Feuilleton door Liz Puts
‘Overprikkeld’
In de vorige editie:
Nora is in de markthal om haar vriendin Iris een pinautomaat te brengen. Onderweg raakt ze al snel overdonderd door alle prikkels in het gebouw. Ze vlucht naar het mannentoilet. Daar komt ze Marcel tegen. Zijn vader staat op de markt en hij helpt daarbij. Hij biedt Nora een joint aan. Dit is de eerste keer dat Nora in aanraking komt met drugs. Wanneer ze ruzie krijgen wil Nora weg. Als ze de deur opent raakt ze opnieuw overdonderd van alles. Ze voelt het al aankomen en valt flauw.
“Nora, word wakker!” Vaag hoort Nora een stem. De stem galmt door haar hoofd. Ze blijft nog even roerloos liggen in de hoop dat de laatste paar minuten zich als een film voor haar gesloten oogleden afspelen.
*KLETS* Opeens valt er een lading water recht in haar gezicht. Ze schiet al proestend overeind. Ze grijpt meteen naar haar hoofd, want die is hevig begonnen met bonken. Als ze de ruimte even goed in zich opneemt, beseft ze zich dat ze in een openbaar toilet ligt. Nora wil opspringen, maar wordt tegengehouden door pijn die acuut door haar lichaam schiet.
“Nora, gaat het?” Een jongen kijkt verward. Haar ogen worden groot. Ze weet weer wat er is gebeurd: ze is in de markthal met Iris. Nora zou haar het pinapparaat brengen, maar in plaats daarvan ligt ze hier, op het mannentoilet, met een wildvreemde waar ze zojuist al ruzie mee heeft gehad.
“Nora?” klinkt de stem, nu geïrriteerd. “Oh ja, het gaat wel,” probeert Nora koeltjes uit te brengen. Ze probeert snel op te staan, maar verliest haar evenwicht. Hij kan haar nog net opvangen. Nora grijpt naar haar hoofd en kreunt. “Blijf zitten.” Nora doet braaf wat Marcel zegt en laat zich opnieuw op de koude tegels zakken. “Ik ben zo terug!” roept hij en loopt de deur uit.
Wanneer hij terugkomt heeft hij een tasje in zijn hand. Nora kijkt hem verward aan terwijl ze haar hoofd nog lichtjes ondersteunt. “Ik heb wat voor je meegenomen,” zegt Marcel terwijl hij het tasje op Nora’s schoot zet. Nora haalt er water, paracetamol en een puntzakje uit. “Dat zijn pinda’s, want daar sterk je wat van aan,” zegt Marcel. Nora schenkt hem een glimlachje en zegt dan: “Toch wel handig, zo’n vader met een notenkraam.” Marcel lacht ongemakkelijk terug. “Ja…” Nora herinnert zich de opmerking die ze eerder maakte. “Sorry, ik wist niet dat jij je schaamt voor het werk van je vader.”
Marcel verdedigt zichzelf: “Hoe kom je daar nou bij? Ik schaam me niet, maar het is niet dat ik het superleuk vind ofzo.”
“Wilde je dit niet worden dan?”
“Nee, wat denk je zelf? Ik heb gewoon mijn school verkloot. Mijn pa was er klaar mee en die heeft mij toen hier aan het werk gezet. Als je niet wil leren, dan moet je maar gaan werken zei hij.”
“Wat wilde je dan worden?”
“Doet er niet toe. Mijn toekomst staat nu al vast.”
Nora’s ogen worden groot. “Wat kijk je nou?” zegt Marcel geïrriteerd. “Ik kan niet begrijpen dat je opgeeft! Het is jouw toekomst, je mag het zelf invullen.” Marcel schiet in de verdediging: “Jij hebt je toekomst zeker wel helemaal zelf uitgestippeld, mevrouw ‘ik wil voor de klas, maar ik kan niet tegen prikkels’.” Nora krimpt in elkaar van schaamte. Ze raapt zichzelf bij elkaar en roept: “Ja, toevallig heb ik dat wel zelf bedacht. Ik laat mezelf niet beperken. Ik ga mijn dromen achterna en daar zou jij een voorbeeld aan kunnen nemen!” Marcel is piepklein geworden en staart ongemakkelijk naar zijn schoenen. Hij laat zich naast Nora op de toilettegels zakken en zegt dan: “Misschien heb je ook wel gelijk.”
En met die gedachte blijven ze nog een tijdje zitten, totdat Marcel vraagt: “Hoe komt het eigenlijk dat je niet tegen prikkels kan?” Nora zucht.
Wordt vervolgd…