan worden gestimuleerd wat er mogelijk is met vaardigheden, etc.  
  • Er is geëxperimenteerd met technologie in fysieke klaslokalen en hybride leermodellen waarbij een deel van de studenten online de bijeenkomst volgt en een ander deel van de studenten in de klas. Het fenomeen learning spaces heeft een boost gekregen doordat er urgentie ontstond. 
  • We zien dat het online kunnen deelnemen aan onderwijs en vergaderingen/ bijeenkomsten de toegankelijkheid verbetert en de flexibiliteit vergrootBijv: online kennisdeling binnen de HAN in de vorm van etalage en ronde tafel bijeenkomsten en bepaalde trainingen werden beter bezocht dan voorheen on campus omdat het aansluiten laagdrempeliger is en niet plaatsafhankelijk. Doordat veel synchrone bijeenkomsten en sessies werden opgenomen konden mensen ook tijdsonafhankelijk de kennis tot zich nemen. 
  • Docenten en studenten zijn door het moeten geven en volgen van online onderwijs digitaal vaardiger geworden. Een groep docenten bleek zelfs in staat ontzettend creatief gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden en tooling, om studenten ook online niet alleen te instrueren maar ook te werken aan activering, binding en socialisatie (bijv. gamificationbreakoutrooms en andere activerende werkvormen) in de didactiek van hun onderwijs.

Verwachte opbrengsten op langere termijn, post-corona 

  • We hebben geleerd dat volledig online onderwijs zoals gegeven in corona tijd (emergency remote teaching) in zijn geheel geen optimale vervanging is voor het onderwijs zoals eerder pre-corona werd gegeven. Echter, we hebben ook geleerd dat sommige onderwijsvormen wel prima online kunnen (bijv. kennisoverdracht online, online samenwerkend leren en peerfeedback, just in time inplannen van online afstemmomenten) en dat studenten dat ook waarderen omdat het flexibiliteit en autonomie met zich meebrengt (zie ook Turner) 
  • We verwachten dat de vanzelfsprekendheid die er was om onderwijs hoofdzakelijk voor “on-campus te ontwerpen wordt losgelaten en dat men reeds bij de start van het ontwerp al zal overwegen online onderwijs in het ontwerp mee te nemen (blended learning). Dat is grote winst. Belangrijk is straks wel om het onderwijs zo te ontwerpen dat zowel de positieve kanten van het leren op de campus zo efficiënt mogelijk wordt gecombineerd met de positieve aspecten van online (asynchroon) onderwijs. Daarmee is het belangrijk goed na te denken over welke onderwijsvormen en activiteiten je op de campus doet (bijv. vormen waarbij sociale binding en samenwerken voorop staan), welke online (asynchroon) en welke op de werkplek (zie ook Turner). De geleerde lessen uit de coronatijd rondom activerende lesvormen en tooling moeten daarbij zeker worden meegenomen. 
  • We zijn ons nog meer gaan realiseren dat onderwijsontwikkeling die uitgaat van blended learning niet alleen een zaak is van ICT’ers of docenten met affiniteit voor ICT, maar brede betrokkenheid vereist van leiding, curriculum commissies, docententeam, etc. Daarom is het belangrijk dat de randvoorwaarde op orde (blijven) hebben om blended leren te blijven ondersteunen. Dit betekent dat docenten kunnen werken vanuit een duidelijke visie, ondersteund in tijd geld en ruimte om zich nog meer te kunnen professionaliseren. Dat ze kennis, goede voorbeelden en materialen kunnen delen en dat ze vanuit de al ingerichte multidisciplinaire ondersteuning, ondersteund kunnen blijven worden (ook decentraal) ook op het gebied van tooling.  
  • We hebben geleerd dat de campus een belangrijke factor is in het socialiseren en binden van studenten. Daarom zal in het post-corona de campus een nog belangrijkere factor worden in het socialiseren en vooral faciliterend moet zijn in het creëren van sociale binding, samenwerken en vaardigheden onderwijs. Dat vraagt een andere kijk op ontwerp en inrichting van de onderwijsgebouwen, lokalen en de campus. Hierbij zien we een beweging van een standaard schoolinrichting naar een meer activerende en flexibelere technologierijke inrichting (learning spaces). De nieuwe ingerichte hybride classrooms zijn hier een goed eerste voorbeeld van. Daarnaast moet er ook bij de werkplekken en onderwijsruimtes rekening mee worden gehouden dat er ruimte is voor docenten om zowel online (bijv. eigen kamertje) als F2F les te geven.