‘Onbederf’lijk Vers’ zonder houdbaarheidsdatum?

‘Saai’, ‘schools’, ‘vaag’ en ‘moeilijk’: dat zijn meestal de eerste woorden die opkomen als men aan
poëzie denkt. Ik moet toegeven: ook ik heb er moeite mee, laat staan dat het een van mijn passies is. Nu bestaat er een heus poëziefestival: Onbederf’lijk Vers. Tijdens dit Nijmeegse festival dragen bekende en onbekende dichters hun eigen werk voor. Het festival bestaat uit vier rondes, verspreid over zes locaties. Desondanks mijn vooroordeel over poëzie, ben ik best nieuwsgierig naar het festival. Ik bedoel: een festival en poëzie, dat klinkt best wel leuk, toch?

Het eerste wat mij opviel, was dat het festival verspreid was over een aantal locaties in het centrum
van Nijmegen. Het was erg onduidelijk waar het festival plaatsvond. Als je dan eindelijk de locatie had gevonden, was het alsnog puzzelen waar je moest zijn voor de voordrachten. Het festival had weinig bezoekers, waardoor het ongemakkelijk aanvoelde om een café of winkeltje binnen te gaan.

Mijn eerste stop was bij De Feeks, een klein boekenwinkeltje. Ongemakkelijk wachtte ik tot de eerste dichter zou beginnen. De eerste dichteres werd voorgesteld: Dominique de Groen. Haar gedichten waren veel te ingewikkeld voor mij, omdat er veel lastige woorden werden gebruikt. Nadat zij klaar was, ben ik meteen weggegaan vanwege de moeilijkheidsgraad.

Ik besloot niet op te geven en gaf het festival nog één kans. Ik moest immers een representatieve recensie schrijven. Café Wunderkammer was de volgende stop. Ik liep het café binnen en toen ik door een ‘boekenkastdeur’ ging, liep ik een gezellig woonkamertje binnen. De dichters uit deze ronde waren onder andere Derek Otte (heel grappig!), Lev Avitan (heel inspirerend) en Timo Verbeek (heel ontroerend). Onderwerpen als liefde en het verlies van dierbaren kwamen voorbij. Wat me het meest is bijgebleven, is het laatste gedicht van Timo. Hij droeg een gedicht voor over zijn overleden vader, perfect uit zijn hoofd. Op een gegeven moment zat hij te schreeuwen, waardoor de emoties nog beter naar voren kwamen. Er werd gespeeld met taal en er was interactie met het publiek. Zo lieten ze ons cijfers noemen en het gedicht dat bij dat cijfer stond, lazen ze voor. De gedichten waren genummerd, namelijk. Ook stelden ze vragen aan het publiek, of we ons konden herkennen in bepaalde situaties.

Als je van poëzie houdt, zou ik je aanraden om het festival volgend jaar te bezoeken. Door het winkeltje leek Onbederf’lijk Vers voor mij over zijn houdbaarheidsdatum heen te zijn. Café Wunderkammer verbaasde mij echter, waardoor ik kan concluderen dat de houdbaarheidsdatum van het festival nog lang niet verstreken is.

Elmarije Santema, lerarenopleiding Nederlands