Traditioneel onderwijs krijgt een swing door de visie van Big Picture Learning!
In 1995 richtten Elliot Washor en Dennis Littky uit de Verenigde Staten een nieuwe onderwijsvisie op: Big Picture Learning (BPL). Dit model fungeert als een tegengeluid op de traditionele opvattingen over onderwijs. In het traditionele onderwijs staat volgens hen de samenleving centraal. Washor en Littky laten de leerling en het bijbehorende leerproces centraal staan. Bij deze onderwijsvisie draait het erom dat leerlingen leren over de echte wereld: ‘the big picture’. De leerling bepaalt vanuit eigen interesse in grote mate wat en wanneer er geleerd wordt, in welk tempo en hoe. Leerlingen maken dus hun eigen keuzes en worden zo gestimuleerd het beste uit zichzelf te halen. Big Picture Learning verbindt persoonlijke interesse, de maatschappij en het onderwijsleerproces.
In 2004 heeft deze visie haar intrede gemaakt in Nederland. Verschillende scholen baseren hun onderwijs op het onderwijsconcept Big Picture Learning. Zo ook het Bouwens van der Boijecollege in Panningen voor het niveau vmbo-basis. Zij wonnen in 2017 de Hanneke Award. Deze wordt jaarlijks uitgereikt door de Vereniging Big Picture Nederland.
Evelien Jakobs is mentor van de brugklas en medeoprichter van het model voor het Bouwens. Op de vraag waarom ze overgestapt zijn naar dit model, antwoordt ze: “80% denkt bij het woord ‘school’ aan boeken openslaan, luisteren naar de docent en zorgen dat je je toetsen haalt. Wij willen dat onze leerlingen zich ontwikkelen en dat ze zichzelf onderzoeken.” Leerlingen van dit niveau zijn vaak niet gemotiveerd en daarom vind ik het een goed initiatief dat ze inspelen op de eigen interesses van de leerlingen.
Het model bevat de bekende reguliere vakken, maar ook ‘persoonlijke leertijd’. In deze leertijd zitten de vakken geschiedenis, aardrijkskunde, informatiekunde en actualiteiten verwerkt. Voor het onderdeel persoonlijke leertijd wordt iedere week elf uur uitgetrokken. Hierin werken leerlingen aan projecten die ze kunnen kiezen uit een ‘menukaart’. Iedere periode krijgen ze vijftien projecten aangeboden en aan het einde moeten er twee of drie projecten af zijn. Ook voeren leerlingen drie keer per jaar het ‘passieproject’ uit. Hierbij doen ze onderzoek naar een zelfgekozen onderwerp dat ze interessant vinden. Leerlingen kiezen dus zelf de onderwerpen op basis van wat ze interesseert en waar ze meer over willen weten. De klaslokalen zijn veel groter, en naast tafeltjes staan er ook twee grote banken in het lokaal waar leerlingen even kunnen uitrusten. Wat mooi is aan dit onderwijsconcept, is dat leerlingen de opbrengsten van een project aan het einde van iedere periode presenteren aan klasgenoten en aan de mentor, maar ook ouders zijn welkom! Ouders zijn erg enthousiast over deze visie. Ze zien wat hun kind in een periode heeft gedaan en ze zijn dus nauw betrokken.
De vraag of de leerlingen uiteindelijk wel genoeg kennis hebben verkregen om de eindexamens te halen, zou na dit schooljaar beantwoord worden. Echter heeft het virus Covid-19 roet in het eten gegooid. De leerlingen uit het vierde leerjaar, de pilotgroep, hoeven de examens namelijk niet te maken. Evelien zegt dat ze denkt dat de leerlingen het evengoed wel hadden gehaald. Dit omdat leerlingen de kernvakken nog wel op een enigszins traditionele manier aangeleerd krijgen, namelijk: door een korte instructie van de docent, waarna de leerlingen zelf aan de slag gaan met de opdrachten. In die zin krijgen deze leerlingen dus precies hetzelfde aanbod als de leerlingen die het traditionele onderwijs volgen. Echter hebben deze leerlingen zich veel breder ontwikkeld. Ze weten namelijk welke kwaliteiten en valkuilen ze hebben en ze hebben gewerkt aan hun eigen voorkomen.
Deze onderwijsvisie is anders dan wat wij gewend zijn. Ik ben voorstander geworden van deze visie. Het is wat onze maatschappij momenteel nodig heeft. Leerlingen vinden school saai. Deze leerlingen staan heel anders in het onderwijs. Ze zien school niet meer als verplicht vakken volgen en huiswerk maken, maar als iets wat leuk is. De leerlingen zijn ook gemotiveerder, omdat ze zelf bepalen wat en hoe ze willen leren. Kortom: start met Big Picture Learning!