Column door Maud de Waal
Het discutabele onderwerp: kinderen
Kinderen krijgen; het is een discutabel onderwerp voor mij. Denk maar niet dat ik ooit een gesprek ga voeren over kinderen krijgen dat langer dan twee zinnen duurt.
In 2002 werd ik geboren in Nijmegen, in het CWZ. Ik had een goede jeugd, ik had alles wat een kind maar wilde. Vanaf dat ik kon lopen, liep ik met een kleine houten kinderwagen met daarin een pop. Hoewel ik altijd met die pop rondliep kon ik mijzelf niet zien als ouder. Dat gevoel is altijd gebleven, tot op de dag van vandaag. Als kind beweerde ik al dat ik geen behoefte had aan kinderen en wel een hond nam. Een lekker gezellige labrador zou die eventuele leegte ook wel kunnen vullen.
Na de zomervakantie in 2014, toen ik net 12 was, ging ik naar de middelbare school.
In deze periode besefte ik waarom ik dit gevoel had: Ik viel op meisjes, ik val op meisjes.
Achteraf gezien wist ik dit al een hele poos. In mijn hoofd rijmde het niet, twee vrouwen konden geen kind krijgen. Met deze mindset heb ik het hele idee van een kind hebben van mij afgezet.
Ik kom uit een dorp. Wanneer je niet hetero was ging het snel rond in dat dorp. Op een relatief grote middelbare school is het als puber dan ook makkelijker om in de kast te blijven, hoe ellendig het je ook maakt. Je weet dat iedereen over je praat wanneer je anders bent dan de rest. Je bent bang om alles kwijt te raken wanneer je het iemand vertelt. Je blijft gewoon veilig in de kast, hoe ongelukkig het je ook maakt.
Op gegeven moment groei je op en word je je bewust van wat je doet en hoe je je voelt bij de situatie. Dit moment had ik rond 2017, toen ik 15 jaar oud was. Ik vond genoeg lef om het iemand te vertellen en gelukkig reageerde diegene positief. Met die opluchting begon ik het zelf steeds meer mensen te vertellen die ik vertrouwde. Mijn ouders hebben gelukkig altijd al gezegd dat ik thuis mocht komen met degene waar ik van hield. Het maakte ze niet uit of diegene man, vrouw, wit, links- of rechtshandig was, zolang ik maar gelukkig was. Dit was een privilege, dit is een privilege. Ik ben mij er altijd bewust van geweest dat dit iets is wat niet iedere ouder zegt of vindt. Het was geen drempel om het mijn ouders te vertellen. Sterker nog, ik heb het ze nooit direct verteld. Op een dag vertelde ik gewoon dat ik een vriendin had waar ik van hield en dat was prima. Zolang ik maar gelukkig was.
In september 2020 ontmoette ik mijn huidige vriendin. Het was een klik die ik nog nooit met iemand heb gehad. Niet lang na onze ontmoeting werd ze mijn vriendin. Bij haar voelde alles natuurlijk en kon ik praten over onderwerpen die voor anderen taboe zijn. Zo konden we het ook over kinderen hebben. Als homoseksueel stel is het natuurlijk wel lastiger om kinderen te krijgen, maar zij heeft mij ervan overtuigd dat het wel mogelijk is. Sterker nog, ik zie het hele ouderschap nu door een roze bril. Nu lijkt het me ergens wel wat om een kleine mengelmoes te hebben van haar en mij. Misschien ben ik toch wel geschikt voor het ouderschap.
In 2032 ben ik 30 jaar oud. Tegenwoordig hoop ik tegen die tijd toch wel een dreumes rond te hebben lopen. Iets wat ik vroeger nooit had gedacht of gehoopt. In de toekomst hoop ik dus wel op ouderschap. Door de liefde ben ik veranderd. Ook al ben ik anders geaard, ik ben zeker wel in staat een ouder te worden. Dat is iets wat het kind van 6 niet wilde horen en de tiener van 13 niet wilde beseffen.
Kinderen, ik weet het niet hoor. Ik zit ergens tussen ‘ja, graag’ en ‘nee, bedankt’ als ik een keus zou moeten maken. Het is nog altijd een discutabel onderwerp, alleen niet bij mijn partner. Bij haar kan ik het misschien wel twintig zinnen over kinderen hebben.