Praktijkinnovatie Zorg en Welzijn (PZW)

Centraal in hoofdfase 3 staan, naast het volgen van een minor, het opzetten en uitvoeren van een praktijkgericht onderzoek en het verder ontwikkelen van de beroepsidentiteit (professionaliseren en profileren).
Het onderzoek vindt plaats in samenwerking met de praktijk. De onderzoeksopdrachten zijn gerelateerd aan het werkveld, een lectoraat of een lab/werkplaats. Opdrachtgevers van het praktijkonderzoek kunnen mensen uit de beroepspraktijk zijn (bijvoorbeeld de stageorganisatie uit hoofdfase 2) of een  lectoraat. Er wordt in groepjes aan onderzoeksopdrachten gewerkt, die deel kunnen uitmaken van langer lopende onderzoekslijnen.

Het tweede onderdeel van PZW richt zich op professionaliseren en profileren. Hieraan wordt in zelf gekozen projecten gewerkt.

 

Methodisch Handelen:
De student van HF 3 houdt zich bezig met het verder ontwikkelen en verantwoorden van zijn beroepsmatig handelen, met professionaliseren, profileren van diens beroepsidentiteit en met het reflecteren op professionele waarden en motieven. Binnen de lessen wordt er vanuit programmatisch onderwijs vraaggestuurd en op maat gecoacht om de genoemde vaardigheden op te tillen tot eindniveau. Hierbij zoekt de student zo veel mogelijk zelf naar leeractiviteiten waarin zij feedback verzamelen van studiegenoten en docenten om zich verder te kunnen ontwikkelen. De verdieping vindt deels plaats binnen en vanuit het vaktherapeutisch middel. Het programmatisch onderwijs sluit aan bij de ambitie om de student in het laatste jaar zo veel mogelijk autonoom te laten handelen met betrekking tot het beroepsmatig handelen.