40 jaar digitalisering in het onderwijs: “Veel bereikt, maar het had sneller gekund”
In gesprek met René Tönissen, pionier in de digitalisering van het onderwijs.
Met een carrière die teruggaat tot de jaren 80, heeft René Tönissen een unieke rol gespeeld in de integratie van IT binnen het onderwijs. Van zijn start als wiskundeleraar tot zijn werk in diverse leidinggevende IT-rollen bij de HAN, heeft hij de digitalisering in het onderwijs van dichtbij meegemaakt.
In dit interview deelt hij zijn inzichten over de evolutie van IT in het onderwijs, de uitdagingen en kansen in digitalisering, en de lessen die hij gedurende zijn loopbaan heeft geleerd. Hoewel een carrière als topsporter uitbleef, had René de snelheid van een 3×3 basketbalwedstrijd graag teruggezien in de digitale transformatie: “Er is nog veel te doen. De snelheid waarmee we verandering doorvoeren, had hoger gekund.”
[Foto: René spreekt op het HAN Toekomstfestival 2021 over de opbrengst van corona-onderwijs.]
Van wiskunde naar IT
Je hebt een sterke connectie met IT. Hoe is dit ooit begonnen?
“Oorspronkelijk wilde ik wiskundeleraar worden, en dat is ook gelukt. Ik dacht dat ik als wiskundeleraar voldoende mogelijkheden zou hebben om mijn uren zo in te delen dat ik tijd overhield voor mijn sport: basketbal. Dit was belangrijker voor mij dan wiskunde. Maar ik realiseerde me al snel dat je in Nederland met basketballen niet echt je brood kunt verdienen. Ook wist ik dat ik niet als wiskundeleraar mijn pensioen wilde bereiken. Daarom ben ik op zoek gegaan naar andere mogelijkheden, en die vond ik in 1991, in de IT.”
Waarom maakte je specifiek de overstap naar de IT?
“Het was het begin van de IT-revolutie – nog niemand had een computer thuis. Ik zag deze revolutie puur als een manier om aan het wiskundeonderwijs te ontsnappen. Ik volgde een avondopleiding Knowledge Engineering in Amsterdam, met mijn master in wiskunde al op zak. Vervolgens kon ik bij de informatica-opleiding van Hogeschool van Amsterdam als docent aan de slag. Ik heb daar veel over IT geleerd en op een gegeven moment werd ik in 1998 hoofd van de informatica-opleiding in Amsterdam.”
Een nieuwe koers voor de HAN
Hoe zag de overstap naar de HAN eruit?
“In 2006 ben ik naar de HAN gekomen. Hier begon ik met een bestuurlijke IT-klus en heb ik samen met Esther van Popta het project HIAM (HAN Informatie Architectuur en Management ) uitgevoerd. De HAN was toen nog een jonge organisatie en de IT-organisatie was nog onvolwassen. In project HIAM hebben we architectuurprincipes geformuleerd om eenheid te creëren en voorstellen geformuleerd om de organisatie anders in te richten. Wij waren er namelijk van overtuigd dat de scheiding tussen het organiseren van de klantvraag en de aansturing van de IT-kant essentieel was. Dit was een mijlpaal; een omslag in denken over IT en de toepassing ervan in het onderwijs.”
Waarom was dit zo’n omslag?
“Hiermee hebben we IT een herkenbare plek gegeven binnen de lijnorganisatie. Tot die tijd bepaalde de leverancier wat we nodig hadden, dat vond ik een onmogelijkheid. De klant moet bepalen wat nodig is, niet de leverancier. Vanuit deze omslag is de STAF Informatiemanagement ontstaan, met de functie van informatiemanager. Ook de functie van informatiecoördinatoren in de academies is hieruit voortgekomen.”
“Mijn doel is altijd geweest om de kracht en potentie van IT in het onderwijs te stimuleren.”
Hoe ben je uiteindelijk bij Sport en Bewegen terecht gekomen?
“Eerst ben ik nog directeur van Built Environment in Arnhem geweest, en vervolgens academiedirecteur Bouw & Infra bij Avans. Uiteindelijk ben ik teruggekeerd naar de HAN, als instituutsdirecteur van Automotive. Sinds de reorganisatie ben ik academiedirecteur van Sport en Bewegen geworden. Hier kon ik eindelijk mijn passie voor sport professioneel inzetten.”
We kunnen wel stellen dat IT als rode draad door jouw carrièrepad loopt. Is er een constant doel dat je altijd voor ogen hebt gehad?
“Mijn doel is altijd geweest om de kracht en potentie van IT in het onderwijs te stimuleren binnen verschillende projecten. Ik heb altijd geprobeerd om vanuit een bestuurlijk perspectief te zorgen dat IT op een efficiënte manier wordt ingezet.”
Kantelpunten in onderwijsvernieuwing
Je noemde eerder het HIAM-project als een kantelpunt. Als het gaat over de potentie van IT in het onderwijs zien velen de coronatijd ook als een kantelpunt.
“Ja, dat is absoluut zo. Toen de coronacrisis uitbrak, bleek dat we zowel de IT-middelen als de potentie in huis hadden om die middelen snel in te zetten. We hebben als het ware binnen een weekend het onderwijs omgevormd van fysiek naar online. Dat vond ik verrassend. Wat me echter teleurstelt, is dat zodra het weer kan, we allemaal weer teruggaan naar hoe het vroeger was. Dit laat het intrinsieke conservatisme in het onderwijs zien.”
