Welke medische -, voedings – en algemene factoren zijn geassocieerd aan de eiwitinname van ouderen in een verzorgingshuis

In 1990 was 12,8% van de inwoners van Nederland 65-plus. In 2020 was dit 19,5% en de verwachting is dat dit stijgt naar 27% in 2040. De prevalentie van ondervoeding bij ouderen in Woon Zorg Welzijn instellingen is 19,4%. Ondervoeding is een lichaamstoestand dat wordt veroorzaakt door een tekort aan inname of opname.

De behandeling van ondervoeding bestaat voornamelijk uit het verhogen van de eiwitinname. De huidige aanbevolen hoeveelheid eiwit voor ouderen is 1,2 gram/ kg lichaamsgewicht per dag. Ouderen hebben meer eiwit nodig omdat de absorptie vertraagt en de anabole respons afneemt met leeftijd.
Naast de verhoogde eiwitbehoefte van ouderen is het belangrijk om zwakheid en spierverlies tegen te gaan. Echter, bij ouderen is de oorzaak van ondervoeding vaak multifactorieel. Om de variabelen goed in kaart te brengen voor deze situatie worden de volgende 3 categorieën onderzocht: voedingsfactoren (eiwitinname, drinkvoeding), medische factoren (mobiliteit, slikklachten) en algemene factoren (geslacht, leeftijd, afdeling en BMI, onbedoeld afgevallen, hoeveelheid laatst gegeten maaltijd). Deze variabelen komen uit het vooraangereikte CRF-formulier vanuit project GoedZo. Project GoedZo is een tweejarig onderzoek vanuit het lectoraat Voeding en Gezondheid en doet onderzoek naar Goede voeding en Goede voedingsZorg in vijf verpleeghuizen in Nederland.

Het doel van het onderzoek van studenten Lara Bak en Sander Janssen is om de associatie van de eiwitinname aan de beschreven variabelen te kwantificeren om zo een aanbeveling te kunnen doen naar de praktijk over wat de belangrijkste risicofactoren zijn van een te lage eiwitinname bij deze heterogene doelgroep.

Lees het Abstract van Lara en Sander over de methoden, resultaten, conclusies en aanbevelingen van hun onderzoek.