Kijkje in het onderwijs door Jennifer Nobibux
De docent als weerspiegeling van maatschappelijke veranderingen
Marion Miltenburg, docent op het VMBO: “Ik werk natuurlijk wel met een jaarplanning, maar ik merk dat ik daar niet altijd aan kan voldoen.”
Er is sinds afgelopen maart sprake van een coronacrisis, met alle maatregelen en veranderingen van dien. De constante veranderingen zorgen voor heel wat ophef in de gehele maatschappij, maar ook in het onderwijs. Constant moeten schakelen is tegenwoordig geen onbekende term voor leraren. Marion Miltenburg is beginnend docent op het VMBO. Wat heeft de coronacrisis voor gevolgen op een werkdag van een docent? Voor wat voor veranderingen zorgt dat? Een kennismaking.
Marion Miltenburg (25) is docent op het Baanderherencollege in Boxtel, waar zij werkzaam is sinds haar LIO-stage. Ze werkt met VMBO-leerlingen, nadat zij drie jaar geleden de Lerarenopleiding Nederlands heeft afgerond op de FLOT. In schooljaar 2018-2019 is zij even leider geweest van de vakgroep Nederlands, waar ze veel ervaring heeft opgedaan op het gebied van onderwijs, haar vak en planning. Dit jaar heeft ze weer voor de rust gekozen. Marion is een spontane, jonge vrouw, die erg geliefd is bij haar leerlingen.
“Je hebt leerlingen voor je in de klas zitten, maar ook online op de laptop, waar je altijd je lessen open hebt staan.”
Marion vertelt dat haar leerlingen allemaal in verschillende thuissituaties zitten. Met alle situaties wordt rekening gehouden. “Ik heb gelukkig geen leerlingen die thuis moeten blijven, omdat één van hun ouders in een zware risicogroep zit. Wel heb ik leerlingen die een gezinslid thuis hebben zitten die momenteel corona heeft. Deze leerlingen blijven thuis, maar ze moeten nog wel les blijven volgen. Daardoor bestaan mijn lessen momenteel uit zowel klassikaal als online lesgeven.”
“Sommige leerlingen staan al binnen anderhalve meter van mij, nog voordat ze er zelf erg in hebben.”
Daarnaast vertelt ze dat ze de anderhalve meter een mooi concept vindt, maar dat het in de praktijk moeilijk te waarborgen is. Met collega’s gaat dat makkelijk, met leerlingen vaak wat lastiger. “Vaak vind ik het lastig om me aan de afstand te houden, omdat ik geen antwoorden door het klaslokaal kan roepen als een leerling op de derde of vierde rij een vraag heeft. Dan loop ik er wel naartoe, tenzij de leerling zelf aan heeft gegeven dat hij of zij echt afstand wil houden.”
Van vergaderen is nog steeds sprake. Deze zijn vrijwel allemaal online in de huidige situatie. Marion vertelt dat er een vergadering op locatie gepland stond die op afstand gehouden zou worden. Achteraf ging dit toch niet door. “Tegenwoordig is het de bedoeling dat je naar huis gaat, het online programma opent en daar de vergadering houdt,” vertelt ze. De online communicatie ervaart ze als moeizamer dan wanneer een vergadering op locatie wordt gehouden.
“Ouders hebben ook zo hun mening over het dragen van mondkapjes. Totdat de mondkapjesplicht ingaat, kun je daar vrij weinig tegen doen.”
Wat lessen betreft, wordt er meer van haar gevraagd in vergelijking tot een jaar geleden. “Tegenwoordig moet ik mijn lessen een week vooruit plannen. Huiswerk en de planning voor elke les moeten een week van tevoren al op Magister staan. Ik werk natuurlijk wel met een jaarplanning, maar ik merk dat ik daar niet altijd aan kan voldoen. Met de ene klas gaat de stof behandelen wat sneller dan met de andere klas. Bij elke klas moet je een andere methode hanteren. Dat is lastig en wat dat betreft heb ik liever dat de lessen teruggaan naar een jaar geleden,” sluit Marion af.
Het constant moeten schakelen in de huidige tijd vergt veel van een docent. Samen met haar collega’s hoopt Marion snel terug te kunnen naar de oude situatie.
Jennifer Nobibux