Welke drinkvoedingen zijn geschikt om op te nemen in een startpakket aan drinkvoedingen voor oncologische patiënten?

Uit literatuur blijkt dat oncologische patiënten veel voedingsgerelateerde klachten ervaren tijdens de ziekte en eventuele behandelingen. Klachten bij ziekte zijn onder andere smaak- en geurveranderingen, anorexie, passageklachten en kauw- en slikproblemen. Klachten die bij chemotherapie kunnen voorkomen zijn misselijkheid, braken en mucositis. Bij radiotherapie kan er sprake zijn van smaak- en geurveranderingen en xerostomie. De genoemde klachten kunnen leiden tot ondervoeding. Deze klachten kunnen van invloed zijn op de aanvraag van het soort drinkvoeding.

De hoofdvraag van het onderzoek van Daphne van Dullemen en Nienke Nieborg luidt als volgt:

“Welke drinkvoedingen zijn volgens de diëtist geschikt om op te nemen in een startpakket aan drinkvoedingen voor oncologische patiënten om daarmee de therapietrouw van drinkvoeding te stimuleren?’’

Resultaten

Uit de resultaten van de 7 respondenten aan het half-gestructureerd diepte-interview blijkt dat de voorkeur van respondenten voor drinkvoedingen in e

en startpakket voor oncologische patiënten uitgaat naar drinkvoedingen op melkbasis. Drinkvoeding op yoghurtbasis wordt als tweede keus aangegeven en sapbasis wordt niet geadviseerd met als reden dat dit minder eiwitten bevat. Op het gebied van voedingswaarden kiest de respondent voor energie- en eiwitverrijkte drinkvoedingen waarbij de flesjes in het pakket op dit vlak ook gelijkwaardig aan elkaar zijn. Smaakvoorkeuren blijken individueel bepaald en wisselend per patiënt te zijn, daarom wordt het belang van variatie in smaken in het startpakket genoemd. Door de respondenten wordt wel gesteld dat er een tweedeling bestaat tussen patiënten die vruchtensmaken of romige smaken beter waarderen. Over de vruchtensmaken wordt specifiek genoemd dat rode vruchten goed bevallen.
Er wordt genoemd dat de inzet van drinkvoedingen met een neutrale smaak positief en met een hartige smaak negatief wordt ervaren door patiënten. Op het gebied van smaakverandering- of -verlies worden drinkvoedingen genoemd die kunnen triggeren, zoals tropical-gember, verfrissende rode vruchten of chocolade-munt. Hiervan wordt gesteld dat deze drinkvoedingen wisselend worden ervaren. Voor het volume van de drinkvoeding geldt dat er zowel normale als compacte drinkvoedingen aangeraden worden. Ziektespecifieke drinkvoedingen voor oncologische patiënten worden door de respondenten in de praktijk niet ingezet. De respondenten geven aan dat er een relatie bestaat tussen de keuze voor een drinkvoeding en de therapietrouw, waarbij smaak het meest bepalend is voor de therapietrouw. Er wordt door de respondenten geen voorkeur aangegeven voor merken.

Daphne en Nienke hebben in hun Abstract nog een aantal conclusies en aanbevelingen geformuleerd.