Aan het woord met Nicolaas Veul door Guinevere Wolvetang
Taboeiend met Nicolaas Veul
De derde gast van de HAN Educatie Collegetour van dit schooljaar was Nicolaas Veul. Nicolaas Veul is een enthousiaste documentairemaker bij de VPRO. Hij maakte onder andere: Gay-K, Oudtopia en Superstream. Nicolaas doorbreekt met zijn programma’s meerdere taboes en 1/3e van zijn werk gaat onder andere over LGBTIQ. LGBTIQ staat voor: lesbian, gay, bisexual, transgender, intersex en voor queer of voor questioning. Nicolaas Veul, zelf homoseksueel, vindt het belangrijk om meer aandacht te besteden aan de LGBTIQ-community. In de zesdelige documentaireserie 100 dagen voor de klas onderzocht Nicolaas Veul samen met Tim den Besten hoe het is om leraar te zijn op een middelbare school. Heeft Nicolaas tijdens zijn experiment taboes kunnen ontdekken? Zijn levensmotto verschilt met het jaar, maar de bekende ‘if it doesn’t kill you, it makes you stronger’ is volgens Nicolaas altijd goed.
‘Taboes zorgen voor leuke televisie. Het geeft discussie en het breekt hopelijk iets open in de maatschappij. Tijdens het meelopen op school kwam ik een aantal taboes tegen. Seksualiteit was bijvoorbeeld een erg spannend onderwerp. Verder was racisme een thema dat ontzettend veel jongeren bezighield. Je voelt dat het een heel beladen onderwerp is op school. Een ander heet hangijzer was het sinterklaasfeest, iedereen dacht hier weer anders over.’
‘Mensen willen graag de ruimte geven voor ‘alle’ meningen maar als jij homo’s haat is dat geen mening meer maar spreken we van discriminatie’
Homohaat
‘Tijdens het experiment 100 dagen voor de klas heb ik veel eigen lessen gegeven, ik zag toen vaak dat mensen toch liever neutraal willen zijn. Mensen willen graag de ruimte geven voor ‘alle’ meningen maar als jij homo’s haat is dat geen mening meer maar spreken we van discriminatie. Heel vaak durven we dit laatste alleen niet te benoemen.’
Op homoseksualiteit rust helaas nog steeds een taboe. Dat het nog steeds niet helemaal geaccepteerd is om homo te zijn, kan Nicolaas Veul beamen. Nicolaas is in het verleden zelf ook uitgemaakt voor pisnicht. In ‘Pisnicht The Movie’ onderzoekt Nicolaas wat de impact is van woorden als ‘pisnicht’ en ‘flikker’ op jonge homo’s.
Taboes op school
‘Toen ik zelf op de middelbare school zat, had ik met veel dezelfde taboes te maken. Het verschil tussen rechts en links in de politiek is wel heel erg veranderd. In deze tijd is het verschil tussen rechts en links extremer geworden. Tegenwoordig heb je extreemrechtse partijen. Wij hadden nog helemaal geen Geert Wilders of Thierry Baudet bijvoorbeeld. De maatschappelijke thema´s die kinderen van nu echt aangaan, spelen nu ook veel meer in het nieuws. Denk aan #BlackLivesMatter. Dit is aan de ene kant een hele goede verandering, maar je merkt ook dat een grote groep niet mee wil gaan met de huidige tijdsgeest en de daarbij behorende ideeën. Ik merk dat dit juist voor meer verharding zorgt. Wat dat betreft is het gebruiken van sociale media een zwaard dat aan twee kanten snijdt. #MeToo was er misschien niet geweest zonder sociale media. Het is een goede tool om dingen aan te kaarten (denk aan #BlackLivesMatter) en het is een prachtig middel om elkaar te verbinden en om verhalen te vertellen. Toch is het ook een plek waar we gek genoeg ook niet meer zo kwetsbaar durven te zijn. We hebben allemaal de regie over hoe we ons leven neer willen zetten. Dat vind ik persoonlijk iets verschrikkelijks. Ik zou gek zijn geworden als ik nu jong was geweest. Er zitten natuurlijk ook leuke dingen aan, maar sociale media zijn ervoor gemaakt om je verslaafd te maken en je verslaafd te houden. Voor je het weet zit je weer eens te lang te swipen en zit je te kijken naar allemaal perfecte plaatjes. Het sluipt zo naar binnen en we hebben er bijna geen controle meer over. Dat is wel iets wat ik heel erg vind.’
‘Ik zou gek zijn geworden als ik nu jong was geweest’
Voor de klas
‘Aan toekomstige docenten wil ik meegeven dat je moet accepteren dat het onderwijs zwaar kan zijn, dat je getest wordt en dat je slechte kanten naar boven kunnen komen. Het is erg belangrijk om je kwetsbaarheid te durven tonen als docent. Je bent dan ook kwetsbaar als docent voor zo’n grote groep leerlingen. Verder moet je de boze perfectionist in je hoofd niet de overhand laten nemen. Dan zit je jezelf namelijk enorm in de weg. Verder is het belangrijk als leraar dat je fysiek aanwezig bent als leider van de groep. Kinderen moeten fysiek contact kunnen maken met medeleerlingen. Ik denk dat de leerlingen in deze coronatijd moeite hebben om hun aandacht erbij te houden. Verder denk ik dat ze zich niet veilig voelen om alles uit te kunnen spreken in een online omgeving. Er zijn ook kinderen die zich thuis niet veilig voelen en nu de pineut zijn.
Als ik het experiment 100 dagen voor de klas over zou mogen doen dan zou ik precies hetzelfde hebben gedaan. Al zou ik minder stressen en dat perfectionistische beest sneller bij de hoorns pakken.’
Guinevere Wolvetang