Even kletsen met Leny: ‘Ik ben zoals ik ben’

Je weet wel, die kantinejuffrouw, die ene leuke. Zoals jullie vast ook opvalt, is onze vrolijke kantinejuffrouw Leny het zonnetje in onze kantine; ze staat positief in het leven. Leny is zichzelf en dat waarderen wij als studenten. Misschien herkennen we dipjes uit ons eigen studentenleven. Toch heeft onze kantinejuffrouw hier ook wel eens mee te maken gehad.

Heeft u wel eens last van een dip?
“Ik ben eigenlijk heel positief ingesteld. De meeste collega’s zeggen dat ook over mij. Ik zit niet zo vaak in een dip. Ik ben meer een mens die dingen ervaart, verwerkt en weer doorgaat. Chagrijnig ben ik niet snel. Ik bereik er weinig mee. In mijn dagelijks leven heb ik wel eens een dip, maar dit komt zelden voor. Ik ben zoals ik ben.”

Zou u meer kunnen vertellen over de dip die u het meeste heeft geraakt?
“Daarover vertellen is voor mij best moeilijk. Mijn man werd ziek en dit zorgde ervoor dat ik in een dip raakte. De diagnose longkanker is natuurlijk een harde klap. Mijn man was uiteindelijk wel degene die me overeind hield, omdat hij er heel positief mee omging. ‘Ja, Jantje krijgt kanker, die krijgt kanker, waarom ik niet?’ Ik realiseerde me dat hij daarin natuurlijk gelijk had. Het lot heb je niet altijd in handen.”

Hoe zou u nu omgaan met een dip?
“Ik wandel graag om mijn hoofd leeg te maken. Mijn dochter heeft een hond die ik graag uitlaat. Het liefst loop ik lekker in het bos. Gelukkig heb ik niet veel last van dieptepunten. Maar als ik hier last van heb, dan ga ik het liefst toch wandelen. De natuur maakt me altijd heel rustig.”

We zien u altijd in de kantine. Ziet u daar wel eens studenten die het even een dagje wat zwaarder hebben dan normaal?
“Regelmatig zie ik studenten die het wat moeilijker hebben; deze pik ik er meteen uit. Soms zien ze het allemaal niet meer zitten. Dan praat ik even met ze. Ik denk dat het fijn is voor studenten dat er naar ze geluisterd wordt. Ik vind het fijn om er voor de studenten te zijn. Vooral als ik merk dat het hen helpt.”

Waaraan ziet u dat studenten het moeilijk hebben?
“Ik zie het aan hun blik en de manier waarop ze zich gedragen. Maar soms is het niet per se te zien. Ik ben een gevoelsmens. Als ik denk dat het nodig is, praat ik even met de student. Dit doe ik natuurlijk niet op de drukke momenten. Er moet wel tijd en ruimte zijn om te praten, zodat de student zich gehoord voelt. Het is altijd prettig om studenten te helpen. Ik ga mezelf er ook beter door voelen.”