Persoonlijk verhaal door Ruyun van der Linden
“Kunnen zijn wie je bent, dat is GSA”
Voor deze editie spreekt Stud. met de 16-jarige Joël Smit, 5 vwo-leerling en voorzitter van de Gender & Sexuality Alliance (GSA) op het Canisius College. De GSA is een groep scholieren die vindt dat iedereen op hun school de vrijheid heeft te kunnen zijn wie ze zijn, zonder zich daarvoor te hoeven schamen of te verantwoorden.
Lid en voorzitter GSA
Aansluiten bij de GSA was voor Joël een vanzelfsprekende stap: “Ik ben niet zo van de labels, ik val op een persoon. Het maakt me niet uit welk gender daaraan vastzit. Later, toen ik al een tijdje bij de GSA zat, ben ik ook uit de kast gekomen als transgender.” Het liefst wordt Joël aangesproken met hij, maar de neutrale voornaamwoorden – die of hen – zijn ook goed. “Ik vind het belangrijk dat er een GSA is en er kan zijn. Het is een groep waarin je echt jezelf kan zijn en waarin je minder te maken hebt met vooroordelen. Jezelf kunnen zijn en aan anderen laten zien dat zij dat ook mogen, dat betekent de GSA voor mij.”
Als voorzitter van de GSA op het Canisius is hij het eerste aanspreekpunt. Samen met het dagelijks bestuur, docenten, en (oud)-leerlingen vergaderen ze over activiteiten en acties die in en rond de school kunnen worden opgezet. “Via GSA netwerk, de landelijke organisatie, kun je ook pakketten aanvragen; posters, vlaggen, stickers, noem het maar op. Dat bestellen we ieder jaar.”
Activiteiten op het Canisius College
Afgelopen juni was de Pride Month, een themamaand waarin aandacht wordt besteed aan de positie, emancipatie en acceptatie van de LHBTIQ+-gemeenschap.[1] Een van de acties om die maand alvast onder de aandacht te brengen op school, was het plaatsen van de regenboogvlag. “En op de Internationale Dag tegen Homofobie, Bifobie, Transfobie en Interseksefobie (17 mei) hebben we bij de receptie een snoeppot met regenboogsnoepjes geplaatst. Leerlingen mochten raden hoeveel snoepjes in de pot zaten en wie er het dichtstbij zou zitten, zou de pot en inhoud winnen.”
Het Canisius College staat volgens Joël open voor alle ideeën. Er valt volgens hem nog wel winst te behalen op het vlak van de communicatie op school, die betrekking hebben op LHBTI-gerelateerde onderwerpen. “Ook al hebben we op de begane grond genderneutrale toiletten zitten, wat ik heel goed vind, mag het beter qua inclusiviteit. In veel lessen worden leerlingen aangesproken met dames en heren, maar leraren zouden ook leerlingen of mensen kunnen gebruiken. De school doet wel haar best, want toen we naar het schoolbestuur zijn gestapt met de vraag of dit kan worden aangepast op brieven, is hier wel naar geluisterd.”
Acceptatie van de LHBTIQ+-gemeenschap
Toen hij las dat de acceptatie van de LHBTIQ+-gemeenschap in Nederland stagneert (NOS, 17 mei), was zijn eerste reactie: “Jammer, maar het verbaast me ook niet.” Ook hij krijgt weleens blikken op straat van anderen. “Je ziet het liever anders, maar ook op sociale media is het niet anders. Je hoeft de comments niet te lezen om te weten hoe negatief sommigen reageren.” Waarom sommigen mensen zo reageren ligt volgens hem ook deels aan onwetendheid. “Mensen weten niet voldoende af van dit onderwerp en daarom denken ze misschien: ‘Dit kennen we niet, dus dit is slecht’. Ik denk dat als meer mensen er over weten, dan zullen ze het beter begrijpen en hopelijk minder snel negatief reageren.”
Die boodschap zou hij dan later willen voortzetten in de rol van docent. “In de eerste plaats hoef ik geen rolmodel te zijn. Ik wil mijn leerlingen vooral duidelijk maken dat je mag zijn wie je bent en het maakt niet uit welke gender of seksualiteit daarbij hoort. Daar hoort ook een stukje informatie bij, om hopelijk die haat, negativiteit en vooroordelen te verminderen.”
[1] Lesbisch, homoseksueel, biseksueel, transgender, intersekse en queer. De ‘+’ staat voor alles dat zich niet identificeert met de genoemde labels.
Foto via: ‘GSA netwerk’