To meet, to connect, to learn
Het onderwijs is continu in ontwikkeling. Niet alleen hier in Nederland, maar ook in de rest van de wereld. Teachers4Teachers is een organisatie van vrijwilligers die zich inzet voor het bevorderen van de onderwijsontwikkeling in Kenia, en die nauw samenwerkt met de Keniaanse regering. De vrijwilligers brengen Nederlandse onderwijsgevenden in contact met Keniaanse onderwijsgevenden en laten hen hun onderwijsvisie uitwisselen. Teachers4Teachers heeft als motto: To meet, to connect, to learn. Dat betekent dat je met iemand een relatie moet aangaan, voordat je hen iets kunt leren. Alice van Bergen, docente basisonderwijs, is één van de vele Nederlandse docenten die vanuit Teachers4Teachers naar Kenia is gegaan om in gesprek te gaan met scholen.
De reis van Alice begon met een tweedaagse training die zij samen met een andere docent verzorgde. “In Kenia gaat alles wat chaotischer,” geeft ze aan. “Je weet van tevoren niet of je aan 10 of 50 docenten een training gaat geven. En als je om 9 uur wilt starten, dan zul je in de praktijk pas om 10 uur kunnen beginnen.” In de dagen na de training bezocht ze de betreffende scholen om hen te helpen de aangeleerde methodiek beter toe te passen. Ze heeft tijdens haar reis goed kunnen ervaren hoe het Keniaanse onderwijs eruitziet.
Het onderwijs in Kenia
Er zijn grote verschillen tussen scholen in Kenia. De ene school heeft wel tafels, stoelen en banken, terwijl er op een andere school kinderen op boomstammen zitten of zelfs op de grond. Ook zijn er klassen van wel honderd kinderen. Dat zal waarschijnlijk geen positieve invloed hebben op de mate waarin ze de lesstof tot zich kunnen nemen. De Keniaanse regering heeft veel invloed op het onderwijs. Zij levert scholen lesmateriaal, omdat er in Kenia nog veel armoede heerst. Sommige ouders kunnen niet eens het schooluniform van 8 euro betalen. Maar ook de regering kan niet voor voldoende lesmateriaal zorgen, waardoor leerlingen schriften en boeken met elkaar moeten delen.
In Kenia duren de lessen ongeveer 35 minuten en krijgen de leerlingen les in onder andere Engels, Swahili, wiskunde, geschiedenis en godsdienst. Een gemiddelde lesdag begint om half 8 en eindigt even na 15.00 uur, waarna er op een aantal scholen ook nog mogelijkheden zijn voor naschoolse activiteiten. Daarnaast moeten veel leerlingen zelfs nog op zaterdag en zondag naar een religieuze school waar ze leren over de Koran, of ze krijgen in het weekend extra ondersteuning van docenten. Daar komt ook nog bij dat leerlingen vaak ver moeten lopen naar school. Dit maakte grote indruk op Alice. “Als we wegreden bij de school en een half uur aan het rijden waren, dan kwamen we nog leerlingen tegen die naar huis aan het lopen waren. Ook krijgen leerlingen op veel scholen niets te eten. Je kunt je afvragen hoe goed leerlingen kunnen leren op een lege maag. Ik heb zelfs een directeur ontmoet die speciaal voor zijn leerlingen een bananenplantage was begonnen naast de school, gewoon om hen in de middag in ieder geval één banaan te kunnen geven.” Desalniettemin zijn de kinderen altijd blij, behulpzaam en willen ze erg graag leren.
Wat is het verschil tussen het Nederlandse onderwijs en het Keniaanse onderwijs?
Een groot verschil tussen het onderwijs in Kenia en in Nederland is volgens Alice het gebruik van ICT. “Op een aantal privéscholen kunnen ze wel gebruikmaken van computers, maar veel meer dan dat is het niet. Er zijn scholen waarvan de kantoren vol staan met iPads die gefinancierd zijn door de regering, maar die zijn onbruikbaar. Ze hebben daar namelijk niet eens de beschikking over elektriciteit.” De onderwijsontwikkeling in Kenia verloopt niet erg logisch, maar de wil is er in ieder geval wel. Het lastige parket waar de Kenianen in zitten qua onderwijs, is ook te zien in de huidige coronacrisis. Ook in Kenia is er momenteel een lockdown door het coronavirus (die duurt al veel langer dan bij ons) en zelfs nu hebben ze nog geprobeerd om het onderwijs door te laten gaan. Ze hebben geprobeerd om onderwijs op afstand te verzorgen via radiolessen, maar dit lukte niet echt. Daar staat het onderwijs dus helemaal stil tijdens deze pandemie.
De docent-leerlingrelatie verschilt ook tussen beide landen. In Nederland zijn we er tegenwoordig erg op gericht dat we een goede relatie opbouwen met leerlingen en hen persoonlijke begeleiding bieden. In Kenia daarentegen is vooral respect voor de docent belangrijk, en is er meer afstand tussen docent en leerling. Zodra de docent binnenkomt, staan alle leerlingen op en groeten ze de docent in het Engels. De manier van lesgeven is in Kenia ook anders dan in Nederland. De docent staat daar voor de klas en geeft uitleg aan de leerlingen, terwijl in Nederland er veel meer variatie is in werkvormen. Ook wordt er volgens Alice in Kenia soms anders omgegaan met autoriteit. “Ik heb het zelf nooit meegemaakt, maar ik hoor wel verhalen over Keniaanse docenten die met een stokje rondlopen en leerlingen een tik geven als ze niet goed werken. Mijn ervaring is dat Keniaanse docenten juist respectvol naar de leerlingen toe zijn. Ze investeren enorm in goede resultaten, helpen leerlingen met achterstanden in hun vrije tijd en organiseren vrijwillig in de pauze een gymles voor 200 leerlingen. Dat vond ik hartverwarmend.”
Niet alleen de Keniaanse scholen leren iets van dit initiatief, ook de Nederlandse onderwijsgevenden nemen iets mee terug naar Nederland. Alice heeft bijvoorbeeld haar Nederlandse leerlingen posters laten maken voor de Keniaanse leerlingen. Ze vond het heel mooi om te zien hoe zij daarop reageerden en op deze manier heeft ze twee verschillende werelden met elkaar verbonden. Of Alice nog een keer naar Kenia gaat? Absoluut! Maar deze keer gaat ze bij haar Keniaanse vrienden logeren om nog meer de cultuur en mensen te leren kennen. Wil je meer weten over de organisatie Teachers4Teachers? Neem dan een kijkje op hun website: www.teachers4teachers.nl.