Duo-interview door Mei-Li Kleine Koerkamp
Nieuwe én oude taboes in het onderwijs
Webcam’s aan een nieuw taboe voor leerlingen en blauwe bolletjes de nieuwe werkelijkheid voor leraren?
Sinds het afgelopen jaar, tijdens de intelligente en harde lockdown, zijn online en hybride lessen een nieuwe vorm van lesgeven geworden. Docenten worstelen met het ontwerpen van interactieve lessen via het beeldscherm, proberen nieuwe online tools en werkvormen uit om hun leerlingen zo veel mogelijk bij de les te betrekken. Deze ‘moeite’ wordt vervolgens beantwoord met een donker scherm gevuld met verscheidene blauwe bolletjes met enkel de initialen van alle leerlingen als onderscheid. Deze interactie met de klas lijkt de nieuwe norm geworden en voor leerlingen lijkt het een taboe om met de webcam aan de lessen te volgen. Waar komt dit taboe vandaan en kunnen docenten wat doen om dit nieuwe taboe te doorbreken? Hierover sprak ik met twee vmbo-leerlingen in Nijmegen: Emma (16) en Jasper (17). Wat is het verhaal vanuit de leerlingen?
Tijdens de middagpauze heb ik de mogelijkheid om Emma en Jasper fysiek te interviewen op hun school. Ik ben verrast door de positieve energie als Emma en Jasper het lokaal binnen komen lopen. Als ik hen vraag waar deze blijheid vandaan komt reageert Jasper enthousiast: ‘Door dit interview mogen we wat langer fysiek aanwezig zijn op school!’ Met dezelfde opgetogenheid vult Emma Jasper aan: ‘Ja, echt chill. Op weg naar dit lokaal kon ik even bijpraten met een vriendin die ik normaal niet op school zie, omdat zij altijd ’s middags op school is en ik alleen in de ochtend.’ De sfeer voor het aankomende gesprek zit er meteen goed in en één ding is meteen duidelijk: Emma en Jasper zijn beide blij met elk fysiek moment op hun school.
Na een korte small talk nemen Emma en Jasper plaats aan een schooltafel tegenover mij. Het interview kan officieel starten en ik val meteen met de deur in huis: ‘Staan jullie webcams aan tijdens de online lessen?’ Het blijft even stil. Jasper begint langzaam te grijnzen en stelt een wedervraag: ‘Bedoelt u de hele les of alleen aan het begin?’. Nog voordat ik antwoord kan geven vervolgt hij: ‘Aan het begin van lessen heb ik mijn webcam meestal aan staan, maar als de docent een PowerPoint of zo deelt, zet ik de webcam meteen weer uit’. Emma valt Jasper wederom bij en antwoordt: ‘Aan het begin van de eerste lockdown bleven webcams wel langer aan hoor, maar steeds meer mensen gingen hun webcam uitzetten zodra de les echt begon. Als iedereen de webcam uitzet, doe je de webcam zelf ook niet meer aan.’
Inhakend op dit antwoord vraag ik hen waarom ze ervoor kiezen om hun webcam zo snel mogelijk uit te zetten. ‘Het is gewoon echt niet chill om de hele tijd in de gaten te worden gehouden door je docent en andere klasgenoten’, antwoordt Emma. Ze vult zichzelf meteen aan: ‘Trouwens, je ziet jezelf rechts onderin ook de hele tijd bewegen, dat vind ik irritant’. ‘Ja, het is inderdaad heel gek en storend om jezelf constant in beeld te zien, maar ik zet mijn webcam ook snel uit, omdat ik niet de hele tijd rechtop wil zitten en constant in de webcam wil kijken’, geeft Jasper aan. Ik vraag Jasper waarom hij het idee heeft dat je ‘altijd’ netjes voor de camera moet zitten, ‘Je kunt toch ook met een wat nonchalantere houding voor de webcam zitten?’ Hoofdschuddend valt Emma mij in de rede. ‘Ik ga echt niet met een nonchalante houding voor de webcam zitten hoor! Als je er even gek bijzit, wordt dat vrijwel meteen gedeeld op social media met andere mensen.’ Jasper vertelt: ‘Onder jongens is het minder hoor, maar van veel vriendinnen hoor ik wel dat er veel screenshots en foto’s van anderen worden gedeeld als ze bijvoorbeeld even gapen of zo.’
Leraren moeten echt expliciet vragen voor camerabeeld en een grote meerderheid moet vervolgens ook écht hun webcam aanzetten, dat zou helpen volgens Emma en Jasper. ‘Zo sta je tenminste niet als enige groot in beeld als je wél je webcam aan hebt staan.’ ‘Precies, en dan ben je ook minder kwetsbaar. Mensen gaan elkaar minder snel shamen met gekke foto’s, omdat je zelf ook in beeld bent’, licht Emma extra toe.
De schoolbel gaat. De middagpauze is voorbij en Emma en Jasper moeten nu echt naar huis om ruimte te maken voor de onderbouwleerlingen. Snel en opgetogen verlaten ze het lokaal. Ik blijf nog even achter en bedenk me dat we als docenten naast alle innovatie op het gebied van technologische werkvormen en instructies iets essentieels missen. Misschien moeten we ook weer ouderwets inzetten op een goede voorlichting en open gesprekken over cyberpesten; een taboe dat we algemeen al kennen van vóór het corona-onderwijs.
Mei-Li Kleine Koerkamp