Voortgang stage na een onvoldoende tussenevaluatie?
Onvoldoende tussenevaluatie
Halverwege de stage vindt er een gesprek plaats tussen de werkbegeleider en de student over de voortgang van de stage. Op basis van het praktijkbeoordelingsformulier en zelfbeoordelingsformulier wordt het gesprek gevoerd over de verschillende CanMEDS rollen en kernbegrippen. De waarderingen bij de verschillende onderdelen vormen een beeld van de ontwikkeling van de student halverwege de stage. Indien een student op één of meerdere kernbegrippen en/of CanMEDS rollen (wordt) beoordeeld met een – of — , is er sprake van een onvoldoende tussenevaluatie. In deze situatie is het van belang om te onderzoeken waar de stagnatie in het leerproces ligt en welke mogelijkheden er zijn in de 2e helft van de stage.
Overleg met contactdocent
De student neemt contact op met de contactdocent na het gesprek om de tussenevaluatie te bespreken en te bekijken welke ondersteuningsbehoefte en leervragen er liggen voor de 2e helft van de stage.
Stoppen?
De stage stopt niet bij een onvoldoende tussenevaluatie. In een stageperiode heeft een student de volledige periode beschikbaar om te kunnen leren en zich verder te kunnen ontwikkelen. De tussenevaluatie is geen formele beoordeling en is alleen bedoeld als leergesprek tussen de student en werkbegeleider om het leerproces goed in kaart te brengen. Het gesprek helpt de student om het leerproces goed vorm te geven en bij te sturen waar nodig. Een onvoldoende tussenevaluatie betekent niet dat de student het beoogde niveau niet kan behalen. De beoordeling van de stage wordt tijdens de praktijkbeoordeling aan het einde van de stage vastgesteld door een examinator van school. Ook als blijkt dat de student waarschijnlijk het beoogde niveau van de stage niet kan bereiken in de resterende periode is de ervaring in de praktijk van toegevoegde waarde. De contactdocent kan ondersteunen om een goede invulling te geven aan de stage.