“We denken vaak dat het onderwijs zoals we dat vroeger kenden, nog steeds de norm is.”
Waar komt dat uit voort, denk je?
“We hebben allemaal onderwijs genoten en daardoor een idee over hoe onderwijs moet zijn. We denken vaak dat het onderwijs zoals we dat vroeger kenden, nog steeds de norm is. Maar de mogelijkheden van nu zijn zoveel uitgebreider, en we vinden het moeilijk om dat te begrijpen of te waarderen. De echte ommezwaai, zoals we die tijdens de coronatijd hebben gemaakt, zien we zelden met betrekking tot onderwijsvernieuwing.”
Hoe kijk jij dan naar de toekomst van onderwijsvernieuwing, vooral met betrekking tot de bezuinigingen?
“Met de bezuinigingen reikt zicht een kans aan. Als we IT op een verstandige manier inzetten, kunnen we onderwijs efficiënter aanbieden.”
Wat zijn jouw ideeën hierover?
“Ik ben ervan overtuigd dat de ontmoeting op de campus waardevol is, maar studenten alleen voor kennisoverdracht naar de campus laten komen, vind ik niet meer van deze tijd. Er zijn zoveel andere manieren om kennis op te doen, en studenten hebben die mogelijkheden. Als we de tijd en middelen beter benutten, kunnen we ook de kwaliteit van de interactie tussen studenten en docenten verbeteren. Echter, in de afgelopen 30 jaar is het maar mondjesmaat gelukt. Dus waarom zou het de komende 20 jaar ineens beter gaan? Ik ben daar heel gereserveerd over.”
[Foto: René in actie bij de opening van het iXperium Sport en Bewegen. Fotograaf: Nick Visser]
Blik op de toekomst
Wat is belangrijk voor studenten in de voorbereiding op het digitaler wordende werkveld?
“Het is moeilijk om een onderscheid te maken tussen wat belangrijk is voor studenten, docenten en het werkveld. Het moet juist samenkomen. ”
Hoe ziet die samenkomst eruit?
“In allerlei sectoren zie je dat er grote behoefte is aan jong talent met de juiste competenties, maar vaak hebben studenten die nog niet – maar al te vaak overschatten we hun digitale vaardigheden. Wat je hoopt, is dat studenten ervaringen opdoen die hen aanzetten om in de opleiding vragen te stellen over nieuwe digitale toepassingen die ze tegenkomen. Als ze iets interessants zien, zouden ze dat aan hun docenten moeten kunnen voorleggen. Gelukkig hebben we ook docenten die actief zijn op dit gebied en in co-creatie werken met studenten. Vroeger was de docent de alwetende professional, maar die rol is veranderd. Docenten moeten ook blijven leren, want de ontwikkelingen gaan zo snel dat je echt niet alles kunt weten. Dat maakt de positie van een docent kwetsbaarder. Docenten die denken dat ze alles moeten weten, hebben het zwaar.”
Over verandering gesproken: onlangs is het iXperium Sport en Bewegen geopend. Kun je daar meer over vertellen?
“Zeker. We kijken daar naar digitale toepassingen binnen Sport en Bewegen. In iXperium Health hadden we al ambassadeurs die hun kennis inbrachten. We zagen de behoefte aan een eigen ruimte binnen Sport en Bewegen, waar materialen uitgeleend kunnen worden en waar docenten video’s kunnen opnemen. Dit helpt bij de digitalisering van zowel Sport en Bewegen als het onderwijs zelf.”
“Er is nog veel te doen. De snelheid waarmee we verandering doorvoeren, had hoger gekund.”
We zijn het gesprek begonnen met de start van jouw carrière in 1984 en zijn met het iXperium Sport en Bewegen aanbeland in 2024. Wat hoop je achter te laten als je straks met pensioen gaat?
“Ik heb altijd geprobeerd bij te dragen aan de IT-ontwikkeling in het onderwijs. In samenwerking hebben we veel bereikt, zoals onlangs een centraal systeem voor digitaal toetsen. Daarnaast ben ik trots op mijn werk rond duurzaamheid binnen onderwijs, zoals het AISHE-keurmerk dat we hebben behaald voor duurzaam onderwijs in de tijd dat ik leiding gaf aan Built Environment. Die opleidingen zijn voor zover ik weet nog steeds de enige in Nederland met vier sterren op dit gebied.”
Je hebt veel in gang gezet.
“Maar er is ook nog veel te doen. De snelheid waarmee we verandering doorvoeren, had hoger gekund, zeker op het gebied van digitalisering. Ik hoop dat we met initiatieven zoals het iXperium en ons duurzame onderwijs niet alleen inspelen op de uitdagingen van vandaag, maar ook toekomstige generaties inspireren om hiermee verder te gaan.”
Meer weten over digitalisering in het onderwijs van de HAN?
Lees meer over ICT-thema’s binnen de HAN, zoals AI, digitaal toetsen, blended onderwijs, onderwijstools, digitale leermaterialen en professionalisering, op Leren en Werken met ICT.
Rake woorden over IT-ontwikkelingen en onderwijsontwikkeling René … echter ik mis er nog één LLM /AI die met name onze wijze van toetsing gaat beïnvloeden! Weg met lijvige portfolios en rapporten/scripties … tijd voor iets anders! Geniet van de volgende levensfase en bedankt voor de samenwerking destijds bij BE. Het was destijds een interessant project om inzetdata van het personeel boven water te krijgen …